Thema 1: Kritisch denken
= je wil overwogen; een vraag beantwoorden, een beslissing nemen of een handeling stellen
MAAR: trainen, gaat niet vanzelf
voorbeelden geven, expliciteren oefenen
Denkproces bestaat uit 8 elementen
1. Doelstelling
= studenten het vak Filosofie goed laten starten
2. Vraag/ vragen
= Hoe zal het vak verlopen? Hoe evalueren we de studenten?
3. Perspectief
= docentenperspectief >< sommige studentenperspectief
Bv: eindscore
4. Informatie
= de info die we gegeven hebben, nog niet details inhoud thema
5. Concepten
= identiteit, solidariteit, individualisme, vrijheid
6. Vooronderstellingen
= deze info sessie helpt jullie om het vak filosofie met succes af te ronden
7. Conclusie
= jullie zijn nu goed voorbereid om aan het vak filosofie te starten
8. Gevolgen
= jullie gaan anders aan de slag dan zonder deze informatie sessie
8 elementen moeten voldoen aan bepaalde normen
1. Helder = was onze informatie duidelijk?
2. Accuraat = de juistheid van onze informatie?
3. Relevant = was de informatie toegepast op het doel?
4. Logisch = eerst info sessie, daarna pas eerste les
5. Precisie = voldoende detail?
6. Breedte = hebben we alle nodige info rond het vak gegeven?
7. Diepte = complexiteit
8. Significant = belangrijkheid van de informatie
9. Fair = eerlijk, rekening houden met alle standpunten
1
,Thema 2: Identiteit
voor mij: vriendschap, waarden en normen, zelfontplooiing, persoonlijkheid en cultuur
1. Context
Mensen hebben het moeilijk met diversiteit
1) Diversiteit als een verrijking
Woorden
Feiten
2) Culturalisering
bij burgerschap meer nadruk waarden & normen, cultuur, gewoontes en
tradities
3) Integratie = opname in maatschappij
inburgering SL
2. Diversiteit
Probleem:
1) Links:
- Moet gemanaged moet worden (ook gestimuleerd en erkend)
2) Rechts:
- Focus op cultuur
- Zien diversiteit als een bron, een gegeven feit in ons dagelijks leven & niet
als iets wat we moeten betreuren of loven
management mechanisms:
- Invloed Vlaams belang
- Islam problematisch: veel in media
Bv: 76% van de aanslagen
MAAR: geconstrueerd zo te denken
WANT: blanken verzinnen smoesjes
Bv: mentale problemen
Conclusie: zien de ander als bedreiging (vijand), minderwaardig beschouwd & de
ander blijft een buitenstaander
3. Culturalisering
Probleem: samenleven moeilijk
WANT: culturele onverenigbaarheden
MAAR: moeilijk verbinding zoeken met anderen
1) Wij vs zij
= de ander is niet zoals jou; het anders zijn van de ander
Onderscheid SUPERIEUR, UITSLUITING & ONGELIJKHEID
2
, WANT: de ene groep, voelt zich meer als de andere = fundamentele probleem
2) Alle verschillen worden gelinkt aan cultuur
= wanneer je al de zaken/ acties linkt aan een cultuur
3) De problemen van intolerantie ipv problemen ongelijkheid, uitbuiting &
onrechtvaardigheid
- Culturalisering van de politiek
- Liberale dominante kapitalistisch ideologie belangrijke rol
- Oorzaak: falen welvaartstaat
-
4) Het verschil is een probleem
- Verantwoordelijkheid ligt bij migranten zelf
- Migranten moeten een parcour afleggen vol ongelijkheden
- Migranten geen enkele macht bezitten over lot in eigen handen nemen/
zelf mogen oordelen over hoe de relatie met andere leden SL zien
5) Context van mensen
= Migratie/ armoedeachtergrond zorgt voor identificatie; voelt een gelijkheid
met iemand (dynamisch)
Resultaat van culturalisering van het probleem = integratie/ inburgering
DOEL: deculturalisering van de migrant; werkwerken van alle mogelijke
interculturele verschillen tussen autochtonen en allochtonen
6) Diversiteit als verrijking
- Nog lang geen feit
- Discours eerder op uitsluiting berust dan op toenadering
7) Diversiteit betekent:
- Echte gelijkheid aanvaarden
- Gelijke kansen voor iedereen
- Rechten en plichten laten inpassen in een wettelijk kader, dat evenveel
verantwoording vraagt van alle leden van de samenleving
- Verschillende vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie harder
moeten worden aangepakt
- Implementatie van die principes gebeuren in samenspraak met de
autochtone en allochtonen
3
, 4. Van integratie naar inburgering
Integratie
= opname van mensen in de maatschappij
Inburgering
= verwachting van het leren van een taal, spreken van een taal, lezen, begrijpen, …
Dat de persoon een betere kennis heeft van de Vlaamse gewoontes
1) De SL & de niet - geïntegreerde die buiten de samenleving staan
2) Mensen met migratieachtergrond die te weinig interculturele contacten hebben
MAAR: meer contact met interetnische mensen dan autochtonen
Wat met hun? – INTEGREREN
MAAR: pure assimilatie gevraagd
= zich de normen en waarden eigen maken van de sociale en culturele omgeving
waarin ze leven, eenzijdig voegen naar de Vlaamse dominante cultuur
5. Ideaal Brussel – project
= het interculturele groep participanten reflecteerde over zichzelf, de ander en het
leven in Brussel
6. Identiteit
= refereert aan hoe men zichzelf identificeert en definieert in relatie tot de ander.
Het is een manier om zich aan de wereld bekend te maken & zo te bevestigen wie
men is & hoe men zich positioneert in relevante gebieden van het leven
DUS een identiteit:
= is een persoonlijke, genetische, sociale, culturele en nationale identiteit
Eenheid van wezen, volkomen overeenstemming & gelijkheid
Kenmerken:
Zichzelf identificeren
Relatie tot de ander
Aan de wereld bekend maken
Bevestigen wie hem is
Positioneren in relevante gebieden
Identiteitsonrust
Drang naar zekerheid
Drang naar stabiliteit
Beter en makkelijk kan inpassen in de complexiteit van sociale situaties,
noden en voorwaarden
4