Evaluatie:
- Openboekexamen in januari (60%)
- Individuele opdracht in mei (40%)
Punten worden bij elkaar opgeteld
Hoofdstuk 1: aanmelding en intake
Psychodiagnostisch procesmodel
Links: wat waarneembaar is voor de cliënt = handelen
Rechts: wat niet waarneembaar is voor de cliënt = denken
Methoden om cliënt te begrijpen: vragenlijsten, dossierstudie, observatie, gesprek/interview, tests…
Het centrale element van psychodiagnostisch onderzoek is niet de test, maar de diagnosticus die via
interpretaties op een methodische wijze komt tot integratie van alle verkregen gegevens
Bij deze integratie richt de diagnosticus zich niet enkel op de testscores, maar ook op:
- Inhoudelijke gegevens (thema’s die aan bod zijn gekomen)
- Observatiegegevens (hoe de cliënt iets brengt, houding, gedrag)
- Rationele gegevens (relatie tussen cliënt en diagnosticus)
1
,Je bent dus altijd aan diagnostiek aan het doen, ook al ben je niet bezig met de testen
1. Aanmelding
1.1 Handelen
Aanmelding: alles wat er voor het eerste gesprek gebeurd
Intake: het eerste contact/gesprek met die cliënt
Intakefase: exploratieve fase
Aanmelder: degene die contact heeft opgenomen met een hulporganisatie (kan cliënt zelf zijn of
iemand uit de omgeving)
Verwijzer: een organisatie die de cliënt heeft doorverwezen
Het doel van de aanmelding is antwoord bieden op 2 vragen:
- Is de aanmelding bij jou als hulpverlener op de juiste plaats?
- Wat is het vervolgtraject?
Oefening
Er is een telefonische aanmelding van de cliënt zelf en jij neemt de telefoon op
Wat wil je vragen? Welke info heb je nodig?
→ Wie is de persoon dat belt? Wat is er aan de hand met de persoon? Hoe ben je bij mij terecht
gekomen? Wat verwacht je van de begeleiding?
Welke info ga je geven?
→ kostprijs, gegevens en adres, data voor de volgende afspraak…
1.2 Denken
Is de aanmelding hier inhoudelijk op de juiste plaats?
Wordt er gedaan aan deontologische en wettelijke criteria? (niet deontologisch: vriend/familie,
minderjarige zonder toestemming van beide ouders)
Wanneer het antwoord op beide vragen ‘ja’ is, kan er een uitnodiging voor een intakegesprek komen
Wie komt met wat net nu naar hier?
Wie?
- Cliënt: naam, leeftijd, geslacht, contactgegevens
2
,- Aanmelder
- Verwijzer: contactgegevens, functie, setting, referentiekader
Met wat?
- Klacht: aard en ernst
- Vraag/verwachting
→ hulpvraag = vraag van cliënt → Specifieke hypothese?
→ aanvraag = vraag van verwijzer → Specifieke hypothese?
→ houding van cliënt?
Net nu? = aanleiding
Naar hier? = Waarom keuze voor deze setting?
Casus Sara
Wie?
- Cliënt = Sara, meisje, 12 jaar (bijna 13)
- Aanmelder = moeder van Sara
- Verwijzer = geen
Met wat?
3
, Sara is stil en verlegen, wordt snel rood en durft in de klas haar vinger niet op te steken. Volgens haar
moeder heeft ze het moeilijk om zichzelf een houding te geven, bijvoorbeeld wanneer vriendjes van
haar jongere zus op bezoek komen. Haar moeder geeft ook aan dat ze soms heel arrogant kan
overkomen, maar volgens haar moeder zou het eerder een manier zijn om met haar verlegenheid om
te gaan. De ouders hebben de indruk dat er iets scheelt met Sara, maar niemand kan er vat op
krijgen.
Vraag moeder = Wat is er aan de hand met Sara?
Vraag Sara = ze ervaart het zelf niet als een groot probleem, maar ze is wel bereid er iets aan te doen
Net nu?
Het is nu pas dat Sara er iets aan wilt doen
Naar hier?
De moeder van Sara is zelf hulpverlener en kent het centrum
2. Intake
Doelen intake:
- Gericht informatie verzamelen
- Opbouwen van de samenwerkingsrelatie
Evenwicht tussen:
- Volgen: open vragen stellen, parafraseren, samenvatten
- Sturen: meer gerichte vragen stellen, nieuwe onderwerpen aansnijden, terugkomen op iets,
concretiseren, onduidelijkheden/inconsistenties navragen
Welke info ga je geven?
Op gemak stellen (Bv. ‘Heb je het makkelijk kunnen vinden?’)
Jezelf voorstellen en eventueel de organisatie
Aftoetsen hoe bij setting terecht gekomen
Kort aangeven wat je al weet
Het doel van het eerste gesprek toelichten, zeggen wat je gaat doen
Info over werkwijze
Beroepsgeheim
Duur van het gesprek
Uitnodigen tot vragen stellen
Administratieve vragen best op het einde
4