DEEL 1
Klasse 1
1. Oprichting eenmanszaken of vennootschap
OEFENING ROND SJOKOTOF
Iemand wil een onderneming opstarten. Er moeten 2 keuzes gemaakt worden...
1) Welk statuur aannemen - Een eenmanszaak (natuurpersoon)
- Vennootschap (rechtspersoon)
2) Bij de keuze van een vennootschap: Welke type vennootschap
- NV
- BV
- CV
- Maatschap (met of zonder rechtspersoonlijkheid)
- Voor en nadelen eenmanszaak
Voordelen Oprichting Geen vereist financieel plan, geen bankattest of oprichtingsakte
Beheer Beslissingsmacht en bestuur berusten op 1 persoon
Formaliteiten Minder administratieve en boekhoudkundige verplichtingen
Kenmerken Onafhankelijkheid, snel beslissen
Nadelen Financiële risico’s Geen schijding tussen privé en bedrijf
Investeringen Onderneming moet investeringen zelf financieren
Bestaansduur Bij overlijden of ziekte van de eigenaar is dat mss einde van onderneming
Fiscaal statuut Minder aantrekkelijk
- Voor en nadelen vennootschap
Voordelen Beperkte financiële Voor bepaalde vennootschappen met duidelijke scheiding tussen
risico’s prive en bedrijf is de aansprakelijkheid beperkt tot hun inbreng.
Investeringen Verschillende personen kunnen middelen samenbrengen
Bestaansduur Het wegvallen van een bestuurs of vennoot is niet einde van de
vennootschap
Fiscaal statuut Voordeliger dan zelfstandige
Nadelen Oprichtingsformaliteiten Bankattest, financieel plan en authentieke akte nodig etc.
Formaliteiten Meer administratieve en boekhoudkundige verplichtingen nodig
Kenmerken van een eenmanszaak
= 1 handelaar
= Geen aparte rechtspersoonlijkheid
= Personenbelasting is progressief (hoe hoger de winst hoe meer deze wordt belast)
= enkelvoudige boekhouding
Kenmerken van een vennootschap
= contract tussen 1 of meer vennoten
= Iedere vennoot heeft een inbreng geld, natura, knowhow of arbeid
= Dubbele boekhouding
,= vennootschapsbelasting: basistarief 25%
= verschillende vennootschapsvormen
= eigen rechtspersoonlijkheid (onderneming heeft eigen schulden en bezittingen dus een
eigen afgescheiden vermogen)
Sjokotof kiest voor een vennootschap in de type BV
CASE BV SJOKOTOF
KMO-financiering
Financieel plan = overzicht van je inkomsten en uitgaven gedurende minstens 2 jaar. Hierin
moet blijken dat de onderneming voldoende toereikende middelen heeft om in normale
omstandigheden levensvatbaar te zijn.
= De inhoud is wettelijk vastgesteld
= Indien faillissement binnen 3 jaar: de rechtbank bekijkt of het financieel plan voldoende
onderbouwd is om eventuele aansprakelijkheid vast te stellen
Als het financieel plan niet goed was of er werd geen gemaakt, kan de rechter besluiten dat
de aansprakelijkheid van de BV wordt doorbroken en dat de aansprakelijkheid wordt
uitgebreid naar de aandeelhouders/oprichters. Als je een goed financieel plan hebt en je
bent failliet, dan kan de rechter niets aansprakelijk maken.
Wat zijn de toereikende middelen
1) Eigen vermogen:
- Ontstaat door storting in contanten: eigenaar stelt geld permanent in beschikking van de
onderneming.
- Inbreng in natura door eigenaars Je moet deze middelen weten waarderen
Inbreng van goederen bv gebouw of auto. Je loopt dan wel het risico dat deze kwijt
gespeeld worden bij faillissement.
Inbreng van knowhow
Inbreng van arbeid
2) Vreemd vermogen: schulden op meer dan 1 jaar en minder als 1 jaar.
Dit kan ook in een combinatie, in de vorm van achtergestelde leningen = een vreemd
vermogen. Degene dat het geld uitleent zegt “Als het failliet gaan ben ik ermee akkoord dat
ik achteraan sta in de rij van schuldeisers. Zo krijgen de eerst de vreemd vermogen
verschaffers hun deel van het faillissement dan de achtergestelde leningen en dan het eigen
vermogen.
De achtergestelde leningen compenseren dit met een hogere rente. Familieleden kunnen dit
ook doen. Zo is het makkelijker om naar de bank te stappen.
,3. Situering klasse 1
Klasse 1 is onderverdeeld in ...
- Eigen vermogen
(Inbreng, herwaarderingsmeerwaarde, reserves en overgedragen resultaat,
kapitaalsubsidies)
- Voorzieningen en uitgestelde belastingen
(Voorzieningen en uitgestelde belastingen)
- Schulden
(Schulden op meer dan 1 jaar)
4. Eigen vermogen
Bij de start van een onderneming moet je een toereikend aanvangsvermogen hebben of
een minimumkapitaal inbrengen. Dit wordt getoetst in een financieel plan dat je moet
opmaken bij de start. Na de oprichting kunnen er ook wijzigingen zijn in het eigen vermogen.
Meest voor de hand liggend is het over te dragen resultaat of het toevoegen van reserves.
Dit zorgt voor een groei in het eigen vermogen. Een extra inbreng kan ook, dit verhoogt de
inbreng na de start.
RESERVES
1) Onbeschikbare reserves: De wettelijke reserves, dit moet enkel bij een NV. Je moet een
wettelijke reserve opbouwen tot een bepaald niveau. Je moet elk jaar minimaal 5% van de
nettowinst toevoegen tot de wettelijke reserve minimaal 10% is van het maatschappelijk
kapitaal. Na de 10% geld de verplichting niet meer
2) Belastingvrije reserves: Als je activa verkoopt met een boekhoudkundige winst, dan kan je
onder bepaalde voorwaarden kan je de winsten belastingvrij houden door ze bij deze
reserves toe te voegen.
3) Beschikbare reserves: Enkel over deze reserves kan de algemene vergadering over
beslissen wat ze er mee doen (dividend, reserves, bijhouden)
Essentie De onderneming beslist om de winst in de onderneming te houden!! Hierdoor
stijgt het eigen vermogen wat zorgt voor meer vertrouwen bij de schuldeisers. Door de
reserves zal de kredietcapaciteit verhoogd worden waardoor de onderneming meer kan
investeren wat leidt tot een grotere en snellere groei.
, MAAR: Reserves zijn geen spaarpot
= Als je reserves ziet staan is het immers al gebruikt voor de financiering van vaste of
vlottende activa op het actief in de balans.
Overgedragen winst = het geld blijft in de onderneming en heeft nog geen definitieve
bestemming. Het zal overgebracht worden naar het volgende boekjaar.
Kapitaalsubsidies = Een bepaalde overheidssteun. Als de onderneming investeringen doet in
een vast activa (gebouw, machine, auto) en deze zijn gefinancierd met eigen middelen, dan
kan je een stukje subsidie krijgen van de overheid. De overheid wil dit op deze manier
stimuleren.
5. Voorzieningen en uitgestelde belasting Belangrijkste en
lastigste
Voorziening = Je weet dat er in de toekomst bepaalde kosten gaan zijn maar je weet nog
niet hoe groot deze zijn. Dan kan je een voorziening treffen. Ze komen voort uit activiteiten
dat je nu doet maar de kosten komen pas later.
Als het bedrag vaststaat bespreken we van een schuld en niet over een voorziening. Het
bedrag wordt dan als schuld geboekt.
Bijvoorbeeld = Een pensioenen. Je weet dat je in de toekomst pensioenen moet uitdelen,
alleen weet je nog niet hoe groot deze gaan zijn.
Andere: belastingen, onderhoudswerken, milieuverplichtingen, juridisch geschil, ...
Doel: De winst egaler maken, als je het niet doet heb je in het jaar een heel grote daling van
je winst.
Het aan te leggen voorziening wordt als volgt berekend
(Kostprijs – reeds gevormde voorziening)/nog te lopen tijd
Boeking van voorziening van bv herstellingswerken
Voorziening van grote herstellingswerken en onderhoudswerken 6360 K + D X
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Annedevoeght. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,49. Je zit daarna nergens aan vast.