Een samenvatting van alle individuele teksten uit de derde reader van het vak 'Seminarie wetenschappelijke werkwijze' in de richting Communicatiewetenschappen aan de VUB. De samenvatting is in het Nederlands om perfect verstaanbaar te zijn en moeilijke concepten makkelijker te omschrijven.
Stuart Hall is een cultuurtheoreticus en een socioloog. Hij is één van
de grondleggers van de Britse cultural studies of The Birmingham
School of cultural studies.
Hall haalt in zijn werk 2 breuken aan, namelijk culturalisme en
structuralisme. Hall is namelijk van mening dat breuken belangrijk zijn om
te gaan studeren.
Culturalisme
Als eerste bespreekt hij het culturalisme. Ook culturele studies zijn
ontstaan uit een breuk in de jaren vijftig. Er zijn 3 belangrijke boeken
namelijk:
1. Hoggart: “ The uses of Literacy”, gaat over het cultuurdebat in de
massamaatschappij en over de patronen van de arbeidersklasse
2. Williams: “ Culture and society”. Geeft belangrijke reactie weer op
veranderingen in ons sociaal, economisch en politiek bestaan. In dit
boek vestigde hij de cultuur-en-samenlevingstraditie.
3. Thompson: “ The making of the English Working Class”. Dit boek plaatst
zich in de marxistische geschiedschrijving en maakt een breuk met de
economische benadering en een organisatorisch determinisme.
Deze 3 boeken vormden de scheiding waaruit culturele studies
voortkwamen, ze vormden een antwoord op de spanningen die er in die
tijd ontstonden. Ze dwongen de lezer na om zelf na te denken over de
stelling die vervat zat in het woord “cultuur”. In het woord zitten namelijk
allerlei vraagstukken die rechtstreeks voortvloeien uit de grote historische
veranderingen.
,Deze gedachtegang viel samen met de agenda van het beginnende nieuw-
links. Al deze schrijvers behoorden hier ook bij. Deze verbinding plaatste
de “ politiek van wetenschappelijk onderzoek” in het centrum van
culturele studies.
Williams geeft in zijn boek twee verschillende omschrijvingen voor het
woord cultuur:
1. Cultuur is het geheel van beschrijvingen die samenlevingen tot hun
beschikking hebben om de gemeenschappelijke ervaringen te
begrijpen en te onderzoeken. Bij deze definitie wordt het begrip
gedemocratiseerd en gesocialiseerd. Het gaat niet langer om het
idee van perfectie, cultuur is iets alledaags.
2. De tweede benadering is meer antropologisch. Cultuurtheorie wordt
hier gedefinieerd als het onderzoeken van de relaties tussen de
elementen van een totale levenswijze. Cultuur is niet zomaar een
beschrijving van de gewoontes van een samenleving.
Williams werk sluit duidelijk aan bij idealistische en civiliserende definities
van cultuur waar hij cultuur gelijkstelt met ideeën of met een ideaal.
Williams heeft dan ook een band met bepaalde vormen van het Marxisme
waar hij zijn definities tegen afzet. Hij bestrijdt daarnaast ook de letterlijke
toepassing van het basis-bovenbouw model. Zijn betoog richt zich dus
tegen een vulgair materialisme en een economisch determinisme.
Williams heeft zijn uitgangspunten verschillende keren radicaal herzien.
Een eerste was de herkenning van Lucien Goldmann zijn werk. Tussen zijn
werk en dat van Goldmann is er zowel een negatieve als een positieve
verwantschap. Een tweede moment van herziening was een artikel waarin
Williams de kritiek van Thompson ter harte nam. Thompson had namelijk
betoogd dat er geen totale levenswijze bestaat zonder de dimensie van
strijd en confrontatie tussen tegenstelde manieren van leven.
Thompson hanteert een klassieker onderscheid dan Williams tussen
maatschappelijk zijn en maatschappelijk bewustzijn. Thompson maakt een
ouder onderscheid tussen wat wel en niet tot cultuur gerekend moet
worden. Toch staan beide definities niet zo ver van elkaar. Hun
gemeenschappelijk punt: het afwijzen van de basis-bovenbouwmetafoor.
, Eén van de invloedrijke denkrichting binnen culturele studies is het
dominant paradigma. Men vat cultuur op als iets dat verweven is met alle
maatschappelijke praktijken en die praktijken zijn op hun beurt
gemeenschappelijke vormen van menselijke activiteit. Deze stroming keert
zich tegen het basis-bovenbouw model, vooral wanneer die basis wordt
geacht op simpele wijze gedetermineerd te worden door het economische.
Men definieert cultuur enerzijds als de betekenissen en waarden die
verschillende sociale groepen en klassen ontlenen aan hun gegeven
historische omstandigheden en verhoudingen, en waarmee zij reageren op
hun bestaansvoorwaarden; en anderzijds als de geleefde tradities en
praktijken, waarmee die inzichten worden uitgedrukt en waarin ze zijn
belichaamd. Williams brengt deze twee aspecten ( definities van
ervaringen en levenswijze )samen in het begrip cultuur. Thompson brengt
ze samen in het begrip ervaring.
Waar en hoe mensen hun levensomstandigheden ervaren en hoe ze die
definiëren en erop antwoorden is in Thompsons visie zo bepalend dat voor
hem elke productiewijze ook een cultuur is en elke strijd tussen klassen
altijd ook een strijd tussen culturele verschijningsvormen is. Bij Williams
vormen deze gereflecteerde ervaringen datgene wat een culturele analyse
uiteindelijk behoort op te leveren. In de menselijke ervaring kruisen alle
verschillende praktijken elkaar ook al is die interactie ongelijkmatig en
determineren de praktijken elkaar.
Structuralisme
In deze benadering staat het ideologiebegrip centraal. Men kent
daarnaast aan het begrip cultuur ook niet zo’n belangrijke plaats toe. Hall
zegt dat het een algemene fout is om het structuralistische project geheel
te laten samenvallen met het werk van Althusser maar historisch gezien
waren het Levi-Strauss en de beginnende semiotiek die de eerste breuk
veroorzaakte. Levi-Strauss eigende zich het linguïstisch paradigma toe.
Het structuralisme heeft gemeen met het culturalisme dat ze beiden
breken met het basis-bovenbouwmetafoor. Zowel culturalisten als
structuralisten kenden aan de terreinen die tot de bovenbouw werden
gerekend een zodanige specificiteit en effectiviteit toe, een zodanige
invloed op het maatschappelijk proces dat ze buiten het basis-
bovenbouwmodel belandden. Levi-Strauss was net zoals Williams en
Goldmann op zoek naar overeenkomsten tussen praktijken op het niveau
van hun vormen en structuren, niet op het niveau van hun inhoud. Maar
de manier waarop hij dit analyseert was wel anders dan het culturalisme
van Williams of Goldmann.
Er zijn drie manieren:
1. Levi-Strauss vatte cultuur op als de categorieën en raamwerken in het
denken en de taal door middel waarvan samenlevingen hun
bestaansvoorwaarden ordenen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper DHerent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.