Samenvatting
Samenvatting Levenslooppsychologie
- Instelling
- Katholieke Hogeschool VIVES (VIVES)
Deze samenvatting omvat de levensloop van de mens.
[Meer zien]Voorbeeld 4 van de 86 pagina's
Voorbeeld 4 van de 86 pagina's
In winkelwagenGekoppeld boek
Titel boek:
Auteur(s):
- Uitgave:
- ISBN:
- Druk:
Voorbeeld van de inhoud
Psychologie en pedagogie 21 Inleiding “Ontwikkelings- of levenslooppsychologie” (HB p. 35 t.e.m. p.48)
1.1 Inleiding wat betreft het examen
• Mondeling examen in januari
• Examen bestaat uit drie vragen:
1) Vraag op 10 punten
Over een groot deel van de cursus en jij moet uitleggen wat je daarover weet
Bv. Geef me de cognitieve ontwikkeling van de kleuter en leg grondig uit.
Bv. Welke veranderingen zien we tijdens het ouder worden?
Ook het handboek is belangrijk! Een vraag zou kunnen zijn: “Vertel alles wat je weet
over het sociografisch onderzoek van Moreno.”
2) Vraag op 5 punten
Over terminologie/ begrippen
Bv. Leg uit ‘Veilige hechting’.
3) Vraag op 5 punten
Over het boek ‘’Gids voor succesvol opvoeden’.
Bv. Geef mij de belangrijkste inzichten uit hoofdstuk ….
• Maak je voorbereiding lang. Je krijgt minimum 20 minuten als voorbereiding. Je
voorbereiding wordt nagelezen en op basis van je antwoorden worden er bijkomende
vragen gesteld. Het is belangrijk om in je voorbereiding gebruik te maken van
voorbeelden.
1.2 Inleiding
1.2.1 Factoren die de ontwikkeling sturen
Wat is de ontwikkeling en wat zijn de verschillen in de ontwikkeling? Vanwaar komen die
interindividuele verschillen en waarom zien we ook uitkomstverschillen? Waarom is de ene
volwassene koppiger dan de andere, of waarom is de ene adolescent taalvaardiger dan de
andere. Al deze vragen zijn onderwerpen van discussies.
Het antwoord lijkt eenvoudig: 3 factoren spelen daarin mee
• Erfelijkheid
• Milieu
• Zelfsturing
1
,1.2.1.1 Rol van de erfelijkheid (nature)
• Het erfelijk materiaal of DNA
• Biologische processen en rijpingsprocessen
Alles is aanleg of aangeboren en ons DNA bepaalt hoe we gaan ontwikkelen, wanneer en
hoe sterk we die vaardigheden gaan ontwikkelen. Alles ligt vast, wat je gaat worden ligt vast
en is geschreven in je DNA. Het is verworven via biologische processen.
Nature-aanhangers worden nativisten genoemd.
Men zocht naar bewijs:
Men gebruikte een tweelingstudie, waarbij een 1-eiige tweeling uit elkaar werd gehaald en in
zeer verschillende omgevingen werd opgevoed. Ze werden opgevoed in zeer uiteenlopende
gezinnen (zeer arm, zeer beperkt gezin, tot zeer rijk, zeer stimulerend gezin). Wanneer de
kinderen na enige tijd terug bij elkaar werden gehaald, zag men ongelofelijk veel
overeenkomsten qua uiterlijk, kapsel, studies, beroep, partnerkeuze, positieve correlatie in
IQ, wat wil zeggen “Als de ene een hoog IQ heeft, dan heeft de andere ook een hoog IQ”.
1.2.1.2 Invloed van het milieu (nurture)
• Opvoeding, vriendenkring, school, woonbuurt, cultuur en samenleving…
• Leerprocessen
Alles in aangeleerd, “nurture” betekent letterlijk “voeding”, wat uit te breiden is naar
“opvoeding”. Op basis van het milieu (ouders, gezin, vrienden, peers, ontwikkelingsgelijken,
stad, omgeving, maatschappij, wereld…) word je wie je gaat worden, wordt bepaald welke je
zwaktes en sterktes zullen zijn, wat je IQ zal zijn…. Elke baby is bij zijn geboorte een
onbeschreven blad, een tabula raza, en alles moet nog gevormd worden.
Alles is aangeleerd, dus verworven via leerprocessen.
Nurture-aanhangers worden empiristen genoemd.
Men zocht naar bewijs:
Men gebruikte de studie van het wolfskind of van “de wilde van Aveyron”. Dit kind had altijd
geleefd tussen de wolven en werd op 7-jarige leeftijd ontdekt. Toen bleek dat hij geen taal
hanteerde, op handen en voeten liep, geen cognitieve ontwikkeling had ontwikkeld…. Zo
kwamen de empiristen tot de conclusie dat dit kind als een normale baby werd geboren, maar
toch geen vaardigheden bezat als van een mens.
Toen men het kind had weggehaald, wilde men het de taal leren, maar het kind stierf na enige
tijd.
Nu zien we nog soms bij kinderen, die sociaal gedepriveerd zijn (sociale deprivatie), wat wil
zeggen dat ze lang zijn afgesloten geweest of dat ze geen menselijk contact hebben ervaart,
dat ze moeilijk of zelf geen vaardigheden aangeleerd krijgen.
2
,1.2.1.3 Interacties tussen erfelijkheid en milieu
De dag van vandaag zijn de wetenschappers het erover eens dat er een interactie of een
wisselwerking is tussen beide factoren en dat de ene factor soms een grotere impact heeft dan
de andere factor.
Uiteindelijk komt men tot de conclusie dat je beïnvloed wordt door de kansen en de opvoeding
die je krijgt, maar ook door de omgeving of het milieu waarin je bent terechtgekomen.
1.2.1.4 Zelfsturing
Als individu zijn we ook zelfbepalend. We kunnen richting geven aan bepaalde vaardigheden.
Het is niet omdat je op die manier werd opgevoed en in die richting werd gestuurd tijdens je
opvoeding, dat je daarover niet zelf kunt beslissen. Als individu heb je nog iets te zeggen in je
ontwikkeling.
Voorbeeld: Je hebt ongelofelijk veel talent om een topviolist te worden want ook iedereen in je
gezin speelt muziek. Je krijgt veel kansen in je omgeving, maar toch word je geen topviolist,
omdat je denkt: “Nee, ik wil geen violist worden, ondanks het feit dat ik er wel de vaardigheden
voor heb”.
1.3 Eigen kennisvragen
1.3.1 Geef bepaalde stromingen waarin ze vooral nature-ideeën
gebruiken.
• Het boek “Wij zijn ons brein”
Ons gedrag is teruggebracht door alles wat in ons brein af te lezen
valt. Alles van neurologie…
− Biologisch, erfelijk zien we dat jij een psychopaat zal worden.
− Nu is wel duidelijk geworden dat ‘autisme’ al aanwezig is vanaf
de geboorte.
1.3.2 Geef bepaalde stromingen waarin ze vooral nurture-ideeën gebruiken.
• Sociologie; het gedrag wordt bepaald door de omgeving waarin je leeft.
• Psychiater of psycholoog die werkt vanuit de omgeving.
• “Dirk De Wachter”
• Autisme werd vroeger gezien als fout van de moeder. De moeder die haar kind koud/ kil
behandeld en met te weinig liefde.
3
, 2 De babytijd (0 tot 1 jaar) (HB p.109 t.e.m. p.145)
2.1 Inleiding
Deze periode wordt ook wel de ‘zuigelingentijd’ genoemd en loopt tot aan het eerste
levensjaar. Vanaf dan spreekt men niet meer langer van de baby/ pasgeborene/ neonatus,
maar wel van de peuter.
Bij de geboorte is een kind fysiologisch wel rijp voor de wereld, maar psychologisch staat het
nog vrijwel nergens. Essentiële levensfuncties zoals de ademhaling, de spijsvertering en het
temperatuurbehoud werken naar behoren. Maar de psychologische functies, het vermogen
om de omgeving waar te nemen en er doelgericht op te reageren, blijven erg beperkt. Vooral
dit psychologische aspecten zullen een drastische ontwikkeling doormaken in het eerste
levensjaar.
2.1.1 Nestblijver of nestvlieder?
Globaal vertoont de mens de meeste kenmerken van een nestvlieder, wat zou willen zeggen
dat er bij de geboorte een goed ontwikkelde en zelfredzame baby ter wereld is: de zintuigen
werken naar behoren en het kind kan zich op eigen kracht voortbewegen.
Bij de geboorte zijn alle zintuigen wel goed ontwikkeld en kan het kind al zien en horen, maar
de eerste maanden blijft de baby hulpeloos, en in dat opzicht zou hij dus eerder tot de
nestblijvers gerekend worden.
Dit alles wijst op een bijzondere betekenis van het eerste levensjaar. Het is een periode waarin
enkele belangrijke psychologische functies tot ontwikkeling komen en via de waarneming zal
het kind zich geleidelijk een nauwkeuriger beeld gaan vormen van de omringende wereld.
2.2 Uitrusting van de pasgeborene
2.2.1 Lichamelijke en motorische ontwikkeling
2.2.1.1 Algemene lichamelijke kenmerken van de baby
De baby wordt geboren met een gewicht van 3-3,5kg en meet een lengte van ongeveer 50cm.
Hij heeft nog geen tandjes die doorgekomen zijn en heeft een relatief groot hoofd t.a.v. het
lichaam. Hierdoor is er geen hoofdcontrole aanwezig, wat maakt dat ze niet zo snel kunnen
rechtstaan.
Men wordt geboren met al dan niet haar en men heeft reeds vijf zintuigen. Dit wil zeggen dat
baby’s niet blind zijn wanneer ze geboren worden en dat ze al pijn voelen. Alleen kunnen ze
dit nog niet uiten aan de buitenwereld.
2.2.1.2 Zes gedragstoestanden of waakzaamheidstoestanden
Men maakt een onderscheid tussen zes gedragstoestanden/ waakzaamheidstoestanden
waarin een baby zich kan bevinden. Men baseert zich daarvoor op enkele criteria: het open of
gesloten zijn van de ogen, al dan niet een regelmatige ademhaling, de mate waarin het kind
beweegt en of het al dan niet huilt.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zovermeire. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 78998 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen