Samenvatting Ethiek
Hoofdstuk 3: Literaire beginselen
Voorbereiding:
1 en 2. Wat begrijp je niet? Onbekende woorden, Redeneringen, formuleringen
- negatieve vrijheid
- de facto en de jure
- informed consent
- de deductieve (principe-ethiek) en de inductieve benadering (casuïstiek)
- paternalisme
- a priori-regels
- een betekenaar
- hippocratisch
- pluralisme
- altruïsme
- moralisme
- sentimentalisme. Ik begrijp niet wat dat te maken heeft met autonomie.
- waarom we de toepassing van de principe-ethiek vooral terugvinden in hoogtechnologische landen
- hoe criteria ervoor zorgen dat de gezondheidszorg rechtvaardig wordt toegepast op patiënten.
Geen enkel criterium (bv behoefte, geld, gelijkheid, verdienste van de patiënt,..) is toch rechtvaardig?
- mensen zijn ‘onthechte burgers’. Wat wordt daarmee bedoeld?
- Redenering was van Beauchamp, Childress: hippocratische vs liberale principes?
3. Wat is de essentie volgens jou?
De gezondheidsethiek is gebaseerd op 4 principes, die richtinggevend zijn:
- benificence: principe van het goede doen
- nonmaleficence: principe van het kwade vermijden
- principe van respect voor (recht op) autonomie
- principe van rechtvaardigheid op basis van verschillende criteria:
Verdienste van de patiënt
Gelijkheid
Behoefte
We moeten die principes afwegen tegen elkaar als ze in conflict komen. Ze blijven vaag en kunnen
op verschillende manieren geïnterpreteerd worden, want iedereen geeft een andere betekenis aan
die principes. Daarom worden regels opgesteld om de principes praktisch en bruikbaar te maken en
ons te helpen te oordelen over morele vraagstukken bv euthanasie, abortus, kunstmatige
beademing, enz. In de gezondheidsethiek wordt dit ook de principe-ethiek of regeltechniek genoemd
Bij het opstellen van die regels houdt men rekening met specifieke ‘betekenaars’ bv
zelfbeschikkingsrecht, efficiëntie, individualisme en negatieve vrijheid 1 (= recht om je vrijheid te
misbruiken bv gebruik maken van autonomie om je zin te krijgen). In een liberale wereld wordt
immers erkend dat ieder zijn eigen betekenis geeft aan die principes, iedereen heeft ‘het laatste
woord’. Het pluralisme wordt erkend: in werkelijkheid kan je veel betekenissen geven aan principes,
je kan niet alles herleiden tot 1 principe met 1 betekenis.
1
Positieve vrijheid = vrij handelen en denken met een gezamenlijk doel voorop bv bevorderen van de
gezondheid (benificence), we gebruiken een principe, we MISbruiken het niet.
1
, Samenvatting Ethiek
In de huidige liberale maatschappij krijgen de 2 laatste principes veel aandacht, omdat ze
noodzakelijk zijn in de hedendaagse gezondheidzorg, die nauw aansluit bij ons liberaal (iedereen
heeft recht op vrij handelen en denken) en technisch denken (=volgens regels). De 2 laatste principes
zijn LIBERALE principes, ze gelden als algemene maatschappelijke verplichting en zijn niet uitsluitend
van toepassing op geneeskunde, ze worden van buitenaf aan verschillende praktijken opgelegd.
Dit in tegenstelling tot de eerste 2 principes, die hippocratische principes zijn. Dit zijn principes die
tot de geneeskunde behoren, ze hebben al inhoud en de regels die obv deze principes gemaakt
worden, ze structureren de praktijk ‘van binnenuit’ (in de geneeskunde zelf) bv artsencode
Aan principes zijn grenzen:
- Respect voor autonomie vereist in de liberale benadering niet noodzakelijk altruïsme.
- Er wordt een liberaal mensbeeld verondersteld van iemand die individualistisch en rationeel is, los
van relaties en persoonlijke hechtingen.
- In de liberale ethiek wordt niet gevraagd te reflecteren over ons denken en handelen
- Respect hebben voor iemands overtuiging (moralisme) kan leiden tot sentimentalisme: de mens
zoekt naar betrokkenheid door overgevoelig op te treden.
- Men vertrouwt te weinig op intuïtie, maar enkel nog op experten die zeggen hoe we obv principes
moeten handelen en denken.
Het gevaar kan optreden dat er door die grenzen aan principes een grote onverschilligheid ontstaat,
maar ook verwardheid en onzekerheid.
4. Zie je verbanden met je opleiding, de actualiteit, het dagelijkse leven...?
Als zorgverlener zal ik ook vaak voor het probleem gesteld worden: welke patiënt behandel ik eerst?
Is het wel rechtvaardig dat ik zoveel tijd steek in 1 bepaalde patiënt? Is de behandeling die ik geef
wat de patiënt wil, hoe kan ik hem overtuigen dat dit de beste methode is?
Ik moet zoveel mogelijk ‘het goede’doen, maar wat ‘het goede’ is, is vaak heel dubbelzinnig. Ik moet
daarbij de patiënt zoveel mogelijk autonomie geven. Iedereen heeft een andere overtuiging (die ik
moet respecteren), maar ik moet toch proberen de patiënt met mijn kennis, ervaring te overtuigen.
Verbanden met de actualiteit:
We geven over de oorlog tussen Oekraïne en Rusland ook argumenten over wat goed is in het
Westen en wat slecht is in Rusland, om onszelf te overtuigen dat we inderdaad ‘het goede’
(Oekraïners) steunen, maar er zijn veel andere argumenten bv het is niet onlogisch dat Rusland het
Westen als een gevaar ziet (NAVO belooft dat Oekraïne tot de NAVO wordt aangesloten, voor
Rusland betekent dat het wegnemen van Russische roots)
Verbanden met het dagelijks leven:
Ook in het dagelijks leven probeer ik die 4 principes (goede doen, kwade vermijden, respect voor
autonomie en rechtvaardigheid) na te streven. Toch denken andere personen daar anders over.
Bv vakantiewerk in ziekenhuis poetsen: ik probeer het goede te doen = iets bijverdienen, voor
mensen zorgen, ervaring opdoen. Maar ik kom soms in conflict met het principe rechtvaardigheid:
door gebrek aan tijd verzorg ik sommige patiënten misschien minder goed dan andere
2
, Samenvatting Ethiek
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt nagedacht over de vraag ‘Wat moet ik doen?’ en wordt de ideologie van de
techniek toegepast. Dit is een denkwijze die zegt dat alle middelen als techniek goed zijn om ons in
vraag te stellen en te verbeteren, maar dat die middelen ons ook voor ongekende problemen kunnen
stellen
De vraag ‘Wat moet ik doen?’ kan om vele redenen gesteld worden:
- uit radeloosheid, uit onzekerheid
- Om ‘zichzelf te genereren’, d.w.z. om zichzelf in vraag te stellen en zo zichzelf te verbeteren
Eigenlijk is dit een open vraag. Terwijl je jezelf onzeker (gesloten) voelt, leidt je gedrag toch vaak tot
vooruitgang, verbetering.
De toepassing van deze techniek vinden we sterk terug in het liberaal (= ‘vrij denken en doen’) -
democratische (‘iedereen mag mee beslissen’) politieke systeem. Daarom dat in bv de meeste
hoogtechnologische landen ook democratische en liberaaldenkende landen zijn.
Maar vrijheid betekent ook tolerant zijn en dat maakt mensen tegelijkertijd onverschillig (‘ze doen
maar wat ze willen’). Zo lijkt de maatschappij vreedzaam, zolang iedereen maar vrij denkt (als er dus
zijn die niet vrij denken, dan laten ze die mensen links liggen).
In zo’n maatschappij is gezondheidsethiek ontstaan, als een verruiming van de medische ethiek, om
antwoord te bieden op onzekerheden in de gezondheidszorg bv hoe omgaan met dood,met pijn, enz.
- problemen, vragen methodisch te benaderen dwz methodes/technieken/regels gebruiken om
problemen op te lossen. De gezondheidsethiek is zo een principe-ethiek geworden, dit is een ethiek
die bruikbaar is en aantrekkelijk, bv bruikbaar
- om morele problemen onder woorden te brengen bv abortus, euthanasie
Daar kunnen we 2 kritieken op hebben:
- Vragen, problemen in de gezondheid worden methodisch benaderd, wat niet altijd goed is bv
moeten we abortus aan regels (bv max aantal weken zwanger) vastleggen? Moeten we regels
opstellen voor euthanasie (bv mag enkel aangevraagd worden als je nog helder kan denken), enz.
- is de invulling van de methodes die gebruikt worden wel altijd correct? Bv zijn die regels ivm
abortus, euthanasie wel correct?
De 4 PRINCIPES IN DE GEZONDHEIDSETHIEK: deze moeten alle 4 nageleefd worden, tenzij ze in
conflict komen met elkaar, dan moet je de principes afwegen tegenover elkaar.
1. Het principe van het goede doen (beneficence): de patiënt de best mogelijke zorg bieden.
Daarbij moet een afweging gemaakt worden tussen goed en kwaad bv letsel toebrengen
(opereren) om pijn te voorkomen, wat niet altijd eenvoudig is. Ook komt dit principe vaak in
conflict met principe 3. de patiënt autonomie bieden, bv je wil helpen als zorgverlener, maar
de patiënt wil beslissen wat voor hem de beste zorg is (wat tegenstrijdig kan zijn aan wat de
zorgverlener meent wat de beste zorg is).
3
, Samenvatting Ethiek
2. Het principe van het kwade vermijden (nonmaleficence): de patiënt beschermen tegen het
kwaad. Je moet afwegen, want het kwade moet je vermijden als het goede niet bevorderd
kan worden, bv bij palliatieve zorg.
Het kwade vermijden is vaak niet houdbaar in de gezondheidszorg bv een zwangere vrouw
heeft baarmoederkanker: men moet abortus plegen (het kwade) om de vrouw te redden. Dit
is verantwoord als het ongewilde gevolg (kind verliezen) onvermijdelijk is of aanvaard wordt.
Ook deze beslissing (abortus om vrouw te redden) is niet altijd de enige juiste.
3. Het principe van respect voor autonomie (= privacy, zelf mogen beslissen, verantwoordelijk
voor eigen keuzes, maar ook het recht op onwetendheid!). Respect voor autonomie: de
vrije wil van de patiënt respecteren. Is het tegenovergestelde van paternalisme
(=bemoederen) door de arts of hulpverlener. De arts heeft kennis en ervaring en handelt
vaak obv wat hij het beste vindt voor de patiënt, soms zonder instemming vd patiënt. Toch
moet hij ook respect hebben voor de patiënt. De patiënt kan en moet in de huidige
maatschappij ook zijn recht op autonomie laten gelden, en doet dat ook. Bv patiënt zoekt
zelf informatie op over zijn ziekte en eist bepaalde medicatie of behandeling bij zijn arts. De
geneeskunde evolueert zo naar een supermarkt, waar men medicatie of een
behandelingswijze komt halen en wordt geshopt van de ene arts naar de andere om toch te
krijgen wat men wil. Anderzijds moet dit recht ook beperkt worden: daarom dat we in de
relatie patiënt-hulpverlener steeds meer met juridisering te maken hebben: via het recht
worden de vrijheid van de hulpverlener en de eisen van de patiënt beperkt.
Amerika gaat heel ver in de juridisering van de gezondheidszorg. Patiënten kunnen na een
behandeling klacht neerleggen, en er geldt ook het principe ‘no cure no pay’: de advokaat
moet pas betaald worden als de patiënt zijn rechtszaak wint. Dit creëert wantrouwen tussen
de patiënt en de hulpverlener: de patiënt gaat bijna ‘zoeken naar fouten’, en de hulpverlener
gaat alles op papier zetten en laat dit ondertekenen door de patiënt, hij gaat zich ook
oververzekeren.
We spreken van negatieve vrijheid: de vrijheid van de patiënt om misbruik van die vrijheid te
kunnen maken, wat leidt tot wantrouwen. De regularisering met de bedoeling misbruik in te
perken leidt er toe dat iedereen verdacht wordt gemaakt en zichzelf voortdurend moet
‘verdedigen’: negatieve vrijheid leidt tot negatieve regulering (= sanctionering).
Regulering is ook positief: gedupeerden kunnen vergoed worden voor geleden schade.
De facto (= in feite, in de praktijk) gaan patiënt en hulpverlener uit van vertrouwen: de
patiënt vraagt hulp, is afhankelijk van de hulpverlener en heeft het volste vertrouwen. Dit
vertrouwen kan door geen enkele wettekst gegarandeerd of opgelegd worden. De jure
echter (= in rechte, als je het juridisch bekijkt) kunnen patiënt en hulpverlener best uitgaan
van wantrouwen en kunnen ze zich best indekken. Een wettekst kan er wel voor zorgen dat
vertrouwen wantrouwen wordt.
Gevolg van juridisering is dat de hulpverlener ‘volgens het boekje’ gaat handelen, maar
onverschillig is in zijn handelen, weinig betrokkenheid toont. De hulpverlener handelt legaal,
maar handelt moreel niet correct.
We verlangen gezond te zijn; een kind te krijgen,..en herformuleren dit als een recht. Wat
eerst een verlangen was waarvan we niet weten of het werkelijkheid wordt, wordt nu een
recht, iets waar men aanspraak op kan maken. Daardoor lijkt het alsof het risico verdwijnt
dat we geen kind kunnen krijgen, ziek kunnen worden. Die verwachting houdt in dat
4