Relationele vaardigheden
1 Communicatie
1.1 Definitie
- Communicatie
Uitwisseling van symbolische informatie die plaatsvindt tussen mensen
die zich van elkaars onmiddellijke aanwezigheid bewust zijn.
Deze informatie wordt deels bewust, deels onbewust gegeven,
ontvangen en geïnterpreteerd
- 2 belangrijke aspecten:
Symbolische informatie
Het proces aan deze symbolische informatie
1.2 Aspecten van communicatie
- Sheppard (1993)
Communicatie tussen VPK en ZO meer dan enkel overdracht van
informatie
Omvat transmissie van gevoelens en de herkenning hiervan
Wordt ondersteund door Peplau (1988)
Communicatie gaat dan wat en hoe men iets zegt
- Ik zend mijn boodschap uit naar de ander, die mijn boodschap ontvangt
zoals ik het bedoeld heb.
1.2.1 Ruis
= Verwarring, onduidelijkheden, misverstanden, …. omdat beide
gesprekpartners een eigen kleur en invulling geven aan de woorden en
lichaamstaal van de ander
- Semantische betekenis:
Een woord heeft veel meer betekenis dan wat in een woordenboek staat
- Affectieve betekenis:
1
, Beiden geven er ook een gevoelswaarde aan
- Non – verbale taal:
Lichaamstaal
- Parra – verbale taal:
Geven een meer directe invloed dan verbaal
1.2.1.1 Fysieke ruis (= externe ruis)
- Ruis van buitenaf
Beïnvloeden luisteren, spreken, kijken en voelen
Vb. Tv die aanstaat zonder geluid, iemand staat te zwaaien,…
1.2.1.2 Psychologische ruis
- Door vooroordelen, ideeën,… luister je niet echt naar de ander
als gevolg van vooroordelen en stereotypen
Vb. Wanneer een zorgontvanger met ethylische levercirrose jou verteld
hoe lastig het is voor haar om te stoppen met drinken dan kan je daar
weinig begrip voor opbrengen omdat je van mening bent dat het haar
eigen schuld is
1.2.1.3 Semantische ruis
- Als gevolg van een misverstand van een woord of gebaar
Vb. vakjargon
1.2.2 Symbolische informatie
- Omhelst (non) verbale taal
1.2.2.1 Verbale communicatie
- Alle communicatie waarbij met woorden gebruikt
- Gesproken & geschreven
- Digitale taal: conventionele codes ( verbale codes, syntaxise elementen)
1.2.2.1.1 Gesproken vs geschreven taal
- Gesproken taal :
Door lichaamstaal of metacommunicatie
Direct om bijkomende uitleg vragen
Snel voeling van emotionele toestand
Nadenken over gevoelswaarde van woorden
Duidelijke structuur: korte zinnen
- Geschreven taal :
Communicatie langzamer
Geen onmiddelijke begripscontrole
Geen vat op het moment waarop de boodschap wordt gelezen
Objectiveren
Gebruik van leestekens en bladschikking
1.2.2.1.2 Ja, maar…
- Wanneer meningen ongelijk verdeeld zijn
- Ontvanger heeft niet geluisterd naar zender storend
- Wekt een gevoel van niet erkend worden
2
, 1.2.2.1.3 Verkleinwoorden
- Taalcultuur
- Je kleineert de patiënt
1.2.2.1.4 IK – taal vs GIJ – taal
Definitie IK – taal
- Verwoorden wat men denkt, voelt, hoort,…
- Persoonlijke mening duiden
- Volle verantwoordelijkheid voor wat je zegt
IK – taal
- Duidelijkheid
- Open, eerlijk en echt
- Bedekte toespelingen worden vermeden
IK – boodschappen om problemen op te lossen
- Voorkomen probleemsituaties
GIJ – taal
- Aanvallend, beschuldigend of veroordelend
Wij/ ons/ zij / men / …
- Zich verbergen achter ‘ denkbeeldige’ anderen om niet voor eigen mening
uit te komen
- Niet open en oneerlijk
- Manipuleren
1.2.2.2 Non – verbale communicatie
= het overbrengen van informatie d.m.v. symbolen, tekens en gebaren dat
ontwikkeld is en gebruikt wordt door de leden van een bepaalde cultuur om heel
nauwkeurig specifieke boodschappen tot uitdrukking te brengen
1.2.2.2.1 Gelaatsuitdrukkingen
- Veel informatie aflezen via gezicht
- Gelaatsuitdrukkingen geven uiting van:
emoties als blijdschap, verdriet, woede,…
Houding: sympathie, dominantie,…
Reacties: afkeuring, onbegrip,…
Opvatting: knipoog
- Oogcontact
Dubbele functie:
o Gezichtsorgaan
o Contactorgaan
1.2.2.2.2 Lichaamshouding
- Sterk bepaald door conventies
- Hangt samen met emoties
- Wijziging in houding wijziging in interactie
3