1.Didactische modellen en onderwijsstrategieën
1.1 Onderwijsniveaus
1.1.1 Macroniveau / macrostructuur
Bevoegdheid= Vlaams Parlement
Alles van onderwijs (behalve pensioenregeling en de diploma’s)
Decreten= een Vlaamse wet of regel uitgebracht door het Vlaams Parlement
Goedgekeurd? via omzendbrief een regelgeving (vertaalt voor onderwijs)
Eindtermen/ontwikkelingsdoelen per graad, per onderwijsvorm (TSO, ASO, BSO, KSO,
Basisonderwijs)
Eindtermen= minimumdoelen die de overheid noodzakelijk en bereikbaar acht voor een bepaalde
leerlingenpopulatie in het gewoon secundair onderwijs.
Minimumdoelen= een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes, bestemd voor die
leerlingenpopulatie.
Vakgebonden eindtermen & vakoverschrijdende eindtermen= VOETEN
Vakoverschrijdende eindtermen= minimumdoelen die niet specifiek behoren tot een vakgebied,
maar onder meer door middel van meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd.
Realisatie door LEERPLANNEN
Bevoegdheid leerplannen= inrichtende macht school of koepels en onderwijsnetten.
Uitingen macrostructuur:
Verschillende onderwijsniveaus (basis-, secundair-, en hoger onderwijs)
Schooltypes (ASO, TSO, BSO, KSO, BuSO)
Onderwijsnetten (gemeenschaps-, vrij-, gemeentelijk en provinciaal onderwijs)
Mens en maatschappij visie
Actueel vakconcept
Mens en maatschappij eisen
Eindtermen & ontwikkelingsdoelen voor basis- en S.O.
Leerplan LO voor elke graad (vakoverschrijdende eindtermen)
Jaarplan en periodeplan vd lkr
Schoolwerkplan LO
1
,1.1.2 Mesoniveau / mesostructuur
Bevoegdheden= school & scholengemeenschappen
Interne organisatie met eigen invulling
Geeft karakteristieken aan schoolcultuur
Individuele leraar & samenwerking van vakgroep zijn aanwezig
1.1.3 microniveau / microstructuur
bevoegdheden= leraar in de klas
stimuleren & opgang brengen van leer- en ontwikkelingsprocessen
optreden als opvoeder & organisator
directe contact leerling met leerkracht
Macroniveau/ -structuur => Maatschappij / beleid
Mesoniveau/ -structuur => School
Microniveau/ -structuur => Les/ leraar - leerlingen
= continuüm (wisselwerking en beïnvloeding!) TOP-DOWN & BOTTOM-UP
1.2 Didactische modellen
1.2.1 Een didactisch model als theoretisch kader
Didactiek heeft betrekking op een complexe realiteit waarin een aantal verschillende essentiële
aspecten, én de samenhang daartussen, een rol spelen.
Essentiële aspecten schematisch ordenen door observatie, analyseren, logisch en planmatig denken
1.2.2 Een modelachtige aanpak
Didactisch model= een vereenvoudigde weergave van de didactische werkelijkheid.
Geeft schematisch overzicht van de werkelijkheid
Maakt didactisch handelen doorzichtig en hanteerbaar
Zorgt voor theoretisch kader op basis van:
o Lesvoorbereidingen
o Genuanceerd met anderen in communicatie treden over didactische modellen
o Essentiële aspecten van het lesgeven herkennen bij observatie(stages)
De mate waarin werkelijkheid gereduceerd is (welke componenten al dan niet opgenomen zijn) zal in
sterke mate de praktische bruikbaarheid van het model bepalen.
1.2.3 De didactische driehoek
Afhankelijk van visie op onderwijs krijgt elk model een eigen invulling.
Driehoek omwentelt in functie van de visie die men hanteert.
2
, leerling Leerstof leraar
leraar leerstof leraar leerling leerling leerstof
Biedt onvoldoende hulp bij didactisch handelen
Didactisch model David Sasson
Leerpotentieel van de lerende: sociale,
cognitieve, psychomotorische en
dynamisch affectieve voorwaarden
Inhoud: specifiek of algemeen
Leerkracht: persoonlijkheid,
interactiestijl, professionaliteit.
Context: fysiek milieu/sociaal
milieu/organisatorische context
Leerpotentieel van de lerende:
Sociale voorwaarden: goed luisteren, boodschappen interpreteren, overleggen met anderen,
eigen mening naar voren brengen, instructies opvolgen…
Cognitieve voorwaarden: taal verstaan, nodige voorkennis, informatie kunnen opzoeken,
geheel en deel onderscheiden…
Psychomotorische voorwaarden: voldoende motorische basisvaardigheid, voldoende
bewegingsgevoel / -besef, vormspanning opwekken…
Dynamisch-affectieve voorwaarden: impulsiviteit bedwingen, graag willen leren, voldoende
zeker om risico’s te nemen, gemotiveerd om doelen te bereiken…
Beginvoorwaarden= verschillend van wat en hoe het geleerd wordt.
De inhoud:
Specifieke leerinhouden: duiden op leerinhouden die verbonden zijn met een bepaald
domein. (kennis, procedures…)
Algemene inhouden: verwijzen naar leerinhouden die over verschillende domeinen heen
bruikbaar zijn. (algemene principes, strategieën, processen, denkgewoonten…)
Algemeen leren is moeilijk zonder specifieke leerinhouden. aangehaald worden om wendbaarheid
te verhogen en ruime inzetbaarheid van de geleerde.
3