Medialandschap
College 1
Enkele onderwerpen:
- Waarom geeft De Morgen een tablet bij een abonnement?
- Waarom is er zoveel kritiek op de VRT?
- Waarom koopt een krantenbedrijf een telecomoperator als Mobile Vikings?
- Waarom staan er zoveel dezelfde nieuwsberichten op de Vlaamse nieuwssites?
- Waarom wilde Studio100 met een radiozender beginnen?
- Waarom is er nood aan een Vlaamse Netflix?
Opzet:
- Inzichten verschaffen in het (vooral Vlaamse) medialandschap
- Focus op
o stand van zaken en toekomst
o factoren die aan de basis liggen van een aantal belangrijke ontwikkelingen
o binnen het medialandschap (print, audiovisueel, online, crossmediaal),
o dit met het oog op toekomstig onderzoek, opleiding en loopbaan.
Soorten media: (hoe media onderscheiden?)
Platform
- Print
- TV
- Radio
- Online
- Social media
- Crossmediaal
Doelgroep
- Iedereen (generalistisch)
- Niche (jong, oud, dokters, sporter, breiers, knutselaars, IT’ers, …)
Onderwerp
- Algemeen
- Specifiek
Verspreidingsgebied
- Lokaal (Hyperlokaal zoals bv de gazet van Sint Andries → richt zich op de inwoners van de
Sint Andrieswijk)
- Regionaal
- Nationaal
- Internationaal
Frequentie
- Dagelijks, (2-) Wekelijks, Maandelijks, Jaarlijks
- Niet-periodiek
,Inhoud
- Nieuws/informatie
- Ontspanning
- Waardengedreven (focus op gedachtengoed eerder dan op winst)
Volgens uitgevers:
- Ruim aandacht voor eigen gemeenschap en haar leden.
- We delen specifieke waarden en/of ideeën.
- Bieden degelijke informatie, met ruimte voor diepgang.
- Aandacht voor thema’s die minder makkelijk in ‘gewone’ media aan bod komen (solidariteit,
spiritualiteit, …).
- Onze bladen zijn laagdrempelig, door kostprijs (vaak gratis) en manier van rapporteren.
- Werken vooral met eigen middelen, niet of nauwelijks afhankelijk van reclame of abonnees.
Volgens lezers:
- Informatie is minder oppervlakkig, meer diepgang
- Visie en duiding ipv roddels en populisme
- Zorgen voor binding met je lokale omgeving, met een gemeenschap, met een groep
- Vaak nicheinfo, aansluitend bij je persoonlijke interesse
- Minder storende reclame
- Zien er minder professioneel uit dan commerciële bladen
nummer 4: Dag Allemaal: eerste
commerciële magazine (de eerste
3 zijn niet commercieel)
oranje = waardegedreven titels
zwart = commercieel
,Betalingsmodaliteiten
- Gratis
- Betalend
o Abonnement
o Losse verkoop
o Pay per article (‘micropayments’)
- Mengvorm
o Freemium
o Gratis in ruil voor e-mailadres, persoonlijke gegevens, …
- Voorbeeld: Blendle = Nederlandse innovatie die deals sluiten met magazines, kranten,… je
kan kiezen welk artikel uit welke krant/magazine je wilt lezen en je betaald dan per artikel
Financiering (hoe krijgen zij inkomsten)
3 vormen financieringen:
- Publiek (directe/indirecte overheidssteun) (= openbare media/ omroepen) → steun van de
overheid, belastingsgeld
- Eigen middelen (verkoop, reclame) (= commerciële)
- Mengvorm
Spelers in de media
Kernactoren:
- Waardeketen in media (obv Porter, 1985)
1) Bron
- Een idee, gebeurtenis, perconferentie, fenomeen, klokkenluider, ooggetuige, een tweet, …
2) Contentcreatie
- Interne redacties en productieactoren (journalisten, producers, regisseurs, cameramensen,
monteurs, …)
- Uitbesteed aan productiehuizen (Studio 100, Woestijnvis, deMENSEN, …)
Voorbeeld: deMensen
- Actief in verschillende
televisiegenres
- Levert content voor
verschillende zenders (fictie, reizen,
reportages,…)
, Ook interne productiehuizen
- DPG (VTM & Q2): TV Bastards
- VRT
o Productiehuis VRT Televisie
o Productiehuis VRT Radio
o Productiehuis VRT Nieuws (nieuwsprogramma’s + webcontent VRTNWS.be
o Productiehuis VRT Sport (sportprogramma’s + Sporza.be)
- Volgens de beheersovereenkomst moet de VRT minstens 25% van haar
televisieproductiebudget besteden aan bestellingen bij externe productiehuizen.
o 3 redenen:
▪ Als televisiezender heb je soms voordelen aan het uitbesteden aan een
extern productiehuis want als je het enkel met interne mensen doet moet je
die een contract geven, cameramensen zijn bv. Niet altijd nodig als er een
bepaald programmasoort stil ligt maar je moet ze wel blijven betalen als je
enkel met interne mensen werkt
▪ Externe productiehuizen hebben meer know-how, creativiteit over hoe ze
het moeten doen
▪ Ze zijn ertoe verplicht (van de overheid)
o Strategische partnerschappen (= langdurige overeenkomsten met of zonder bepaling
dat het productiehuis niet voor een andere omroep mag produceren) (vb. Panenka,
deMENSEN, hotel Hungaria, Studio 100, Woestijnvis)
o Occasionele samenwerkingen (vb. Geronimo, Eyeworks, Sultan Sushi)
- Interne redacties en productieactoren (journalisten, producers, regisseurs, cameramensen,
monteurs, …)
- Uitbesteed aan productiehuizen (Studio 100, Woestijnvis, deMENSEN, …)
- Facilitaire diensten (preproductie, captatie, postproductie) (vb. EMG Belgium)
- Nieuwsagentschappen/persbureaus
o Nationale (Belga, Stampmedia)
o Internationale (Algemeen Nederlands Persbureau = ANP , Associated Press = AP,
Agence France Presse = AFP, Reuters, …)
o = Soort redacties die zich richten op die dingen die aant gebeuren zijn In hun land, ze
sturen correspondenten er op af, die maken en verslag en sturen het door naar de
abbonees
- Intellectuele eigendomsrechthebbenden (bedenken format, auteur teksten, montage van
beelden, …) bv. John de Mol bedacht The Voice = idee verkocht
- Beeldagentschappen/fotostockbureaus
o Foto/video
o Getty Images, Jupiter, istockphoto.com …