1
INLEIDING TOT HET RECHT – ACADEMIEJAAR 2021-2022
Prof.dr. Dirk Van Daele
Voor bepaalde onderdelen zullen teksten ter beschikking worden gesteld op Toledo. Deze
teksten behoren integraal tot de kennen leerstof.
- 8 teksten kennen
DEEL I. HET FENOMEEN RECHT
HOOFDSTUK I. HET BEGRIP RECHT
I.1. Inleiding
- Recht = een normensysteem dat gecreëerd wordt door de overheid (de staat). De overheid gaat
deze normen handhaven (nakijken of ze worden nageleefd). En ze installeren een
controlesysteem, als normen niet worden nageleefd gaat de overheid sanctioneren.
normensysteem = regels, voorschriften
- Recht heeft een aantal specifiek functies
binnen de samenleving:
1. De regulerende functie: de regulering van menselijke verhoudingen
2. De symbolische functie: deze verwijst naar de cultureel-antropologische ontdekking
v/d samenlevingsverbanden die de behoefte vertonen om zichzelf
aanschouwelijk en zichtbaar te maken in symbolen en rituelen
- Recht kan gezien worden als het geheel van bindende regels/rechtsnormen. Deze regels worden
vastgesteld op gezag v/d gemeenschap waarvoor ze gelden, door de daartoe bevoegde organen en
hebben tot doel het leven in de samenleving mogelijk te maken. Het recht is verbonden met de
begrippen gezag en sanctie.
I.2. Recht als geheel van bindende regels (4 soorten normen)
- 4 soorten normen:
1) Algemeen geldende regels
2) Regels toepasbaar na keuze
3) Wilsaanvullende of suppletieve regels
4) Technische regels
I.2.1. ALGEMEEN GELDENDE REGELS
- Algemeen geldende regels = regels die voor iedereen gelden (op een bepaald grondgebied)
voor elk rechtssubject kunnen ze een bepaald gedrag opleggen,…
Mogelijkheden:
1. Bepaald gedrag opleggen
2. Bepaald gedrag verbieden
3. Bepaald gedrag toelaten
4. Bepaald iets een prestatie beloven
, 2
I.2.1.1. Algemene gebodsbepalingen
- Algemene gebodsbepalingen = ik gebied u als overheid om iets te doen.
bv: je wordt verplicht om aangifte te doen bij de gemeente, bij de geboorte van je kind; houden
aan de verkeersregels; belastingen betalen,…
+ meestal positief omschreven (je krijgt een straf als je iets gedaan hebt)
- soms negatieve omschrijving (bv: schuldig verzuim; 422bis SW je krijgt een straf als je
iets niet gedaan hebt)
I.2.1.2. Algemene verbodsbepalingen
- Algemene verbodsbepalingen = regels die bepaald gedrag verbieden.
de overheid verbiedt dit
Bv: diefstal, moord, verkrachting,… (SW) polygamie,…
gedrag wordt omschreven door de overheid en er wordt een straf aangeplakt
I.2.1.3. Verlofbepalingen
- Verlofbepalingen = algemene regels v/d overheid die ons iets toelaten.
ze verplichten of verbieden niks
je mag dit doen
Bv: huwen, echtscheiding aanvragen, eigendomsrecht
I.2.1.4. Belovende regels
- Belovende regels = algemene regels v/d overheid die iets beloven.
een belofte die je in het vooruitzicht wordt gesteld
Bv: recht op arbeid, recht op behoorlijke huisvesting, recht op sociale zekerheid
- TOEPASSING: Recht op arbeid: je wordt niet verplicht om te werken en het wordt ook niet
verboden, maar je hebt het recht om te werken
de overheid moet haar best doen om zo goed mogelijk te streven naar het recht op arbeid voor
iedereen, dus zo min mogelijk werkeloosheid
(ze hebben ons beloofd dat je kan werken)
I.2.2. REGELS TOEPASBAAR NA KEUZE
( 2de categorie/soort van normen)
- Regels toepasbaar na keuze = regels die eerst een keuze veronderstellen.
Bv: regels over het huwelijk, regels over het werken in loondienst, regels over het huren/verhuren
van je/een huis, adoptie,…
- Voor de meeste voorkomende keuzes in je leven, probeert het recht een set regels aan te bieden.
(bv: hoe zit dat met geld in je huwelijk?)
je kan zo’n regels vermijden
bv: door geen huis te verhuren, niet aan adoptie te doen,..
, 3
I.2.3. WILSAANVULLENDE OF SUPPLETIEVE REGELS
(3de categorie/soort van normen)
- Het recht gaat er vanuit dat hij/zij eigen keuzes moet maken en dat de overheid hier zich zo min
mogelijk mee moet moeien
gaat op 2 manieren:
1. Regels toepasbaar na keuzes
2. Door regels een wilsaanvullend karakter te geven
= uw wil gaat voor.
veel regels zijn toepasbaar zover u geen andere regels maakt
Bv: in een contract andere regels maken zoals een huurcontract v/e kot
je kan in contracten afwijken van regels
Bv: je gaat trouwen, wat is in het huis van wie?? (huwelijkscontract bij notaris)
= reservebank v/h recht.
want jij bepaald eerst de regels
- Suppletief: je mag v/d regels afwijken
maar als je niet afwijkt zijn ze wel bindend
- Dus reserveregels zijn bindend
maar eerst heb je de keuze om zelf tot een overeenkomst te komen
I.2.4. TECHNISCHE REGELS
( 4de categorie/soort van normen)
- Technische regels = regels leggen geen bepaald gedrag op
maar onderwerpen de gedragsregels zelf aan een aantal randvoorwaarden en voorschriften
Bv: over termijnen, over aantal exemplaren, handtekeningen
I.3. Recht en de maatschappelijke orde
- Recht is een mensenwerk, een product v/d overheid
dus het wijzigt
- Afhankelijk van wie de verkiezingen wint, zullen de normen wijzigen
heeft met maatschappelijk orde te maken: want overheid maakt het recht
het is een maatschappelijk product
bv: in Nederland is de pensioenleeftijd anders dan die van in België o.b.v. keuzes, normen,
waarden,…
- Waar er een samenleving is, is er recht. (ubi societas, ibi ius)
omdat je in een samenleving, dingen moet kunnen regelen
- Waar er recht is, is er een samenleving (ubi ius, ibi societas)
, 4
- In hedendaagse welvaartsstaat wordt recht meer en meer instrumenteel gebruikt
d.w.z. als een instrument van sturing en beleid
als een middel om maatschappelijke veranderingen op sociaal, economisch en cultureel vlak te
bewerkstelligen.
o Minder en minder is het recht gericht op het handhaven
van reeds geaccepteerde maatschappelijke normen en het bewaren van orde
o Te sterke nadruk op “recht als middel”
I.4. Recht en gezag
- Recht is verbonden met
de begrippen (staats)gezag en sanctie:
o Binding tussen recht en gezag
dient vanuit 2 standpunten onderzocht te worden
1) Het probleem v/h uitvaardigen v/h recht
2) De vraag: “Wie staat in voor de naleving v/d rechtsregels?”
o In moderne samenleving
wordt recht uitgevaardigd door de rechtsvormende organen v/d gemeenschap
die door deze gemeenschap zelf, via vrije verkiezingen aangesteld worden
- Het wezenlijk kenmerk v/d Staat is de soevereiniteit = het hoogste, absolute staatsgezag. De
soevereiniteit v/e staat houdt in dat deze juridisch onafhankelijk is van andere staten, waaronder
valt dat een staat eigen beslissingen kan nemen over hoe de staat zich opstelt tegen andere staten
en de eigen burgers.
- Gezag = overheid
HOOFDSTUK II. DE INDELINGEN VAN HET RECHT
II.1. Rechtstakken – Publiekrecht en privaatrecht
- Verschil doel:
o Publiekrecht
de verdediging (waarborging) v/d algemene belangen v/d overheid
Bv: de gemeenschappen
o Privaatrecht
de private belangen van de mens beschermen (van particulieren)
Bv: u als huurder, u als eigenaar, u als koper,…
- Aard:
o Privaatrecht
uw private belangen waar je over mag afwijken
suppletief (horizontaal)
Bv: huur, verkoop, handelsrecht
o Publiekrecht
bindende regels, niet suppletief (verticaal karakter: burger t.a.v. overheid)
Bv: (belastingen), strafrecht, fiscaalrecht