GENEESKUNDIGE ZIEKTELEER
VAN DE GROTE HUISDIEREN
Op het examen vooral symptomen herkennen, ddx kunnen geven en behandeling. Examen heeft 25 MK vragen.
HUIDAANDOENINGEN
Huidaandoeningen zijn primair of secundair. Er is altijd een algemeen
OZ nodig, ook bij huidklachten. Tijdens de anamnese vragen we
specifiek naar de duur van het probleem, start, evolutie,
behandelingen die eventueel toegepast zijn, is er jeuk, contact met
andere paarde/dieren, meerdere dieren aangetast etc.
Primaire huidaandoeningen:
- Macula / vlek
- Papula /plaque: vaste massa in de huid of subcutaan
- Pustule/abces: holte met etter
- Vesikel/bulla: met helder vocht gevulde oppervlakkige holte
- Zwelling (wheal): oedemateus letsle
- Nodule: vaste massa in huid of subcutaan
- Cyste/tumor
Secundaire veranderingen zijn vaak schilfers, alopecie, erosies, pigment veranderingen etc.
Haar onderzoek kunnen we microscopisch doen ofwel macroscopisch. Ook kunnen we een biopsie doen.
Wanneer we vooral telogeen haar in overmaat zien betekend dit dat er geen normale haarcyclus gaande is > dit
kan door verschillende oorzaken komen. Soms zien we kapotte haren door likken, schuren etc.
INFECTIEUZE HUIDAANDOENINGEN
VIRALE HUIDAANDOENINGEN
Virale huidaandoeningen zijn primair meestal minder erg, we zien wel ernstige complicaties als hierbij een
secundaire aandoening komt zoals necrobacillose. Deze secundaire besmettingen zien we vaak bij kalveren thv
de tong doordat ze wondjes krijgen door het zuigen.
Papuleuze stomatitis (parapox bovis-1 virus): geeft rode puntjes op mond en neusspiegel bij jonge kalveren.
Infectie verloopt vaak symptoomloos dus een behandeling is niet nodig. Wel is het een zoönose.
Vesiculeuze stomatitis: komt voor in amerika bij paard, rund en varken. Is aangifteplichtig en lijkt op MKZ en
blaasjesziekte bij het varken.
Mond en klauw zeer (MKZ): zeer besmettelijk picornavirus dat vesiculeuze letsels en later erosieve letsels geeft
thv mond, neusspiegel, tepels, tussenklauw en kroonrand > aangifteplichtige ziekte.
BKK: boze katharaal koorts is minder erosief thv de mond mucose en komt voor op bedrijven waar zowel
schaap als rnd samen worden gehouden. Schaap is de normale eindgastheer, maar rund niet. Bij BKK zien we
vooral conjunctivitis thv de ogen. Behandeling: schapen verkopen. BKK is in DDx met MKZ en BVD en
blauwtong.
BVD: de mucosale aandoening van BVD geeft aantasting vaan de mucosa van het SVS en erosieve letsels. Ook
deze aandoening is in DDx met MKZ. Diagnose van BVD dmv antistof ELISA in het bloed. BVD is bijna uitgeroeid
door de ear notch. De eerste symptmen van BVD zijn diarree en later ook intra-uteriene infecties bij drachtige
dieren bij een vroege dracht zien we misvormingen, midden dracht persisterend virus in kalveren en tijdens
de late dracht is het kalf volledig gezond door aanwezigheid van het immuunsysteem.
1
,Blauwtong: blauwtong wordt overgedragen door muggen. Het orbivirus vermeerderd in witte bloedcellen
(marcos en lymfos) en in endotheelcellen > deze in endotheelcellen geeft huidveranderingen zoals oedeem van
de kop en lippen, oedeem van de distale ledematen en rode kroonrand. Vooral bij schaap zeinw e een
cyanotische tong. Erosies en ulcera zien we vooral bij het schaap op de lippen en mond, bij het rund meer
discreet aanwezig.
Papillomatose: komt zowel bij paard als rund voor. Bij het paard zien we een zelf limiterende infectie op de
neusspiegel, lippen, kop en distale ledematen. Soms zien we aurale plaques bij het paard met wratachtige
letsels aan de binnenkant van de oorschelp > ook stabiele letsels die vaak niet behandeld worden.
Bij het paard zien we soms sarcoïd dat is een vorm van papillomatose veroorzaakt door boviene
papillomavirus. Deze huidtumoren zijn lastig te behandelen. Elke knobbel bij het paard in DDx brengen met
sarcoïd. Beste nemen we een biopt van zo’n knobbel, maar hierbij moet je in je achterhoofd houden dat je
door biopt name de tumor kunt activeren.
Papillomatose bij het rund is normaal zel limiterend, maar als het niet zelf weggaat kan het dier onderliggende
problemen hebben (immunodeficiëntie). Bij het rund doen we geen biopt name.
Symptomen DDx
MKZ Eerst blaasjes en later erosieve Vesiculeuze stomatitis,
letsels thv mond, neusspiegel, blaasjesziekte varken, BKK, BVD,
tepels, tussenklauw en kroonrand blauwtong, paillomatose.
BACTERIËLE HUIDAANDOENINGEN
Dermatofilose: is een zoönose veroorzaakt door dermatofilus congolensis. Komt vooral op wanneer er wonden
zijn en vochtige omstandigheden (modder etc.). we zien korsten met etter waarvan we een swab kunnen
nemen > microscopisch te bekijken. Hier kan gemakkelijk sec. staphylococcus op slaan.
https://www.amcra.be/nl/over-amcra
Op deze site staan aangeraden behandelingen en eventuele kans op AB-resistentie etc.
Algemene aandoeningen: impetigo, folliculitis, furunculosis, lymfangitis en abcessen.
Impetigo is een oppervlakkige bacteriële infectie zonder aantasting van de haarfollikels, bij folliculitis is dit wel
aan getast bacteriën dei we zien zijn staphylococcus aureus, s. intermedius, s. hyicus en s. equi –
zoöpepidemicus.
Furunculosis is een meer diffuse ontsteking, die onder de huid kan voorkomen, met eventueel etter vorming
bacteriën die we nu zien zijn staphylococcen, streptococcen , pseudotuberculose en rhodococcus.
Vooral bij furunculosis kan thv de ledematen Lymfangitis ontstaan > vaak na trauma kan een heel lichaamsdeel
aangetast worden hierbij AB gebruik systemisch nodig.
Abcessen vaak veroorzaakt door pseudotuberculose.
Ddx: voor bacteriële huidaandoeningen zien we weinig jeuk. Bij parasieten en allergische reacties zien we wel
jeuk. Bacterieel zien we wel veel pijn. Wel als de huidbeschadiging secundair is aan zomereczeem of jeuk kan
sec. wel een bacteriële infectie voorkomen met jeuk.
Facial dermatitis: ontsteking thv de kop/neusrug bij het schaap.
DDx:
- Primair bacterieel: staphylococcus aureus of dermatofilus > aanpakken door lokale verzorging en
eventueel AB.
- oorzaken tot kwetsuren thv de kop (voederbakken)
- echtyma bij IS onderdrukking of na transport met stress > lokaal verzorgen en gaat vaak spontaan
over, eventueel vaccinatie
- en tot slot pithomycotoxicosis (=fotosensibilisatie met necrose van de minder behaarde delen) > is het
een secundaire sensibilisatie? bv. leverschade/ door opname schimmel of fasciola of is het een
primaire sensibilisatie door opname van o.a. sint-jans kruid.
Pseudotuberculose: abcederende letsels thv lymfeklieren, kop, lies en uier. Heel soms komt het voor bij het
paard. Veroorzaakt door corynebacterium pseudotuberculosis, dit is een zoönose en zien we vooral bij
geit/schaap.
2
,Lokale folliculitis behandelen we lokaal met AB zalf en/of antiseptica. Diepgaande letsels vereisen een
langdurige systemische AB therapie, beste met een antibiogram en eventueel met een ontstekingsremmende
therapie. Een behandeling van 3 dagen of tot 10 dagen NA het verdwijnen van de symptomen is nodig bij een
uitgebreide folliculitis. Bij sec. lymfangitis kan soms zelfs 6 weken therapie nodig zijn. abcessen moeten
gedraineerd worden.
Botryomycose: aparte vorm van stafylococcen infectie. Is eigenlijk geen mycose maar een chronische
granulomateuze tot pyemische huidontsteking die optreedt waarbij het proces door het organisme
onvoldoende beperkt kan worden > we zien blijvende ontstekingen die vaak klein start maar enorm kan
uitbreiden. Ledematen zijn gepredisponeerd doordat we daar vaak kwetsuren zien.
DDx:
- sarcoïden (vooral bij eq > dan is een biopt nodig)
- habronema (parasitaire infectie)
dus biopt nemen en histologie laten doen. eventueel antibiogram aanleggen.
Roetbiggen: veroorzaakt door s. hyicus. De dieren hebben een pustulaire tot crusteuze dermatitis met vaak een
vochtig aspect en ranzige geur. Na aanleggen biogram wordt een AB toegepast op probleem bedrijven.
Anaëroben infectie: niet perse een huidaandoening, maar is een ontsteking die dieper ontstaat en uitbreid met
necrose naar de huid toe. vaak infectie met clostridium kan aanleiding geven tot gasgangreen waarbij secundair
erge huidnecrose optreedt. In acute stadium penicilline IV in hoge dosis en BEST symptomatische therapie >
draineren voor anaëroob milieu en spoelen met peroxide (zuurstof). In chronisch stadium is een langdurige en
aangehouden wondverzorging nodig.
Erysipelothrix rhusiopathiae: eigenlijk een systemische aandoening, ook wel de vlekziekte met koorts, anorexie
en rode huidletsels. Ook weer penicilline en er is een vaccin beschikbaar.
Bacteriële aandoeningen zijn vaak secundair aan huidleasies etc.
SCHIMMELINFECTIES
Dermatofytose: ook een zoönose. Bij rund vooral trichophyton verrucosum (verrucosum= wratachtigen) >
meer proliferatief met korsten. Bij paard zien we meer alleen alopecie. Komt vaak thv de kop voor maar soms
ook gegeneraliseerd. Behandeling met antimycoticum enilconazole (imaverol) (lokaal behandelen door
wassen). Bij grote HD kunnen we alleen lokaal behandelen > geen systemische behandeling op de markt. 2x
wassen met een dag of 3-4 ertussen. Tot slot is er een vaccin beschikbaar voor sterk besmette bedrijven.
trichophyton equinum komt voor bij het paard met alopecie. Ook weer topicaal behandelen en materiaal zoals
zadel etc wat in contact is geweest met het dier. Weer met imaverol ontsmetten.
Microsporum equinum of m. gypsium geeft wel grote knobbels op de huid.
PARASITAIRE HUIDINFECTIES
Schurft: grote problemen bij de dieren
Paard Chorioptes: pootschurft vooral bij paarden met veel beenbehang een groot probleem. We zien enorm
veel jeuk met haarverlies (klassieke vorm) en soms zien we de uitgebreide ziltpoten met wildvlees, jeuk en
dieren die er aan kapot gaan > hier ligt onderliggend vaak een ras predispositie van bepaalde trekpaarden die
een gestoorde lymfedrainage hebben.
Lastig te behandelen indien we ziltpoten zien, we behandelen lokaal: haren wegnemen en foxim (off label)
toedienen en eventueel fipronil (via cascade regeling). Bij runderen amitraz niet bij paard door koliek
symptomen.
Rund chorioptes en psoroptes: bij chorioptes zien we vooral thv de ledematen en achterhand en psoroptes
thv de rug en hoofd(dorsaal). Melkvee rassen krijgen vooral choriptes thv achterhand en vleesrunderen
psoroptes. Diagnose: aan de hand van de lokalisatie. Door schuren zien we eventueel secundair bacteriële
infecties en soms zien we hematomen dor het schuren. Behandelen chorioptes: eprinomectine die GEEN
wachttijd heeft > chorioptes is hier gevoelig voor. Voor psoroptes behandelen we met: macrocyclische lactonen
injecteren en korsten verwijderen eventueel amitraz of een pour-on zoals flumetrine gebruiken (bij ernstig
3
, aangetaste bedrijven best systemisch behandelen). Het is belangrijk dat we minstens 2 x behandelen met
minstens 10 dagen ertussen.
Schaap psoroptes: wolschurft meestal samen met maagdarm nematoden.
Luizen:
Paard haematopinus asini (steekluis): komt voor thv de staart, manen en ledematen. En de bijtluis
werneckiella thv de hals, schoft en borstkas. We behandelen luizen met IVM systemisch > maar parasiet is
oppervlakkig dus nemen niet perse deze systemische IVM op of eventueel wassen met sarnacuran (cascade) of
insprayen met fipronil (enkel bij niet voedselproducerende dieren).
Rund ook vaak luizen met jeuk en irritaite. De dieren gaan continu likken thv de thorax. We zien weinig
haarverlies maar enorm veel irritatie (economisch dus goed om te behandelen). Behandelen met topische
middelen.
Hypoderma: Vooral bij rund bekend. Hypoderma bovis > veroorzaakt horzelbulten thv de achterste rughelft
tussen februari en juni > larven komen dan huid thv de huid. Behandelen met macrocyclische lactonen, beste
VOOR december omdat de larven dan kunnen migreren thv ruggemerg.
Parafilarose: bulten bij het paard. Lijkt ook op hypoderma bij het rund
Myiasis: vaak secundair aan beschadigingen door schuren/ een vieze achterhand de vliegen leggen dan
eitjes in deze wonden. Therapie: scheren en achterhand schoonhouden dus kijken wat het primair probleem is.
we zien beperkte huidbeschadiging, maar deze kleine openingen kunnen sterk aangevreten worden en volledig
ondermijnd worden over grote delen. Behandeling: IVM en lokaal spoelen met phoxime > vooral inspectie
belangrijk.
Vliegen: tabaus- stomoxys- simulium > zorgen vooral voor onrust en minder voor huidletsels. Stekende vliegen
kunnen wel nodulae veroorzaken met centrale steek opening (tabanus en stomoxys).
Simulium komt niet veel hier voor, maar wel in het zuiden zoals Frankrijk en Wallonië > als deze massaal steken
acute sterfte door anafylactische reactie.
Ventral midline dermatitis: een aandoening waarbij er thv de onder buik vaan paarden letsels zijn > knobbels
met jeuk etc. DDx:
- stekende vlieggen
- zomereczeem – cullicoides
- parafilaria
biopt nemen voor diagnose, ook is seizoen belangrijk (zomer vaak zomereczeem), wanneer slechts 1
dier is aangetast is de kans op allergisch fenomeen groter.
Microfilaria: parafilariose komt voor bij paarden thv borst/schoft en nek (ook ventral midline dermatitis). Als
deze microfilaria uitkomen zien we allemaal openingen thv de huid met jeuk in de zomer, focale ronde zones
met alopecie, schilfervorming en soms exsudaat met korstvorming. We zien dit vooral bij paarde uit oost-
europa. Een niet open gekomen knobbel > opendrukken en microfilaria onder de microscoop bekijken.
Wel endemisch is parafilaria bovicola > bij belgisch witblauw voorkomend en vooral bij oudere dieren omdat
deze minder frequent ontwormd worden.
Behandeling: macrocyclische lactonen.
Maagdarm nematoden die jeuk: vooral oxyuris kan irritatie geven rond het rectum tijdens het eileggen > geeft
aaneldiing tot schuren met staart en secundaire schuur letsels.
Strongyloides geeft ook aanleiding tot diarree, maar kan percutaan doordringen en jeuk geven > goed te
behandelen.
Besnoitiosis: een parasiet die er aan ziet te komen. Is een emerging disease en komt al voor in duitsland. Eerst
zien we koorts /griep en aantasting van de cornea nog later huidaantasting met schubbenhuid (ichtiosis).
Overdracht waarschijnlijk via de kat en transmissie via vliegen. Nog hoofdzakelijk door importgevallen. We
gaan NIET behandelen, maar opruimen om te verhinderen dat er verdere verspreiding voorkomt.
4