In dit document staat een samenvatting van het Handboek Forensische orthopedagogiek, ISBN: 2923, en de overige literatuur met artikelen voor het schooljaar . Deze artikelen kunnen zowel in het Nederlands als Engels geschreven zijn. Dit vak is onderdeel van de minor Jeugdbescherming en Jeugdcrimina...
Inhoudsopgave
Literatuur Jeugdcriminaliteit en jeugdbescherming................................................................................1
College 1............................................................................................................................................2
1.1 Weijers (2020):.........................................................................................................................2
1.2 Hendriks, Stams en Asscher (2021) (H2, 29):...........................................................................5
College 2............................................................................................................................................7
2.1 Weijers (2020):.........................................................................................................................7
2.2 Thompson & Morris (2016)......................................................................................................9
Werkgroep 1.....................................................................................................................................11
W1.1 Hendriks, Stams en Asscher (2021) (H6, 8, 12):.................................................................11
W1.2 Assink et al. (2015).............................................................................................................14
W1.3 Yohros (2022).....................................................................................................................15
College 3..........................................................................................................................................18
3.1 Weijers (2020):.......................................................................................................................18
3.2 Hendriks, Stams en Asscher (2021) (H3, 37, 10):...................................................................19
College 4..........................................................................................................................................22
4.1 Van Gemert & Weerman (2015).............................................................................................22
4.2 Whittaker et al. (2020)............................................................................................................24
4.3 Ferwerda & Ham (2017).........................................................................................................25
Werkgroep 2.....................................................................................................................................27
WG 2.1 Hendriks, Stams en Asscher (2021)(H7, 17):..................................................................27
W2.2 Alink et al. (2014)...............................................................................................................29
W2.3 Assink et al. (2016).............................................................................................................31
W2.4 Assink et al. (2019).............................................................................................................33
W2.5 Belsky (1980)......................................................................................................................35
College 5..........................................................................................................................................37
5.1 Van Dijk et al. (2022).............................................................................................................37
5.2 Besemer et al. (2017)..............................................................................................................38
5.3 Eichelsheim (2019).................................................................................................................40
5.4 Calderoni et al. (2022)............................................................................................................41
College 6..........................................................................................................................................42
6.1 Hendriks, Stams en Asscher (2021) (H13, 31, 32, 5):.............................................................42
6.2 Sorrentino (2019)....................................................................................................................45
Werkgroep 3.....................................................................................................................................46
W3.1 Thompson & Morris (2016)................................................................................................46
1
, College 7..........................................................................................................................................46
7.1 Hendriks, Stams en Asscher (2021)(H4, 11, 15):....................................................................46
7.2 Yohros (2022).........................................................................................................................50
College 8..........................................................................................................................................51
8.1 Hendriks, Stams en Asscher (2021) (H9):...............................................................................51
8.2 Gilsing et al. (2015)................................................................................................................52
8.3 Boon et al. (2018)...................................................................................................................54
Werkgroep 4.....................................................................................................................................56
W4.1 Hendriks, Stams en Asscher (2021)(H4, 9):........................................................................56
W4.2 Van der Put et al. (2014).....................................................................................................57
W4.3 Christensen & Baker (2020)................................................................................................58
W4.4 Boon et al. (2018)................................................................................................................59
College 1
1.1 Weijers (2020):
H1: Jeugdcriminaliteit: wetenschap, media en politiek
In verscheidene landen komt het traditionele jeugdrecht, gericht op het opvoedend en resocialiserend
karakter van interventies, onder druk te staan. Overal neemt de jeugdcriminaliteit af en toch lijkt er in
2
,sommige landen sprake van een algemene, aanhoudende paniekstemming dat het de verkeerde kant op
gaat met de jeugd. Waar overlast en criminaliteit van jongeren volop in de aandacht staan, zien we een
voortdurende wisselwerking tussen politiek en media. Waar media en politiek een permanent gevoel
van urgentie creëren rond jeugd die het verkeerde pad dreigt op te gaan, ontstaat bij het publiek de
notie dat jeugdcriminaliteit actueel is. Niets is echter minder waar. De berichten in de media nemen
juist toe. Ook wordt er veel aandacht gegeven aan high impact crimes, terwijl deze juist heel erg zijn
afgenomen. Een derde bias betreft de associatie tussen Marokkaanse jeugd en ‘straatterreur’.
Bronnen:
- Politiecijfers:
o Zeggen weinig over de vraag of er sprake is van een toename
o Beïnvloeding door meldingsbereidheid en beleidsprioriteiten
o Dark number is hoog
- Zelfrapportages
o Kunnen een goed beeld geven van de meest voorkomende jeugddelicten
o Maken ook kenmerkende aspecten van ‘gezonde’ jeugddelinquentie zichtbaar
o Slechts een beperkt aantal delicten kan in een enquête worden opgenomen
o Sommige daders moeilijker te bereiken
o Geven geen goed beeld van de ernst van de delicten, in termen van schade en
gevolgen voor slachtoffers
- Slachtofferenquêtes
o Goede indruk van de ontwikkeling van het aantal slachtoffers van misdrijven
o Geven geen uitsluitsel over de leeftijd van daders
o Stijging en daling worden voor een deel veroorzaakt door toe- of afname van
meldingsbereidheid bij het publiek
o En die worden ook veroorzaakt door de bereidheid van de politie om een proces-
verbaal op te maken
Na de Tweede Wereldoorlog ontstond het beeld dat jeugdcriminaliteit ontstond vanuit een verstoord
aanpassingsproces aan de heersende waarden en cultuur. Met de kritische of radicale criminologie
kwam er vanaf de jaren zestig/zeventig kritiek hierop. De bronnen waarop het onderzoek steunde
bleken vertekend door selectiemechanismen en stereotypen. Vanaf de eind jaren zeventig kwam er ook
kritiek op het beschermingsmodel van een conservatieve stroming in de criminologie die de meeste
interventies als verspilde moeite voorstelde. In internationale teksten werd juist aanbevolen in
interventies met een opvoedend karakter, rekening houdend met de persoonlijkheid en de specifieke
noden van jeugdigen. Eind jaren negentig veranderde de toon. Enerzijds kregen een aantal incidenten
veel media aandacht, anderzijds wezen politiegegevens op een stijging van de (jeugd)criminaliteit. Er
werd om een effectievere aanpak gevraagd.
Levensloop
Jeugdcriminaliteit is criminaliteit van adolescenten, dat wil zeggen van 12- tot 18-jarigen. De
afgelopen halve eeuw heeft in het leven van 12- tot 18-jarige een ingrijpende evolutie gedaan:
jongeren zijn langer afhankelijk (leerplicht hierdoor geen inkomen) en jongeren worden veel
serieuzer genomen. De afgelopen decennia is veel meer besef ontstaan van de betekenis van kwesties
in de historische context (rampen, oorlogen) op macroniveau voor de ontwikkeling van kinderen en
adolescenten. Ook gebeurtenissen op het niveau van school, familie en vrienden zijn daarin belangrijk.
Tegenwoordig is de ontwikkelingspsychopathologie opgekomen, dat zich concentreert op de condities
waaronder stoornissen in de ontwikkeling kunnen optreden, voortduren of weer verdwijnen. Hierbij is
de balans tussen risicofactoren en beschermingsfactoren belangrijk. Meerdere risicofactoren zouden
ervoor zorgen dat het sneller misgaat met een jongere. Om dit te doorstaan zou er een ‘veilige plaats’
nodig zijn.
3
, Geweld
Een van de meest besproken onderwerpen is geweld. Enerzijds zien we zorgelijke maatschappelijke
ontwikkelingen, bijvoorbeeld als het gaat om berichten over extreem geweld onder jongeren.
Anderzijds zien we in het licht van de aanhoudende paniekerige stemming rond jeugd ook zorgelijke
tendensen wat betreft de criminalisering van kattenkwaad.
De jeugdcriminologie dient zich rekenschap te geven van de betrekkelijkheid van de strafrechtelijke
definitie van jeugdcriminaliteit, maar zij dient er vooral niet toe bij te dragen dat al dergelijke vormen
van overlast onder de noemer ‘jeugdcriminaliteit’ komen te vallen.
H3: Ontwikkeling in jeugdcriminaliteit in het begin van de 21ste eeuw
In de Monitor Jeugdcriminaliteit (MJC) worden de ontwikkelingen in jeugdcriminaliteit gemeten op
basis van zelfrapportage van daderschap, verdachten van een misdrijf volgens de politie en
strafrechtelijke daders waarbij het OM of de rechter een jongere schuldig heeft bevonden.
Het aantal 12-18-jarigen laat vanaf 2000 een lichte toename zien van ruim 1.1 miljoen tot ruim 1.2
miljoen in 2003/, en blijft in de jaren erna redelijk stabiel. Onder minderjarigen en jongvolwassenen
bevinden zich naar verhouding meer verdachten en strafrechtelijke daders dan in oudere
leeftijdsgroepen. Het aantal jeugdigen dat wegens het plegen van een delict met de politie in aanraking
komt neemt vanaf het 12e jaar toe, een piek bereikt rond het 18e-20e levensjaar en daarna afneemt (age-
crime-curve).
Met zelfrapportage krijgen we zicht op het aantal jongeren dat zegt zich in een bepaalde periode
schuldig te hebben gemaakt aan het plegen van een delict (nadeel: steekproef, onderrapportage,
overrapportage). De Monitor Zelfgerapporteerde Jeugdcriminaliteit (MZJ) is de enige landelijke
dekkende monitor die nog met enige regelmaat wordt uitgevoerd. In totaal zijn er 27 delicten gemeten
die zijn onder te verdelen in geweld (7), vermogen (11), openbare orde en vernieling (5), drugs (3) en
wapenbezit. Geweld is de grootste vorm in 2010. Jongens plegen vaker delicten dan meisjes.
Politiestatistieken geven het aantal aangehouden verdachten van een misdrijf (proces-verbaal)(nadeel:
niet alles bekend, afhankelijk van inspanning, verandering in taken, meer aandacht voor bepaalde
delicten over tijd). Justitiële statistieken geven onder meer het aantal strafrechtelijke daders van een
misdrijf tegen wie het OM strafvervolging zinvol achtte en tegen wie een strafzaak is afgedaan
(nadeel: filtering van delicten, afhankelijk van inspanning).
Jeugdige verdachten
Het absolute aantal jeugdige verdachten van 12 tot 25 jaar is in de periode 2000-2012 gestegen van
ruim 49.000 tot bijna 59.000. De stijging is volledig toe te schrijven aan een toename in het aantal
aangehouden jongvolwassenen. Het verschil in absolute getallen heeft voor een deel te maken met het
feit dat die laatste groep simpelweg groter is in de populatie. Wanneer met de omvang van de
betreffende leeftijdsgroepen rekening wordt gehouden, blijken 18- tot 25-jarigen nog steeds relatief
vaker te worden aangehouden.
Minderjarige verdachten
Bij zowel jongens als meisjes is er sprake van een halvering van het aantal dat is aangehouden. De
daling treedt ook op bij alle grote herkomstgroepen en alle typen misdrijven.
Jongvolwassen verdachten
De daling in het aantal aangehouden jongvolwassenen treedt op bij alle grote herkomstgroepen.
Jongvolwassen verdachten worden in de periode 2007-2012 het vaakst aangehouden voor
vermogensmisdrijven, gevolgd door geweldsmisdrijven. Kortom zien we een afname in het aandeel
verdachten onder minderjarigen en jongvolwassenen.
Strafrechtelijke daders
Strafrechtelijke jeugdige daders zijn de jongeren jegens wie door het OM of de rechter een strafzaak is
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kirstenolthuis. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,39. Je zit daarna nergens aan vast.