NS 2021-2022 SEM2
Wereldgeschiedenis van België
1 Inleidend hoofdstuk
1.1 Waarom een historisch perspectief? Hoe gaat een historicus te
werk?
- Thema’s die beschouwd worden als eigen aan een “moderne” samenleving
- Geschiedenis is een houvast EN een richtsnoer voor mens en maatschappij, gebruiken om
bepaalde herinneringen “levend” te houden en voor groepsvorming/identiteitsopbouw
- Altijd een andere mening of interpretatie
- Academische (re)constructie en representatie
Veelvuldig gebruik/misbruik van de geschiedenis
Geschiedenis gebruiken om bepaalde, belangrijke herinneringen ‘levend’ te houden
- Via monumenten, beelden, etc.
- Via films, romans, etc.
- Via musea
Geschiedenis gebruiken voor groepsvorming/identiteitsopbouw
- van gemeenschappen, groepen, klassen, etc.
- van bedrijven, merken, etc.
- herinnering als machtsstrijd: wie herinnert zich wat en waarom? Voor welke redenen?
Kritische studie van het verleden
- Iedereen heeft zijn eigen interpretatie
- Veranderen mee met de tijd (sociale en culturele constructies)
- Geen wetenschap: staat niet vast
- ‘digitale kennissamenleving’ = (foutieve) informatie is heel gemakkelijk aanwezig
(gedigitaliseerd)
Iedereen blijkt elkaar voortdurend over de inhoud en interpretatie van het verleden tegen te
spreken. Zelfs gedeelde of ‘aanvaarde wijsheden’ of ‘feiten’ over het verleden veranderen mee op
het ritme van de tijd, en zijn in belangrijke mate sociale en culturele constructies.
Thema’s waarover verschillende meningen zijn: Geschiedenis in beelden, monumenten, … : berucht Leopold II monument in Oostende & Lumumbaplein
Brussel, Geschiedenis in musea: Kazerne Dossin in Mechelen, Red Star Line Museum in Antwerpen, Geschiedenis in lezingen, herdenkingsboeken,
documentaires: 50 jaar bilaterale akkoorden met Turkijke en Marokko, Geschiedenis & producten: juist en valselijk gebruik voor aflijnen van bedrijfsidentiteit,
…
Een ‘invented tradition’ = Geschiedenis wordt toegeëigend: 11 juli 1302: historische mythe; er heeft
veldslag plaatsgevonden, maar betekenis in natievorming is onjuist: allianties niet volgens
taalstrijd/communautair conflict, maar feodaal conflict (graafschap Namen bij Vlaanderen versus
Hertogdom Brabant)
Feit ≠ historische reconstructie ≠ fictie
DE geschiedenis bestaat niet
De academische (re)constructie en representatie van het verleden volgt (in tegenstelling tot het
publieke discours) wel enkele geeigende en historisch gegroeide en dus bekritiseerbare methodes en
1
,NS 2021-2022 SEM2
kenmerken. Die methodes en kernmerken maken dat het vakgebied Geschiedenis in de loop van de
19de en 20ste eeuw een zelfstandige en gerespecteerde wetenschappelijke positie heeft verworven
los van de Filosofie, de Sociologie, de Economie, de Geografie, enzovoort.
Geschiedenis als academische discipline aan de Universiteit
- Studie van het verleden, los van misleidend, valselijk en instrumenteel gebruik ervan voor
eigentijdse politieke, ideologische, commerciële, religieuze … motieven
- Van groot belang in onze ‘digitale kennissamenleving’
Belang van betrouwbare informatie
Zoeken en vinden (heuristiek)
- Kritische zin en nieuwsgierigheid essentieel; feiten- datakennis nooit doel op zich
- Geen passieve opleiding (‘papagaaien’); zelf actief op zoek gaan (ondernemingszin)
- Via studie van originele bronnen en bestaande literatuur (‘historiografie’)
- Marnix Beyen in DM 7/1/2014 (‘Het nazispook van De Wever en Moureaux maakt van de
geschiedenis opnieuw een hoer en huurling’):
“Historisch begrip kan het politieke inzicht echter alleen maar verhogen indien het verleden niet
wordt gebruikt als een hoge hoed waaruit naar believen doorzichtige analogieën, vergelijkingen en
een-op-eenrelaties worden getoverd.”
Historische methode
Historicus (re)construeert een verleden gebeurtenis of feit:
- aan de hand van origineel bronnenmateriaal en bestaande wetenschappelijke literatuur
(voetnoten!)
- volgens een wetenschappelijk, kritische onderzoeksmethode: plausibiliteit/waarschijnlijkheid
staat centraal
- in een narratief (verhaal): beschrijving, zoeken naar betekenis, samenhang, oorzakelijkheid,
verklaring, …
- Vijf W-vragen: Wat? Wanneer? Waar? Wie? Waarom?...
De academisch geschoolde historicus schrijft en spreekt dus over het verleden volgens bepaalde
wetenschappelijke ‘spelregels’. (deze veranderen zelf ook doorheen de tijd)
geschiedmethode in 3 stappen
= wetenschappelijke, kritische interpretatie of reconstructie v gebeurtenissen of feiten (narratief)
FASE 1: de fase van de heuristiek (BRONNEN)
= Actief op zoek gaat naar ‘bronnen’ of getuigenissen/sporen, die ons iets kunnen vertellen over een
gebeurtenis/’feit’ uit het verleden
Primaire bronnen = gemaakt door mensen die direct bij een kwestie betrokken zijn geweest
(ooggetuigen)
2
,NS 2021-2022 SEM2
Secundaire bronnen = gemaakt door mensen die niet direct bij de kwestie betrokken waren, en
gebaseerd op de primaire bronnen (historici) geschreven of nt-geschreven bronnen (archeologie)
Traditioneel werkt de historicus met: geschreven bronnen.
- Die kunnen bestemd zijn voor een breed publiek en zijn in dat geval vaak gepubliceerd
(bv. kranten, pamfletten, politiek drukwerk, (auto)biografieen,jaarrekeningen,…).
- vaak niet-gepubliceerd, omdat ze tot stand kwamen tijdens bijvoorbeeld een administratief
proces, en achteraf werden gearchiveerd.
(bv. Brieven,dagboeken,…)
- vaak niet voor publiek wanneer de bronnen zijn bewaard in archieven en niet zijn openbaart
- (bv. Administratieve stukken, Rekeningen , Archieven politie, justitie…)
- De Belgische geschiedenis is zo goeddeels terug te vinden in het Algemeen Rijsarchief te Brussel, in de Rijksarchieven in de
Provinciën, in tal van stads- en gemeentearchieven, in privé-archieven of archieven van bewegingen, politieke zuilen, … (zoals:
het Liberaal Archief, KADOC, AMSAB, enzovoort).
Voor meer recente (of juist heel oude) periodes, maken historici ook gebruik van: niet-geschreven
bronnen
- Bij gebrek aan geschreven bronnen
- Bijkomende informatie
- zoals materiële restanten (archeologie)
- ook audiovisuele en digitale sporen
- oral histories (mondelinge overlevering)
- Materiele sporen: Voorwerpen, Gebouwen, Het landschap, Wapens, Machines, Afvalputten,
…
- Hulpwetenschap en techniek
- …
FASE 2: historisch-kritische onderzoekmethodes (METHODE)
= het uitoefenen van de nodige ‘historische kritiek’, die als doel heeft belangrijke én betrouwbare
informatie over het verleden te achterhalen. Niet alle bronnen kunnen om even welke manier
worden gebruikt of geïnterpreteerd.
Elke bron wordt op zijn waarde getoetst en onderworpen aan kritiek:
Externe kritiek = authenticiteit (echtheid) en datering van de bron bepalen
Interne kritiek = peilen naar de omstandigheden waarin de bron tot stand kwam, wie de bron
opstelde, waarvoor ze bestemd was, … (Wie? Wat? Waarom?Voorwie?...)
De informatieve waarde, de intentie en effecten kunnen verschillen van bron tot bron.
Waarde van de bron bepalen
Vervalsing historische documenten
- Dagboeken Hitler is een vervalsing van Konrad Kujau aan weekblad Stern verkocht voor 2,5
miljoen DM in 1983
- Dagboek van Anne Frank is echt en werd geauthentificeerd via paleografisch onderzoek na
verdachtmaking door « negationnisten »
Verstrijken van de tijd maakt complottheorie steeds minder waarschijnlijk
Implicatie hiervan is dat hoe meer tijd verstreken is, hoe verder we afzitten van een bepaalde
gebeurtenis, onze kennis hierover toeneemt: zie bv. ook onderzoek naar Vlaamse collaboratie…
FASE 3: constructie vd historicus
3
, NS 2021-2022 SEM2
Geen passief proces (reconstructie): historicus spreekt niet enkel over het verleden, maar doet ook
uitspraak over hoe hij tot dat verleden is gekomen (methodes, verslagen,…)
De historicus treedt in zijn weergave of neerslag van de feiten erg actief op, hij bevraagt de feiten
volgens een welbepaald thema/probleemstelling, kneedt ze en bouwt zo tot een nieuw ‘construct’
Deze actieve interventie ≠ subjectivisme (stroming die stelt dat elke beleving / conceptualisering vd
werkelijkheid strict subjectief is) De historicus maakt een weloverwogen abstractie van het
verleden
“History is that certainty produced at the point where the imperfections of memory meet the
inadequacies of documentation” (Julian Barnes, The Sense of an Ending, 2011)
Bronnen ontoereikend
- Onvolledig
- Onbetrouwbaar
- Eenzijdig en gekleurd (‘subjectief’)
Historici selecteren
Historici interpreteren (bronnen spreken niet)
Transparantie: het notenapparaat van de historicus reconstructie van de weg waarlangs kennis tot
lezer komt
Het doel van de academisch geschoold historicus kan daarbij wel van product tot product
verschillend zijn:
- het bekomen van een plausibele of waarschijnlijke voorstelling van de feiten (wat nog NIET
hetzelfde is als het waarnemen of meemaken van die feiten zelf)
- het schrijven van een spannende representatie of literair, hoogstaande evocatie (verbeelding)
van het verleden (wat nog NIET hetzelfde is als een historische roman of fictie)
- een geëngageerde of maatschappelijk betrokken geschiedschrijving die tot doel heeft om
bepaalde actuele debatten aan te kaarten en in historisch perspectief te plaatsen (wat nog
NIET hetzelfde is als een politiek pamflet); enzovoort.
Niet alles kan:
Hineininterpretierung / post-factum analyse = interpretaties maken die voor tijdgenoot niet
vanzelfsprekend zijn
Anachronisme = verkeerd in tijd situeren van een gebeurtenis
Chronologie is de moeder van de geschiedenis
BESLUIT 3 FASEN
Alle drie fases van deze academische reflectie over het verleden zijn zelf gewijzigd, en na interne
‘metareflectie’ voortdurend aangepast doorheen de 19de en 20ste eeuw.
de historiografie of de theoretisch-historische reflectie over het verleden.
= Het proces waarbij historici bestuderen hoe men in het verleden naar verleden gebeurtenissen
keek – en gaandeweg de geschiedenis, letterlijk, en continu heeft herschreven –
4