Godsdienst
Leereenheid 2
,
,Hoofdstuk 1: Kinderen en levensbeschouwing
1.1. Het vak godsdienst: een knooppunt van kansen en vragen
De term dialoog staat centraal. Om te werken aan degelijke dialoog dienen
er handvaten aangereikt te worden.
Lees pagina 5
1.2. Over waardevol opvoeden
Wanneer we in de godsdienstles tegemoet willen komen aan de
vooropgestelde dialoog, dan is het van groot belang dat we dit kaderen
binnen een bepaalde gegevenheid en visie.
Een opvoeding is in het algemeen nooit waardevrij. wees je hiervan
bewust, zo kan je jezelf kritisch bevragen en openstellen voor de rijkdom
van je eigen traditie en die van anderen
Voor kinderen is het belangrijk dat er congruentie is in de opvoeding =
eenheid tussen denken, voelen en spreken
1.3. De waarde van geloof in de opvoeding
Dat opvoeding nooit waardenvrij is impliceert ook dat ‘de waarde van
geloof’ in de opvoeding een rol speelt.
1.3.1. Ruimte voor levensvragen
Geen enkele mens heeft antwoorden op alles vragen die het leven
oproept.
o De wetenschap reikt steeds meer antwoorden aan. Wetenschap
stelt ons in staat de wereld beter te ‘begrijpen’.
Toch lijkt elk nieuw antwoord een nieuwe vraag op te roepen. We
worstelen vandaag niet minder met de zin van het leven dan vorige
generaties.
levensbeschouwing = een visie op het leven= wat het leven betekent, wat
de waarde ervan is en hoe het geleefd moet worden.
, Tien thema’s van levensvragen die elke levensbeschouwing telt:
o Geordend door de culturele antropologie (= leer over de mens)
Levensvragen naar de aard van de mens: een visie op de
mens als lichaam en ziel + psychologie + rede + wil +
relatie…
Levensvragen naar de relatie tussen de mensen onderling:
een visie op vrijheid en verbondenheid, zelfstandigheid en
afhankelijkheid, liefde, seksualiteit,…
Levensvragen naar de relatie van de mens met de natuur:
een visie op de situering van de mens in de kosmos, heelal,
oneindigheid…
Levensvragen naar de relatie van de mens met de tijd: een
visie op maatschappij en cultuur, verleden, geschiedenis en
toekomst…
Levensvragen naar de aard van het menselijk handelen:
een visie op ethiek (waarden, normen, wetten) en de
moraal (feitelijk gedrag)
Levensvragen naar de zin van het lijden: een visie op leven
en dood, omgaan met vergankelijkheid, leven na de dood,…
o Waarmee elk levensbeschouwelijk onderricht word
geconfronteerd
Metafysische en godsdienstige vragen: een visie op een
transcendente, onzichtbare werkelijkheid, is er oorzakelijk
verband (oorsprong en bestemming), is er communicatie,
gaat het om een bewuste werkelijk (persoonlijk), is die
vijandig of vriendelijk,…
De praktijk (welke houdingen, rituelen,… horen bij mijn
levensvisie)
Het zendingsbewustzijn (hoe communiceer is met andere
mensen en levensvisie? Mag ik anderen overtuigen van
mijn visie? Met welke strategie? Met welke pedagogie en
didactiek? Wat is godsdienstonderricht?)
De organisatie van de levensvisie: positiebepaling t.a.v.
een ideologie, een partij, een levensbeschouwelijke
organisatie of instelling, een kerk,…
Deze fundamentele vragen zijn zo oud als de mens zelf. In elke tijd, in elke
cultuur komen deze vragen aan de oppervlakte en steeds opnieuw gaan
mensen opzoek naar antwoorden.
Kinderen thuisbrengen in een levensbeschouwing geeft ook hen aanzet tot
(geruststellende) antwoorden op de vragen die in hen leven. Kinderen van