Module 7
Child deficit model (aangepast onderwijs: integratie of segregatie) <==> UDL (inclusie)
Child deficit visie:
- tekort bij de leerling
- gespecialiseerde begeleiding (aparte scholen of binnenklasdifferentiatie)
- kritiek: nadruk op tekorten bij leerling! toch in praktijk de bovenhand
Inclusievisie:
- Gelijke behandeling
- diversiteit = rijkdom/troef
- zo goed mogelijk afgestemd op zoveel mogelijk leerlingen
- Iedereen heeft recht op specifieke maatregelen.
- vb: voldoende groot lettertype, iedereen extra tijd, materiaal digitaal ter beschikking,
leerlingen ZELF keuze laten of ze gebruik maken van maatregelen/ andere
werkvormen.
Segregatie —> inclusie door VN verdrag wat resulteerde in M-decreet
M-Decreet
- gewone school heeft plicht om voor leerlingen me specifieke onderwijsbehoeften
redelijke aanpassingen (RA) te voorzien. (RECODIS).
- Zorgcontinuum
- 1. brede basiszorg: voor alle leerlingen (vb: UDL hoort hier)
- 2. verhoogde zorg: specifieke oplossingen (bijles, extra oef)
- 3. uitbreiding van de zorg: CLB handelingsgerichte diagnostiek (HGD)
- 4. IAC: individueel aangepast curriculum: Leerdoelen op maat.
Differentiatie
1) institutionele differentiatie: tracking, onderwijstype( gwn of buso), netten & koepels,
leeftijd.
1
, 1) early tracking= categoriale systemen: Duitsland & oostenrijk —> sociale
ongelijkheid, geen verschillen in prestatie
2) late tracking = comprehensief onderwijs: scandinavische landen
2) interklassikale differentiatie (homogene klassen vs. heterogene klassen)
3) binnenklasdifferentiatie: interesse, metacognitieve mogelijkheden, leerprofiel
1) convergentie: bepaald prestatieniveau bij alle leerlingen. verschillen tussen
leerlingen worden samengebracht -> heterogene samenstelling
2) divergentie: ontplooien alle potentieel bij leerlingen. —> prestatiekloof vergroot
Leerproblemen
- secundair leerprobleem: omgeving of algemene beperking
- primair leerprobleem: leerstoornis vb: Dyslexie/Dyscalculie (5-7%)
gedrags- of emotionele stoornis (13% :o)
- vb: ADHD: frequentie, duur en omvang
- categorisch(alles of niets verhaal) vs.dimensioneel (minder stigmatiserend)
1) Externaliserende problemen: problematisch voor omgeving: agressie
1) Aanpak:
1) operante conditionering: Behavior beïnvloedbaar: antescendenten (proactief)
en consequenten(belonenen en straffen).
2) de sociale leertheorie(Bandura): observatie : leerlingen leren van elkaars
gedrag.
2) Internaliserende problemen: probleem voor jongeren zelf. angst, depressie
(aangepaste ondersteuning door leerkrachten beschermende rol)
ADHD: minder in héél gestructureerde situaties, 1 op 1, zeer prikkelend en regelmatige
beloningen (beloningsgevoelig!)
ASS:
- moeilijkheden sociaal contact: wachten op beurt, meegaan in verhaal, figuurlijke taal,
non-verbale communicatie
- detailgericht
- meer bij jongens
2