Cultuurgeschiedenis van de lage landen 1
Examen Januari
Cultuurgeschiedenis
- Politiek institutioneel
- Sociaal – economisch (hoe is de samenleving georganiseerd)
- Religie en cultuur (verbeelding van de mensen -> Christendom)
De Lage Landen
- Geografische betekenis: laagvlakte in noord en west Europa
- Politieke betekenis: gemeenschappelijke culturele kenmerken vanaf de 11 de eeuw
1. Een lange aanvangsperiode (tot en met de 10 de eeuw)
I. Kelten, Romeinen en Germanen (tot ca. 476)
KELTEN
Oorsprong: Duitsland
Verspreiding 400 v.Ch.
Prille verstedelijking -> Kemmelberg
2de eeuw v.Ch. migratie van Germanen. -> herkenbaar aan Germaanse toponiemen dorpen hebben suffix ‘-
heim/-gem’, bv. Petegem
ROMEINEN
Julius Caesar (100 v.Ch. – 44 v.Ch.)
- Veldheren moesten nota’s maken
- Gallia Belgica veroverd in 53v.Ch. na opstand Eburonen
Ambiorix
- Rijksgrens: De Rijn
- Indeling provincies
- De Lage Landen, Provincie Begica
- Keltische leenwoorden in het Nederlands
o broek
o eed
o ijzer, lood …
GALLO-ROMEINSE CULTUUR
- Orale cultuur -> Latijnse schriftcultuur (opkomst volkslatijn)
- Ruilhandel -> geldeconomie (muntslag, belastingen
- heirbanen voor snel transport)
- Gewoonterecht -> geschreven recht
- Dorpscultuur -> stadscultuur (civitas, villa)
- Eerste christelijke aanwezigheid, bv. Servatius, bisschop van Tongeren, midden 4 e eeuw n.Chr. (313:
Edict van Milaan: vrijheid van godsdienst in Romeinse Rijk, sterke verspreiding van het Christendom)
GERMANEN
- Orale cultuur
- Volksverhuizingen -> 5de eeuw
- Val West-Romeinse rijk: 476
- Franken (Germaanse stam) -> naar Gallië (Zuidwaarts)
Gevolg in onze gewesten:
- Er ontstaat een taalgrens -> Heirbaan Keulen-Boulogne
- Zuiden: Gallo-Romeinse cultuur en taal
- Noorden: Gallo-Romeinse cultuur verdrongen door Germaanse taal en cultuur, Westnederfrankisch
1
, II. De Merovingische periode (5de eeuw- midden 8ste eeuw)
Stichter van de Merovingische dynastie -> CLOVIS (500) gedoopt in Reims
Succesvolle veldheer, grote expansie
De Lage Landen:
- Neustrië tussen Loire en Schelde
- Austrasië: Maas en Rijngebied
2. Aspecten Merovingische maatschappij
Veranderingen na de Germaanse volksverhuizingen:
- Gallo-Romeinse stadscultuur -> dorpen en hoeven
- Centraal bestuur -> clanstructuur, personaliteitsbeginsel
- Romeins recht -> Salische wet
- Geldeconomie -> grond als vergoeding en waardemeter, opkomst van de vazalliteit
MAAR ook continuïteit:
- muntslag en belastingen
- civitates worden bewoond door Germanen , bv. Tongeren
Sociale structuur
- Adel: Gallo-Romeins en Germaans/ Frankisch
- Vrije lieden
- Horige (of: laat): aan de grondgebonden persoon
- Geen slaven meer
Kerstening
- CLOVIS X CLOTHILDE
- Missionering als middel tot politieke expansie
o Amandus uit Gallië, ‘apostel der Franken’, 7e eeuw
o Bonifatius uit Engeland, ‘apostel van de Duitsers’, vermoord in Dokkum, ;Friesland, 754
o
3. Cultuur in het spoor van de kerstening
- Missionarissen als stichters van abdijen
BONIFATIUS (voorbeeld)
Kerstening van Duitsland -> marteldood gestorven -> heiligverklaring ->
heiligenlevens
Bovenste register:
Bonifatius dient het sacrament van het doopsel toe
Onderste register:
marteldood van Bonifatius in 754
te Dokkum tijdens zijn Friese missioneringscampagne
Tongeren van Gallo-Romeinse naar Merovingische stad
Tekstgenres: Latijn, kerkelijk ontstaansmilieu
- Heiligenlevens
- Doopformulieren
- Bijbelcommentaren
- Historiografie, bv. bisschop Gregorius van Tours, Geschiedenis van de
Franken
2
, III. De Karolingische periode (midden 8ste eeuw- 9de eeuw)
Ontstaan van het Karolingische rijk:
Pippiniden, Austrasische hofmeiers winnen aan macht t.t.v. de ‘vadsige’ Merovingische koningen na Clovis
• Peppijn I wint veldtocht tegen de Friezen
• Karel Martel houdt ‘Saracenen’ (moslims) tegen in Poitiers (732)
• Peppijn III (de korte) steunt de paus in zijn strijd tegen de Longobarden
• Staatsgreep: Peppijn III de korte wordt in 751 door de paus gezalfd tot rex Francorum (koning
der Franken)
KAREL DE GROTE
Expansiepolitiek
- kersteningspolitiek
- restauratie van het West-Romeinse rijk
800: keizer gekroond door de paus
2. Centrifugale krachten
- Salische erfopvolgingswet: primogenituur
-> Verdrag van Verdun 843
- Weinig handel, geen geldeconomie, slechte wegeninfrastructuur
- Feodaliteit (of: leenstelsel): tendens tot vererving van leen
de (leen)heer – de leenman/vazal (vassus)
het leen (foedum) – de dienst (trouw op militair en bestuurlijk vlak)
- 9e eeuw: Lotharingen verder verdeeld bij erfopvolging -> noordelijk deel heet ‘Lotharingen’
- Lotharingen doorsneden door de taalgrens. Is een drietalige ruimte: Frans, Nederlands/Duits, Fries in
het Noorden
- 10e eeuw (925): Duitse koning annexeert Lotharingen
-> het midden-Frankische rijk houdt op te bestaan
- Gevolg voor de Lage landen
-> Schelde is grens tussen Frankrijk (voormalig West-Francia) en ‘Duitsland’
(Oost-Francia)
-> Vlaanderen: leen van Franse koning
-> alle gewesten ten Westen van de Schelde: leen van de Duitse koning
3. Kenmerken Karolingische samenleving
• Hofstelsel/domaniaal stelsel
autarkische landbouw en nijverheid
boer is ‘horige’: hoort bij de grond
Unificatie (Romeinse rijk als model) -> één Christelijk rijk, standaardisering op juridisch en cultureel vlak
- één wetgeving: Salische wet
- één monastieke leefregel: regel van Benedictus
- één Bijbeltekst: Vulgaat
- uitbouw hofschool en kloosterscholen met één onderwijsprogramma
- één lettertype: de Karolingische minuskel
Verwevenheid kerk-staat: vorst omringd door kerkelijke raadgevers, bv. Alcuïnus, Einhard
4 Karolingische renaissance
Inspiratiebron: christendom en antieke cultuur
- Cultuurcentra: hof school en kloosterscholen
- Boekcultuur: teksten allemaal in het latijn
- Architectuur, vnl. Maas en Rijn (itinerant hof=rondreizend)
3
, Niet naar een kloosterschool = niet kunnen schrijven
Belangrijke figuren
EINHARD
- Geboren in adellijke familie
- Opgeleid in abdij
- Leiding van de hof school
- Auteur van de vita Karoli Magni (leven van Karel de Grote)
- Bouwheer van o.a. plats van Aken
- Gehuwd met Emma, dochter van de bisschop (celibaat bestond dus wel maar daar kon heel
gemakkelijk van geraakt worden-> seculiere …)
- Abt geworden
ALCUINUS
- Ierse monnik
- In dienst van Karel de Grote
- Leiding van de (itinerante) hof school
- Herziet een standaardiseert de Vulgaat
- Auteur van bijbelcommentaren, liederen, gedichten, …
Godescalc-evangelistarium
- Gemaakt in opdracht van Karel de Grote
- Bevat de evangelieteksten die tijdens de mis worden gelezen doorheen het liturgisch jaar
- Palts: paleis, koninklijke verblijfplaats
- Itinerant hof: reist van palts naar palts
- Circulair gebouw
Heiligverklaard in de 12E eeuw
Literatuur (Karel repliek, op rijm zodat het voorgedragen kan worden)
Voorhoofse epiek: chanson de Roland (voorhoofs= geweld, vrouwen zijn een bezit)
- Slag bij roncevaux
- Chanson de Roland, late 11e eeuw lied op schrift gesteld in de context van de kruistochten
Spanje wordt heroverd
Niet overvallen door een groepje Basken
Sterven als een martelaar als hoogste doel
- Doorwerking:
Vertaald in alle talen
(Roland was een leenman van Karel de Grote)
IV. De ijzeren 10e eeuw
Expansie van de Vikingen/ Noormannen
Vikingen plunderen gebieden van Antwerpen tot in Leuven
Verbrokkeling
- 10e eeuw: onze gewesten verdeeld over Frankrijk en heilige Rooms Rijk van de Ottonen
- Schelde als grens
- Karolingische grens is daar ook uitgestorven
Duitse rijk
- Of heilig rooms rijk
- Ottonen
- Keizerrijk herstellen
- Rijkskerk
- ‘Ottoonse renaissance’
4