Alle stof deeltentamen A - Grondslagen van het recht voor sociale wetenschappers Samenvatting - Grondslagen van het recht: Hoofdlijnen
Samenvatting alle stof Grondslagen van het Recht (201100073)
Samenvatting Grondslagen van het recht: Hoofdlijnen, vak 'recht & bestuur'
Alles voor dit studieboek (13)
Geschreven voor
Universiteit Utrecht (UU)
Sociologie
Grondslagen Van Het Recht
Alle documenten voor dit vak (1)
1
beoordeling
Door: enicedekkerkleijn • 1 maand geleden
Verkoper
Volgen
kirstenolthuis
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Literatuur Grondslagen van het Recht
Week 1
1.1 Hoofdlijnen Hoofdstuk 1
Functies rechtsregels:
1. Rechtsregels verschaffen ons informatie
2. We weten op grond daarvan hoe we ons behoren te gedragen
3. Ons leven wordt bepaald en gestuurd door rechtsregels
Behalve algemeen aanvaarde regels in het maatschappelijk verkeer zijn er ook groepsregels (bepalen
hoe leden van de groep zich moeten gedragen), morele regels (normen en waarden die betrekking
hebben op fundamentele levensvragen) en regels van beroepsethiek (hoe het beroep op een juiste en
zorgvuldige wijze uitgeoefend moet worden). Sociale regels kunnen soms in strijd zijn met
rechtsregels.
Functies rechtssysteem:
1. Het scheppen van sociale orde.
2. Het bevorderen van niet-gewelddadige conflictbeslechting.
3. Het garanderen van de individuele ontplooiing en autonomie van burgers.
4. Het bewerkstelligen van een zo rechtvaardig mogelijke verdeling van schaarse goederen.
5. Het kanaliseren van sociale verandering.
De belangrijkste functies van organen van de staat:
1. Wetgeving: het vaststellen van algemene regels.
2. Bestuur: de overheid stelt overheidsorganen in die regels uitvoeren, toepassen of op de
naleving ervan toezien.
3. Rechtspraak: rechter is het orgaan dat oordeelt of de overtreding van rechtsregels
daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
Soorten rechtsregels:
1. Gedragsnormen: rechtsregels kunnen een gedraging gebieden, verbieden of toestaan.
2. Sanctienormen: een regel die aangeeft wat degene die zich niet aan een gedragsnorm houdt te
wachten staat.
3. Bevoegdheidsverlenende normen: geven staatsorganen een bepaalde macht. Die macht kan
inhouden dat een staatsorgaan rechten en plichten vaststelt of bepaalde handelingen verricht.
Ideaal recht is het recht dat men wenst en nastrevenswaardig vindt. Dit zal per individu en per
groep verschillen. Het recht in het echt is net even
anders. Dit bestaat uit de volgende onderdelen:
- Positiviteit: het recht in een bepaalde gemeenschap
door mensen vastgesteld of erkend. Het positieve
recht kan in zijn geheel of gedeeltelijk samenvallen
met het ideale recht. Rechtvaardigheid en het ideale
recht fungeren als toetssteen van positief recht.
- Gelding: een rechtsregel heeft op een bepaalde
plaats en tijd voor een bepaalde groep personen
aanspraak op gehoorzaamheid. De rechtsregel legt
rechten, plichten of bevoegdheden vast die in het
algemeen juridisch afdwingbaar zijn.
, - Effectiviteit: of het recht in het algemeen daadwerkelijk wordt gehoorzaamd, toegepast of
gehandhaafd.
Twee betekenissen van het recht:
- Objectief recht: bestaat uit de verzameling van alle Nederlandse rechtsregels
- Subjectief recht: bevoegdheid of aanspraak (bv. eigendom).
Voorbeelden van grondrechten zijn: recht op gelijke behandeling, vrijheid van meningsuiting, vrijheid
van godsdienst. Subjectieve plicht is een plicht wat men ten aanstaan van zichzelf of anderen moet
volgen (bijvoorbeeld het dragen van een helm op een motor of het geven van loon aan een
werknemer).
1.2 Hoofdlijnen Hoofdstuk 2
Een codificatie is een poging alle rechtsregels op een rechtsgebied op systematische wijze in een
wetboek (codex) op te nemen. De leidende gedachte achter de codificatie was dat op deze wijze het
recht zo volledig en duidelijk mogelijk vastgelegd werd.
Klassiek is de indeling van het nationale recht in drie rechtsgebieden: privaatrecht, staats- en
bestuursrecht en strafrecht. Het staats- en bestuursrecht en het strafrecht worden tot het publiekrecht
gerekend, dat wordt onderscheiden van het privaatrecht. Functionele rechtsgebieden hebben
betrekking op een bepaald (maatschappelijk belangrijk) thema. Dit kan zowel privaatrechtelijke als
publiekrechtelijke rechtsregels over een bepaald onderwerp bevatten.
Nationale recht
Privaatrecht Staats- en bestuursrecht strafrecht
(tussen burgers)
Publiekrecht
(tussen overheidsorganen en
burgers)
Van oorsprong regelt privaatrecht de juridische relaties tussen
burgers, terwijl publiekrecht betrekking heeft op de verhoudingen tussen overheidsorganen onderling
en tussen overheidsorganen en burgers. De rechtsverhouding in het privaatrecht kenmerkt zich doordat
betrokkenen dit recht gebruiken om hun eigen belang te behartigen, terwijl bij het publiekrecht de
overheid optreedt ter behartiging van het algemeen belang. Ook is bij privaatrecht er sprake van een
burgerlijke rechter en bij publiek recht wordt er beroep gedaan op een bestuursrechter. Burgers kunnen
zelf ook geen einde maken aan de procedure bij publiekrecht.
Publiekrecht
- Staats- en bestuursrecht
o Staatsrecht: regels geven aan welke organen er zijn en met welke taken en
bevoegdheden deze zijn bekleed. De nationale wetgever stelt rechtsregels vast die
voor heel Nederland gelden. Provincies en gemeentes kunnen dit voor hun gebied
doen.
De belangrijkste staatsrechtelijke regelingen zijn het Statuut (hele Koninkrijk
der Nederlanden) en de Grondwet (Nederland).
2 soorten grondrechten: klassieke grondrechten (= rechten die de burger een
sfeer garanderen waarbinnen de overheid niet makkelijk kan optreden, alleen
met echt goede redenen, bijv. vrijheid van meningsuiting) en sociale
grondrechten (=grondrechten die geen staatsonthouding eisen, maar juist van
, de overheid vragen om op te treden, bijv. wet
om werkgelegenheid te bevorderen).
o Bestuursrecht: regels geven aan wat het
bestuursorgaan mag ten opzichte van de burger.
Voorbeelden zijn de belastingdienst, DUO,
het gemeentebestuur
Van groot belang voor de burgers zijn de
algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Ze schrijven voor met welke factoren de
overheid rekening moet houden als ze een
besluit neemt dat een burger raakt.
- Strafrecht: bestaat uit rechtsregels die de feiten die strafbaar
zijn gesteld en de straf die kan worden opgelegd aangeven. Er
zijn tal van wetten waarin ‘losse’ strafbepalingen voorkomen
buiten het strafwetboek, bijv. in verkeersovertredingen en -misdrijven van de
Wegenverkeerswet.
Privaatrecht
Het privaatrecht regelt rechtsverhoudingen tussen burgers onderling. Het eerste kenmerk van
privaatrechtelijke relaties is dat de partijen in beginsel gelijkwaardig zijn. Het tweede kenmerk is dat
partijen hun juridische relatie zelfstandig mogen regelen binnen de grenzen die rechtsregels aangeven.
Het belangrijkste en grootste stelsel van regelingen in het privaatrecht is het Burgerlijk Wetboek
(BW). Dit bestaat uit 10 boeken: personen- en familierecht, rechtspersonen, vermogensrecht, erfrecht,
zakelijke rechten, verbintenissenrecht, enkele bijzondere
overeenkomsten, verkeersmiddelen en vervoer,
intellectuele eigendomsrechten en internationaal
privaatrecht.
Rechtsregels worden ook nog op andere manieren
ingedeeld:
- Onderscheid tussen dwingend en aanvullend recht
o Dwingend: rechtsregels waar de
betrokkenen niet van mogen afwijken
o Aanvullend: rechtsregels waar
betrokkenen juist wel van mogen
afwijken, bijvoorbeeld wanneer partijen
niet onderling een regeling voor hun
onderlinge relatie hebben getroffen, kan
dit gedaan worden met aanvullend recht.
- Onderscheid tussen formeel en materieel recht: het onderscheid tussen materieel en formeel
recht correspondeert met dat tussen regels die aangeven welke rechten en plichten er zijn en de
regels die aangeven hoe men zijn recht kan halen bij de rechter
o Materieel: geven aan welke rechten, plichten en bevoegdheden de burgers tot wie de
regel zich richt aan die regel kunnen ontlenen.
o Formeel: regels waarmee materiële rechten kunnen worden gehandhaafd, kunnen
worden waargemaakt.
- Onderscheid tussen internationaal en nationaal recht
o Internationaal: rechtsregels die staten of internationale organisaties hebben vastgesteld
en aangeven hoe deze zich ten opzichte van elkaar of tegenover hun onderdanen
hebben te gedragen. Dat is recht tussen staten en recht met betrekking tot
internationale organisaties (bijv. VN of Europese Unie)
, o Nationaal: recht dat binnen nationale staten tot stand komt en gelding heeft.
1.3 Hoofdlijnen Hoofdstuk 3
Is een regel een rechtsregel?
1. Soort regel: een rechtsregel is een andere soort regel dan ander sociale regels. Bijvoorbeeld
doordat deze voor iedereen geldt of doordat deze afgedwongen kan worden. Maar ook morele
regels hebben de pretentie dat ze voor iedereen gelden en kan soms als meer dwingend voelen
dan een rechtsregel. De aard van de regel bepaalt dus niet of een regel een rechtsregel is.
2. Onderwerp van de regel: onderscheiden rechtsregels zich van andere sociale regels door dat
wat geregeld wordt? Ook hierop is het antwoord ontkennend. Soms overlappen morele regels
met rechtsregels, en soms niet.
3. Herkomst van regel: een regel is een rechtsregel omdat hij afkomstig is van bepaalde
instanties.
Formele rechtsbronnen
De internationale rechtsbronnen zijn, in tegenstelling
met onze nationale rechtsbronnen, wel schriftelijk
vastgesteld. Van de formele rechtsbronnen
onderscheidt men de materiële rechtsbronnen.
Daaronder verstaat men de factoren die invloed
hebben gehad op de inhoud van rechtsregels. Men
kan de volgende formele rechtsbronnen
onderscheiden:
Van nationale oorsprong:
1. Wet: = een besluit dat algemene regels bevat,
afkomstig van een overheidsorgaan dat
bevoegd is tot het geven van zulke regels. De
wet is algemeen en afkomstig van een
staatsorgaan dat de bevoegdheid heeft een
wet te maken.
2. Jurisprudentie: = gezaghebbende rechterlijke
uitspraken die een nieuwe rechtsregel
bevatten. Een rechterlijke uitspraak gaat
algemeen werken en wordt in soortgelijke
gevallen toegepast. Het komt ook voor dat de
rechtsregel onduidelijk is. Een voorbeeld is
de open norm. Jurisprudentie en de wet gaan
hand in hand: bij veel wetsbepalingen is wel
jurisprudentie te vinden waarin die
bepalingen door de rechter worden uitgelegd.
a. Verschil jurisprudentie en wet:
i. Rechterlijke uitspraken worden niet van overheidswege bekendgemaakt in
een officieel blad, wetten wel.
ii. Rechterlijke uitspraken zijn afkomstig van een orgaan dat wettelijk geen
wetgevende taak heeft
iii. Rechterlijke uitspraken zijn in beginsel alleen bindend voor de partijen in dit
concrete geval. Rechten en plichten van anderen veranderen niet.
3. Ongeschreven recht: gewoonterecht en ongeschreven rechtsbeginselen:= rechtsbron die wat
hoeveelheid regels betreft in de schaduw staat van jurisprudentie en wet.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kirstenolthuis. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.