1
1. Basisbegrippen
Evidence Based Practise (EBP) Het kritisch bekijken en wetenschappelijk onderbouwen van je handelingen met wetenschappelijk onderzoek i.c.m.
kennis en ervaring als zorgverlener om beslissingen te nemen voor individuele cliënten.
uit Evidence Based Medicine (EBM)
Evidence : voor effectiviteit van interventies en behandelingen
3 pijlers waarop EBP is gebaseerd :
- Evidentie : beste bewijsmateriaal via wetenschappelijk onderzoek
- Voorkeuren, ervaringen, mogelijkheden en wensen van cliënt
= pt. zijn mondiger
- Klinische ervaring, inzicht en kennis van zorgprofessional
5 stappen van EBP
- vertalen klinisch probleem naar beantwoordbare onderzoeksvraag (PICO)
- wetenschappelijke literatuur (= bewijsmateriaal) om onderzoeksvraag zo goed mogelijk te beantwoorden
adhv. trefwoorden
- kritisch beoordelen gevonden bewijsmateriaal op methodologische kwaliteit en toepasbaarheid
- vertalen onderzoek naar geschikte toepassing in praktijk
= vraag beantwoorden
- evalueren van resultaat en toepassing in praktijk
Dus : kritisch, zorg in vraag stellen, meewerken protocollen, bijscholing, richtlijnen…
Onderzoek Doelgericht proces waarbij men op een systematische manier op basis van onderzoek ontwerp, data verzamelt en analyseert,
om op een betrouwbare en valide wijze onderzoeksvragen te beantwoorden die deel uitmaken van een probleemstelling.
Doelgericht : beantwoorden van onderzoeksvragen
Onderwerp Vooraf afgebakend (binnen onderzoekskader vakgebied of opleiding) : zorgvuldig opstellen probleemstelling
Naar aanleiding probleem of situatie praktijk : formuleren onderzoeksvraag.
Abstract Probleemstelling beschrijft wat klinisch probleem of onduidelijkheid is dat opgelost moet worden, centraal in onderzoek.
= korte sv Goed: geeft context, probleem en relevantie weer.
Nadruk op: etiologie, diagnose, prognose of therapie / interventie.
Doelstelling (objectives) Doel dat men wilt realiseren, iets wat je wilt bereiken.
Relevantie weergeven : theoretisch / maatschappelijk.
Vraagstelling Gebruik uitkomsten van probleemanalyse om vraag te formuleren.
Onderzoeksvraag en deelvragen die je met onderzoek wilt beantwoorden.
PICO methode voor het formuleren van onderzoeksvragen (p.26-28)
P : Patiënt over welke patiënten wil je met onderzoek uitspraken doen,
kenmerken pers. over wie onderzoek gaat
I : Intervention interventie of behandeling waarvan je effect onderzoekt, factor
waarvan je relatie met uitkomst onderzoekt
C : Comparison een andere behandeling, factor of test, waarmee je
onderzochte interventie vergelijkt
soms vergelijken met: ‘geen interventie’
O : Outcome
welke uitkomst staat centraal in onderzoek, wat verwacht je?
Valkuilen: pg. 31
Methods
Results
Beoordelen op methodologie : inzicht nodig in onderzoeksdesign1 (spelregels wetenschappelijk onderzoek)
1
hiervan zullen betrouwbaarheid, validiteit en generaliseerbaarheid afhangen.
, 2
3. Soorten onderzoek
1. Doel
2. Grondvorm : soort gegevens
3. TIjdsperspectief
4. Onderzoeksdesign (opzet, ontwerp)
2.1. Verschillende doelen
1. Beschrijvend Onderwerp dat je wilt onderzoeken wordt in kaart gebracht
2. Explorerend Op zoek gaan naar verbanden of verklaringen
3. Toetsend Hypothese2 of effect van interventie onderzoeken
Bijkomend : definiërend, vergelijkend, verklarend, voorspellend, evaluerend, voorschrijvend
2.2. Verschillende grondvormen
1. Kwantitatief onderzoek
2. Kwalitatief onderzoek
2.2.1. Kwantitatief onderzoek
Kwantitatief onderzoek onderzoek waarbij bij groot aantal proefpersonen gegevens verzameld worden die makkelijk in
cijfers zijn uit te drukken.
Onderzoeken van onderwerp in de breedte
- verschillende informatie over onderwerp. Verzamelen zonder diepte
- Nagaan hoe verschillende informatie samenhangt of verband houdt
- onderzoeker staat los van onderzoek
Hoe gegevens verzamelen Bestaande gegevens of enquêtes, experimenten : methoden pg. 96
Verkregen informatie Meetbare uitkomsten, resultaat in cijfermateriaal (objectiveerbare data)
Verwerking Statische analyse
Grootte steekproef Voldoende groot en representatief mogelijk
2.2.2. Kwalitatief onderzoek
Kwalitatief onderzoek Onderzoeken van onderwerp in de diepte
- op zoek naar belevingen, verwachtingen van mensen en betekenissen die bepaalde
gedragingen voor hen hebben
- streven naar diversiteit en rijkdom informatie onderzochte doelgroep
- onderzoeker deel van onderzoek
Hoe gegevens verzamelen Interviews, focusgroepen, observaties tot je geen nieuwe informatie krijgt = saturatie
Verkregen informatie Subjectieve data : beleving, ervaring, verwachtingen (geen cijfermateriaal)
Verwerking Inhoudsanalyse : dataverzameling en -analyse verlopen gelijktijdig.
Grootte steekproef Klein
Beide grondvormen zijn gelijkwaardig en kunnen complementair zijn. Een onderzoek kan kwantitatief en kwalitatief zijn.
2.3. Verschillende tijdsperspectieven
2
geeft weer welke uitkomsten je als onderzoeker verwacht of voorspelt. Kan 1. gericht of 2. ongericht.
1. vooraf al idee over richting die verband aan zal nemen. 2. vooraf geen duidelijke verwachtingen verband.