(!!) rechtssubjecten, rechtsobjecten, rechtsfeiten en rechtshandelingen (!!)
1. Rechtssubjecten
—> natuurlijk persoon:
- rechtsbekwaamheid (= capacité juridique): mogelijkheid om bepaalde rechten en plichten te hebben
1. Begin rechtsbekwaamheid en statuut van ongeboren vrucht: een verwekte vrucht is een rechtssubject omdat zij drager is van
rechten, met als voorwaarde dat de zwangerschap erkend is door een zwangerschapsattest (dokter/vroedvrouw art. 328 lid 4 BW),
maar toch niet zelfde rechten als een geboren kind:
Rechten ongeboren kind:
A. Bescherming ongeboren vrucht tegen opzettelijke vernietiging (zwangerschapsafbreking)
Geen vruchtafdrijving toegestaan na 12 weken na verwekking, wel toegestaan voor 12 weken mits vervulling voorwaarden:
- noodtoestand, vrouw is er van overtuigd dat zij zwangerschap niet aankan
- Vaste wil van de vrouw om zwangerschap af te breken
- Tussenkomst van arts: moet gebeuren in een instelling van gezondheidszorg
- Inachtneming van een verplichtte wachttermijn van 6 dagen (art. 350 Sw)
—> kan na 12 weken als er sprake is van ernstige gevaren voor de gezondheid van de vrouw, of een uiterst zware, ongeneeslijke kwaal
bij de foetus
In dit geval is er nog advies nodig van een tweede arts die het kan bevestigen
B. Geen bescherming tegen onopzettelijke vernietiging:
Voordat de bevalling begonnen is, geniet de ongeboren vrucht geen bescherming tegen onopzettelijke vernietiging, zodra bevalling is
aangevat, geniet de ongeboren baby de bescherming van art. 418-420 Sw.
C. Beperkte retroactiviteit bij verkrijging van persoonlijkheid mogelijk
De ongeboren vrucht wordt als een geboren kind beschouwd, telkens wanneer de aanstaande persoon daarbij belang heeft
voorwaarden:
- verwekt kind: het kind moet verwekt zijn op het ogenblik dat op een recht aanspraak gemaakt wordt. Het ogenblik van verwekking
wordt bepaald aan de hand van art. 326 BW
- Levensvatbaar geboren
- Belang van kind: bw neemt dit aan voor erfenissen en schenkingen (art. 725 en 906 BW)
Pagina 1 van 40
,2. Einde rechtsbekwaamheid en postume gevolgen van rechtshandelingen:
Blijvende plicht tot eerbied, ondanks einde rechtspersoonlijkheid:
—> portretten zonder toestemming van de rechtverkrijgenden van de overledene gedurende 20 jaar na overlijden mogen niet worden
gereproduceerd of aan het publiek worden meegedeeld (Art. XI 174 WER)
Lijk en lijkbezorging: het lijk bestaat vanaf het ogenblik dat het levend lichaam ophoudt met bestaan, het lijk is buiten de handelen niet
vatbaar voor vervreemding ten bezwarende titel. Maar lijk is niet even onschendbaar als lichaam van een levende. —>
zelfbeschikkingsrecht: persoon kan via uitdrukkelijke wilsuiting beslissen wat er gebeurt met zijn/ haar lichaam na overlijden (cremeren,
begraven,…) —> oefent persoonlijkheidsrecht op lijkbezorging uit
Rechtshandeling met gevolgen na overlijden: bv: testament, huwelijkscontract,…
In bepaalde gevallen kunnen in het belang van derden postuum rechtshandelingen verricht worden die de persoonlijkheid van de
overledene wijzigen:
- erkenning van een overleden kind (art. 328, lid 2 BW)
- faillietverklaring is mogelijk na overlijden van de gefailleerde (art.XX. 237, lid 3 WER)
- staat van een persoon (état civil): geheel van bepaalde hoedanigheden en eigenschappen van de persoon waaraan de wet
rechtsgevolgen verbindt. Het is de rechtstoestand van een persoon.
soorten:
* politieke staat: staat van persoon tov. Natie
Staatsburger (nationaliteit van een land en mag hij bepaalde daaraan verbonden rechten uitoefenen) vs vreemdeling (geen stemrecht, en
kan geen politiek mandaat verkrijgen)
Principiële gelijkheid Belgen en vreemdelingen: art. 191 GW (burgerlijke staat vreemdeling, gelijkheid belg vs vreemdeling)
art. 11 bw maakt onderscheid vreemdelingen:
- niet-bevoorrechte vreemdelingen: een vreemdeling heeft in BE het genot van alle in BE verleende burgerlijke rechten) —> rechtstreeks
werkende EVRM bepalingen beperken uitzonderingen
- bevoorrechte vreemdelingen: machtiging tot vestiging (in het bevolkingsregister ingeschreven) stelt vreemdeling gelijk met Belg
zolang hij in BE verblijf houdt (art. 11, lid 2 BW) zonder uitzondering. Machtiging van minister van justitie nodig om zich te vestigen in
BE (art. 14-15 wet 15/12/1980)
* familiale staat: toestand persoon ten aanzien van familie en gezin; bv. Gehuwd, weduwe, alleenstaand,..)
* Individuele staat: eigen toestand via zekere fysieke gegevens: naam, ouderdom, geslacht, geestestoestand, woonplaats
—> art. 14 EVRM: homohuwelijk en adoptie in kader van homohuwelijk is mogelijk
—> art.102: woonplaats is daar waar Belg hoofdverblijfplaats heeft, is niet hetzelfde als verblijfplaats: plaats waar persoon feitelijk
woont, maar zonder inzicht om op die plaats zijn rechten uit te oefenen en verplichtingen na te komen (bv. Man en vrouw net samen,
man woont meer op vrouw haar appartement dan waar hij zijn hoofdverblijfplaats heeft)
Pagina 2 van 40
,—> Ger. W. Hanteert andere definitie voor hoofdverblijfplaats: plaats van inschrijving in bevolkingsregister als hebbende daar zijn
hoofdverblijf
- kenmerken staat van een persoon;
* wettelijk bepaald
* onverhandelbaarheid: ligt buiten sfeer wilsautonomie (art. 6 en 1128 BW)
* onverjaarbaarheid: het verloop van een zekere tijdsduur kan niets veranderen aan de staat van een persoon (met uitzondering
meerderjarigheid)
bv: lang samenwonenden worden geen gehuwden omdat ze lang samenwonen
- persoonlijkheidsrechten (droits de la personnalité): subjectieve rechten die ieder individu kan doen gelden tegenover eenieder, en die
ertoe kan strekken zijn fysieke, psychische en morele integriteit te beschermen (bv; recht op naam, recht op stem,…)
—> zowel natuurlijke als rechtspersonen kunnen titularis van persoonlijkheidsrechten zijn
- Specifieke kenmerken persoonsrechten en persoonswaarden:
* extrapatrimoniaal karakter: zo nauw verbonden aan individu zelf dat het ontsnapt aan economische mechanismen (niet in geld
waardeerbaar, maken geen deel uit van vermogen individu)
* Persoonswaarden hebben geen extrapatrimoniaal karakter: een derde kan het recht verkrijgen om tijdelijk de naam, afbeelding of stem
van een persoon te gebruiken, bv: reclamesector waarbij bekende mensen hun persoonswaarden van een fabrikant ter beschikking
stellen
- soorten persoonlijkheidsrechten:
* recht op eerbiediging van het privéleven: geen afdwingbare privacybescherming op grond van art. 8 EVRM: bepaalt wel dat iedereen
recht heeft op de bescherming van zijn privéleven, maar laat inmenging van het openbaar gezag toe
—> de rechtspraak heet een persoonlijkheidsrecht op privacy gecreëerd
* recht op afbeelding: recht om zich te verzetten tegen het ongeautoriseerd vastleggen en verspreiden van afbeeldingen van de persoon
—> art. XI 174 WER en art. 433bis Sw)
* Bekende persoon en recht op afbeelding: ze kunnen zich niet verzetten tegen gebruik van hun afbeelding als het gericht is op
informatie van het publiek, het gebruik niet spottend of kwetsend is en het niet in commerciële context wordt aangewend
* Recht op stem
* Recht op naam: exclusieve recht van een persoon om zijn voor- en achternaam te dragen
Bescherming tegen aanmatiging naam door derden: verbod op gebruik naam individu zonder toestemming, men mag wel een gedeelde
naam (bv; Emma) en achternaam (Somers) hebben
* recht op goede naam en het recht op antwoord = bescherming morele integriteit = eergevoel: sanctie is mogelijk adhv. 1382 BW
—> recht op antwoord: persoon die vernoemd wordt krijgt de mogelijkheid om te reageren tegen wat hij acht over hem een onjuiste
aantijging te zijn
Pagina 3 van 40
, - Handelingsbekwaamheid en feitelijke bekwaamheid:
* handelingsbekwaamheid: bekwaamheid om zelf dingen uit te voeren, om subjectieve rechten te bezitten —> art. 1123 BW, verwoordt
zelfbeschikkingsrecht bij het sluiten van contracten (dwingend en van openbare orde)
Rechtsbekwamen zijn in principe handelingsbekwaam
* categorieën van handelsonbekwamen:
- minderjarigen (-18)
- Meerderjarige wilsonbekwamen of personen die in de onmogelijkheid zijn om hun wil te kennen te geven: gehandicapten,
geesteszieken
—> beschermingstechnieken bij handelingsonbekwaamheid:
1. bijstand; beschermde persoon houdt heft in eigen handen, beslist zelf of hij handeling al dan niet uitvoert. Indien wel, moet hij daar
wel in worden bijgestaan.
2. vertegenwoordigers: die stellen rechtshandeling in de plaats van de beschermde persoon
* minderjarigen: nadere toelichting van het belangrijkste beschermingsstatuut
- wettelijke vertegenwoordiging; minderjarigen zijn nog onvoldoende intelligent en de wil is onvoldoende ontwikkeld om hen in staat te
stellen de gevolgen van hun handelen te voorzien
a. Situatie waar beide ouders in leven zijn (beide ouders verantwoordelijk) en situatie waar slecht één ouder in leven is of wettelijk
onbekend (langstlevende ouder of de enige bekende ouder is vertegenwoordiger)
b. Situatie waar beide ouders (of enige bekende ouder) overleden zijn, of in de voortdurende onmogelijkheid verkeert om het ouderlijke
gezag uit te oefenen: door vrederechter aangestelde en gecontroleerde voogd;
- organisatie Vande handelingsonbekwaamheid:
* strenger voogdijregime:
Voor sommige handelingen heeft voogd machtiging vrederechter nodig (vervat in art. 410 BW) = bijzonder belangrijke en risicovolle
handelingen
- sanctie bij optreden minderjarige zelf
* nietigheidssanctie: als minderjarige zelf een rechtshandeling stelt waartoe hij niet handelingsbekwaam was en die normaal via
wettelijke vertegenwoordiger had moeten verlopen is de sanctie nietigheid —> relatieve nietigheid, alleen minderjarige of
vertegenwoordiger kan rechtshandeling doen vernietigen, medecontractant kan dat niet
Feitelijke bekwaamheid: materiële vermogen om bepaalde daad te stellen
Rechtssubjecten
—> rechtspersoon:
Pagina 4 van 40