100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Volledige samenvatting historische criminologie €6,49   In winkelwagen

College aantekeningen

Volledige samenvatting historische criminologie

 20 keer bekeken  1 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Volledige samenvatting leerstof van het vak historische criminologie. Zelf heb ik een 9 behaald voor dit vak, met behulp van deze aantekeningen. Duidelijk en in lopende zinnen geschreven, weinig opsommingen.

Voorbeeld 4 van de 31  pagina's

  • 22 oktober 2022
  • 31
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • Margo de koster
  • Alle colleges
avatar-seller
College 1 – geschiedenis:
Een poging om de definitie van geschiedenis vast te leggen mislukt vaak (gelukkig). De term
geschiedenis verwijst naar beide termen ‘verleden’ en ‘geschiedschrijving’, deze termen zijn niet
hetzelfde. Er is een fundamenteel onderscheid tussen verleden en wat historici daarover schrijven.
Geschiedschrijving is een constructie van teksten en van taal. Ook worden bepaalde groepen/sociale
klassen en gebeurtenissen uit het verleden niet besproken in de geschiedschrijving – ze zijn afwezig –
dit kan consequenties hebben hedendaags.

De rol van het verleden: ons persoonlijke verleden vormt ons – maakt wat wij zijn. We kijken naar de
toekomst wetende wat er al geweest is, dus je bent eigenlijk altijd bezig met het verleden. Ons
bewustzijn is vanuit ons verleden zich richten op de toekomst – bewustzijn is ‘tijdelijk’.
Gemeenschappen houden zich bezig met haar collectieve verleden.

We bestuderen het verleden om verschillende redenen:
- Het hoeft niet nuttig te zijn (wie es eigentich gewesen), het verleden wordt bestudeerd
omwille van zichzelf. Werkelijkheid en totale objectiviteit bestaat nooit.
- Geschiedschrijving gebruiken om verhalen te maken die mensen amuseren en inspireren.
Boeiende verhalen zijn goed, maar deze stroming heeft vaak als motto ‘anything goes’ – dat
kan onverantwoord zijn, sommige verhalen hebben meer macht en invloed dan andere en
kunnen tot consequenties leiden.
- Geschiedschrijving is een aangename bezigheid; het levert werk en status voor historici.
Echter is er dus ook een eigenbelang van historicus en verlokking van fraude/vervalsing.

Het verleden wordt ook gebruikt en misbruikt om bepaalde claims/eisen te ondersteunen voor
macht, controle en beïnvloeding. Ook gebeurt het vanwege ideologische motieven en toe-eigening
van ‘de’ geschiedenis. Voorbeeld: Joden en Palestijnen strijd in de geschiedenis van de oorsprong van
de staat van Israël.

2 grote stromingen in het belang en het gevolg van historisch onderzoek:
1. Beschrijven: voorkomen dat we vergeten en lessen trekken uit de geschiedenis. De
geschiedenis heeft een bepaalde voorbeeldfunctie. Echter hangt welke lessen eruit worden
gehaald af van de historicus en welk tijdsvak. Ook de complexiteit beschrijven van de
veranderingen van de samenleving doormiddel van nuance aanbrengen en mythen
doorprikken. Commonsense en stereotiepen verklaringen?
2. Verklaren: via het verleden het heden beter te begrijpen door ontwikkelingen te ontdekken
en te verklaren. Verandering (verschuiving, omwentelingen of groei) of juist continuïteit
(terugkerende patronen, verbanden). Ook om een besef te krijgen van de complexiteit door
inzicht in samenhang en proces – wat zit er achter actuele fenomenen en hoe zijn die
gegroeid. Daarbuiten doormiddel van verklaren een verwachtingshorizon van de toekomst
aftekenen - Hoeveel van het heden is niet bepaald door verleden en blijft open als domein
van keuze? En wat kan wel worden verwacht van de toekomst door te kijken naar het
verleden.

Wat zijn de beperkingen van het historisch onderzoek?
- Historici hebben zelf ook last van common sense (kort door de bocht redeneringen) en
stereotypen;
- Historici hebben ook geen pasklare antwoorden op actuele vragen, vaak kunnen ze bepleiten
wat niet werkt – maar niet wat wel werkt – ze maken geen beleidsadviezen op basis van het
verleden



1

, - Historici kunnen geen toekomstvoorspelling maken – ze kunnen vaak ‘verwonderd omkijken’
en (on)mogelijke scenario’s bedenken.
- Historici moeten opletten voor overdreven determinisme (de veronderstelling dat de loop
van zaken al vastligt/geen vrije wil). Er zijn altijd alternatieve wegen.

Relatie tussen feit en interpretatie – kernprobleem historisch onderzoek. Bij elk stap in de keten is er
sprake van een interpretatieproblemen. Afbeelding boek en ppp
- Spoor 1: feit-bron= alle mogelijke sporen/getuigenissen kunnen bronnen zijn, ook
interpretaties of uitspraken over feiten zijn bronnen. Het waarne men en registreren van een
feit is ook al interpreteren.
- Spoor 2: bron-historicus= Bronnen kunnen op verschillende manieren
geïnterpreteerd/gelezen worden. Historici hebben geen eigen waarneming en moeten dus
altijd gebruik maken van bronnen. Deze bronnen kunnen tevens misleidend of vals zijn.
- Spoor 3: historicus-verhaal= ook bij het ordenen van informatie uit de bronnen in een
verhaal is er ook sprake van een interpretatie(probleem). (vb. verstedelijking vs.
Industralisatie)

Bronnen kunnen vervalst of gemanipuleerd worden – falsa en bronnenmanipulatie – en de motieven
hiervoor kunnen uiteenlopen van kwaad opzet tot slordigheid. Vervalsingen herkennen is moeilijk
om het spoor te komen. Vals van echt onderscheiden kan via het materiaal, taalgebruik, technische
kenmerken, inhoudelijke consequenties etc. Enkele beruchte voorbeelden zijn de foto waarop VS
mariniers de VS-vlag hijsen in Iwo Jima – is nagespeelde foto. Ook de foto van de toespraak van Lenin
waarin bepaalde mensen worden verwijderd en vervangt met iets anders op de foto – veelal mensen
die daarna op een of andere manier zijn afgezet. Laatste voorbeeld: schilderij toespraak Lenin –
medestanders vervangen door journalisten.

Enkele spelregels van de historische bewijsvoering:
- Kritische juxtapositie van de bronnen: meerdere bronnen het liefst van verschillende afkomst
naast elkaar leggen om zo ze tegen elkaar afwegen (valkuil: mythe van unanimiteit wat als al
de bronnen liegen)
- Redeneringen opbouwen: falsificatietechniek (hypothese bewezen totdat ze worden
ontkracht), redeneringen in negatieve (zwijgen van bron als belangrijk zien – valkuil: zwijgen
wordt vaak gedaan en ook vaak onopzettelijk).




2

,College 2 – ontmoeting tussen criminologen en historici:
Tussen de criminologie en de geschiedenis zijn er ontmoetingen geweest, maar (nog) geen huwelijk.
Eer zijn steeds meer ontmoetingen en historische criminologie is onderhand erkend als een
subdiscipline, echter is er nog geen sprake van een echte interdisciplinaire samenwerking tussen
historici en criminologen. Dit kan komen door de verschillen tussen criminologen en historici:
- Criminologen ontwikkelen het liefst verklarende modellen die niet enkel het heden kunnen
uitleggen, maar tegelijk ook anticiperen op wat er waarschijnlijk zal gebeuren, en daarrond
worden dan aanbevelingen voor beleid opgebouwd. Historici zijn hier terughoudender in. Ze
zijn meer bezig met het begrijpen van de betekenis van gebeurtenissen in het verleden
binnen de bredere ontwikkeling van mens en samenleving – geen behoefte voor
beleidsaanbevelingen.
- Criminologen zijn gehecht aan onderzoek vanuit theorievorming en zijn tegen ‘hol
empirisme’ (louter verzamelen van feiten buiten een duidelijk conceptueel kader om), ook zijn
criminologen veel meer bezig met hypothesen te toetsen dan historici dat doen. Historici
bouwen vaak een verhaal op waarin bepaalde hypothesen in verweven zitten en hebben
meer passie voor detail en de volgorde van gebeurtenissen.
- Historici willen verhalen puzzelen en criminologen willen hypothesen toetsen.

Chronocentrisme:
Criminologen hebben altijd een bepaalde focus op de toekomst, dit wordt futurisme genoemd (door
Rock wordt het chronocentrisme genoemd. Onderzoek P. rock – gebruik literatuur in criminologische
onderzoeken: criminologen negeren haast systematisch studies ouder dan 15 jaar – hierdoor
ontstaat er een J-curve voor elk van de onderzochte jaren. Dit zou te maken kunnen hebben met
terechte weerleggingen of aanvullingen van verouderde of te simplistische theorieën, het verdwijnen
van bepaalde werken uit circulatie, en verschuivingen in aandachtspunten en benaderingen in het
onderzoek. Echter volgens hem verklaart dat niet de scherpe focus op het ‘nieuwe’. Criminologen
leiden aan ‘chronocentrisme’ (definitie Engels bij Saul Morson). Dit is een doctrine waarin het nieuwe
wordt gezien als superieur aan wat ervoor kwam, dat wat oud is wordt muf – en de onderzoekers die
hieraan verwijzen ook muf zijn. Uit interviews bleek contra-indicatie waarin het verklaard werd door
men wel teruggaat naar oorspronkelijke bronnen, maar verwijst naar de nieuwste bronnen waar dit
ook in wordt gezegd – dit om elkaar te promoten en zelf professionele status en erkenning te krijgen




Historisch-criminologisch onderzoek:

Kwalitatief historisch-criminologisch onderzoek:

Nieuwe aandachtspunten:



Wat is het resultaat van de ontmoetingen van historische criminologie die al hebben plaatsgevonden:

- Vroege studies voor de tweede wereldoorlog. Vooral onderzoek door amateurs. In Engeland
waren dat de whigs – liberalen. Dit werd aangeduid als whig histories, deze mensen schreven
over bijv. het politiewezen of gevangeniswezen. Vooral moderniseringsdenken, het was
onkritisch en moraliserend
Wat is moderniseringsdenken? Wordt


3

, College 3 – toepassen van historisch-criminologische benadering:
Artikel/onderzoek Mary Bosworth (“the past as a foreign country?”) naar regime en bevolking Parijse
vrouwengevangenis in de 17e en 18de eeuw. Het doel ervan was vanuit recente tendensen van de
massale opsluiting in de VS, dialoog met het verleden voeren (nieuwe tendensen bekijken vanuit
oude praktijken, kijken naar parallellen) > dit is een typische doelstelling voor historische
criminologie. Bosworth stelde vast dat er veel continuïteit in praktijken en theorieën van bestraffing
van late 17e tot vroege 20e eeuw was. Gaat vooral om uitleggen wat de opzet was en in welke zin
zegt ze daarmee de chronology aan te vallen????
- Challenging chronology: gaat in tegen traditionele verhaal van zogenoemde geboorte
moderne gevangenis in 19e eeuw als volkomen nieuw >< fenomeen van ‘geïnstitutionaliseerd
geweld’ daarentegen vroegmoderne wortels.
- Gender als constante: omgang met vrouwelijke gedetineerden onveranderlijk bepaald door
traditionele gender-rollen = vrouwen toen net als vandaag onderworpen aan diverse
‘regimes of femininity’.

3 punten die volgens Bosworth moeilijkheden zijn van historisch-criminologisch onderzoek:
- ‘Bronnenprobleem’: ontbrekende en uiteenlopende sporen, ‘vreemde’ taal die moet worden
‘ontcijferd’ = ‘reconstruct the past from discontinuous scraps of information’ (In onderzoek is
altijd sprake van selectiviteit/interpretatie)
- Onderzoeker puzzelt, ordent, interpreteert = nooit puur ‘objectief’. (Stellingname)
- Emotionele consequenties onderzoek, misdaad & straf = confrontatie met leven en lijden
onderzochte groepen, praktijken die verontwaardigen. (Emoties > moet plaats voor zijn
volgens Bosworth, ook voor ideologie)

Toepassing herstelrecht als voorbeeld:
- Particuliere, informele (‘infrajudiciële’) conflictoplossing in Frankrijk 18 e eeuw (Castan, 1978):
o Lessen voor actuele praktijken van ‘restorative justice’ of herstelrecht
o Informele praktijken verleden kregen lang geen aandacht van historici (focus op
ontwikkeling statelijke strafrechtsbedeling en ‘top down’ processen, zie college 2)
- Herstelrecht vandaag:
o Zogenoemde ‘derde weg’ tussen retributieve (vergelding) en rehabilitatieve
(verbetering) model = “sociaal heilzame vorm van bestraffing”.
o Herstel maatschappelijk leed en schade door dader, steunend op: bemiddeling en
compensatie; lokale sleutelfiguren en gemeenschap; belangen en visie slachtoffer.
- Informele conflictoplossingen in het verleden:
o In diverse perioden en regio’s: meeste vergrijpen informeel/infrajudicieel
afgehandeld;
o Schikking slachtoffer-dader, informele correctie dader;
o Alle sociale groepen maakten gebruik van dergelijke regelingen
o De invloedrijk van de gemeenschap bemiddelen, verzoenen en bepalen de schikking
- Mogelijke conclusies vergelijking verleden-heden:
o Particuliere conflictoplossing al lang deel van onze rechtspraktijken en rechtscultuur
= ook vandaag maatschappelijk en cultureel draagvlak.
o Vergelijkbare patronen in soorten en totstandkoming regelingen (bemiddeling;
belang slachtoffer; rol gemeenschap)
Dus: het herstelrecht als mogelijk scenario ‘that works’…?
-
-


4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lottepronk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen