Logistiek
1 Inleiding tot logistiek en supply chain management
Definitie logistiek:
proces van planning, implementatie, en controle van procedures om tot een efficiënte en effectieve oplossing te
komen voor transport en opslag van goederen, inclusief diensten en gerelateerde informatie, en dit vanaf het
beginpunt tot aan het eindpunt (consumptie), en dit alles om te voldoen aan de vereisten van de klant
-Betreft fysieke bewegingsstromen (inbound, outbound, transport), planmatige activiteiten en informatiestromen
Oorsprong logistiek: afkomstig uit militaire sector, Franse “logis”
2 deel-disciplines
Distributielogistiek: ter beschikking hebben van het product tot afleveren bij klant (down-stream)
Productielogistiek: ter beschikking hebben van het product tot de behoefte aan het product (upstream)
Distributielogistiek
1. Transport
→ Onderscheid goederenvervoer en personenvervoer
- Personenvervoer : heen -en terugreis (balanced directions) vb. huis naar kdg & terug
- Goederenvervoer : blijft meestal op bestemming (inbalanced direction)
→ Vaak toevertrouwd aan gespecialiseerde bedrijven: focus op core activities, efficiëntie
→ Sterke groei door ontwikkeling internationale handel, alle hoeken van de wereld verbinden
Transportmodi: via welke middelen transport vervoeren?
- de weg (bus, auto, fiets, te voet), spoor (trein, tram, metro), lucht (vliegtuig), piping = pijpen
(gas vanuit Oost-Europa vb. Brugse zot via pijpleiding naar café), water (boot)
Water opsplitsen: shortsea, binnenvaart, ocean
vb. binnenvaart, uitdaging: ondiepe rivieren vb. Rijn met veel te laag waterpeil → geen zware
lading in schip steken of te hoog waterniveau waardoor bruggen obstakel vormen
Multi-modal : meerdere modi worden gebruikt vb. van boot/vliegtuig op trein etc. (files vermijden)
Modal shift : verandering van vervoerswijze vb. binnenwateren lang dus containers op vrachtwagens
vb. 4M ton vervoeren via pijpleiding i.p.v. over de weg (effectiever)
Last-mile transport : de laatste kilometer wordt via road gedaan, gebeurt op de weg
● FTL (Full Truck Load): Volledige vrachtwagen bevat allemaal producten van één leverancier
voor één klant. / FCL (Full Container Load): Volledige container van 1 leverancier naar 1 klant
● LTL (Less than Truck Load) of LCL (Less than Container Load) voor verschillende klanten
● Groupage: allemaal kleine zaken voor verschillende bestemmingen samenvoegen
● Express (tijdgevoelig): vb. volgende dag in huis (bol.com)
● Taxi (white van): leveren van goederen met achterstand (snelle, maar dure levering)
● Dropbox: levering in gehuurde box
● In-night: levering in bestelwagen of box bij bestemmeling → transporteur heeft reservesleutel
van elke wagen/technieker, bestelling ‘s avonds verpakt en ‘s nachts in bestelwagen geladen
,2. Warehousing
Goederen dienen in vele gevallen op voorraad gehouden te worden
Types van warehouses en stockage concepten:
● Multi client of single client warehouse
● Bonded = douanerechten al betaald, dus direct kunnen gaan leveren;
of non-bonded: voor goederen kunnen geleverd worden eerst uitklaren
● Via RDC (Regional Distribution Center) naar NDC (National Distribution Center), FSL
(Forward Stock Location): Techniekers moesten rekenen op distributiecentrum in hun land. →
Ergens afgelegen de meest voorkomende/belangrijke/kritische producten stockeren, zodat
deze altijd aanwezig zijn indien nodig. PUDO (Pick-Up Drop-Off) = afhaalpunten
● Bulk stockage (grote massa), Pallet stockage, Bin stockage = in bakjes
● Ambient stockage (kamertemperatuur), Temperature controlled = om product beschermen
tegen buitentemperaturen (afhankelijk van geografische regio koud/warm)
Hazardous goods storage: opslag van gevaarlijke producten
● Conventioneel warehouse stocking = weinig automatiek, Automated = weinig mensen
● Stockage vs cross docking: goederen via armen automatisch verdelen (nooit stockage plaats
in magazijn, altijd meteen terug gesorteerd en doorgestuurd)
Indeling volgens functie
● Productiewarehouse: producten voor productie gestockeerd
● Distributiewarehouse: afgewerkte producten klaar voor verdeling gestockeerd
● Spare parts warehouse: bijhouden van wisselstukken, bedoeling dat wisselstukken enkel
gebruikt worden wanneer er ergens een nood is omwille van machinebreakdown
● POS = point of sale warehouse = promotiemateriaal wordt bewaard (wanneer producten voor
marketing gebruikt, weggegooid en nieuwe in de plaats)
● E-business warehouse = zeer kleine hoeveelheden
● WoW = Ware house on Wheels = vrachtwagens, trailers waar goederen inzitten “onderweg
naar klanten “, want audits komen en er moet dus zoveel mogelijk verkocht zijn dus even
doen alsof het al verkocht is voor de klant het nodig heeft
Functies van een warehouse:
● Buffer tussen verschillende stappen binnen de supply-chain
Redenen: Schaalvoordelen genereren door warehouses te organiseren om die buffer op te
vangen vb. Aankoop 100 stuks goedkoper dan 2 stuks. / (wachten op) transport: goederen
bijhouden in warehouse tot een volledige vracht vervoerd kan worden of Fixed time
line-hauling: trein of schip op vaste dagen of schip kan niet vertrekken vanwege waterlevel /
Hoge volumes om te kunnen managen / Peak management tussen vraag en aanbod →
meerdere weken dat er een vraag stelselmatig zal komen (niet 3.000 bakken bier in 1)
● Temperature controlled stockage (groenten, fruit)
VAL (Value Added Logistics) vb. rijpen gedurende storage vb. bananen 14°
⇒ Dus magazijn gebruikt voor stockage, hergroepering, herladen naar andere transport (modal shift)
,Voornaamste activiteiten van warehousing
● Inbound: Goods receipt and put away: inkomende goederen, instroom..fysiek de goederen
ontvangen en vervolgens op bestemming plaatsen in rekken of op bepaalde locaties
● Picking: order picken (zie volgende deeltje)
● Outbound: Staging and Loading: gepickte goederen op staging area om nadien te gaan laden
● Inventory take: Stock/voorraad moet regelmatig nagekeken worden, natellen om te weten wat
er nog is, om na te kijken op fouten. Regelmatig dergelijke fouten is slecht om garanderen
van de klantenservice vb. denken nog in huis te hebben maar niet het geval door fouten of
diefstal → zorgen dat voorraad correct is om goede customer service te kunnen regelen
→ PI (Perpetual Inventory of cycle count): regelmatig onderdelen tellen (perpetual = oneindig)
→ Wall to Wall: het ganse magazijn in één keer volledig tellen
Picking moet op bepaalde manier georganiseerd zijn
Picking organisatie
● Order picking: blad met order dat je moet uitvoeren, order per order afronden vb. deze
producten moet u vinden en die staan op die rij die plaats
● Batch picking: meerdere klanten die eenzelfde product nodig hebben → bundels aan
orderpickers geven = efficiënter te werk gaan, want grootste kost in magazijn is de afstand die
je moet afleggen naar de producten en het tijdverlies daarbij (70% tijd orderpicker onnuttig)
● Zone picking: magazijn opdelen in zones en orderpickers inzetten per zone
● Wave picking: tussen bepaalde tijden orders picken (eind van de dag is nog haalbaar dan)
Picking methodologie
● Picking list (conventioneel): handmatig orders picken a.d.h.v. een ijst
● RF (Radio Frequency) - Barcode scanning: alle info op hand held terminal bediend door op
● Pick to light: grote schuiven (zoals bij apothekers vaak) kasten, lades schuiven rollen tot het
op de juiste hoogte komt...Er schijnt er een lichtje bij de bak waaruit je iets zal moeten halen
● Pick to voice: orderpicker krijgt alle nodige instructies via een koptelefoon en confirmeert met
zijn stem dat hij de goederen gepickt heeft vb. AVEVE, Danone
● Pick to zero (veel bij Colruyt) vb. ganse partij met bakken appels komt binnen, kunnen niet
lang blijven staan en moeten zo snel mogelijk weg, dus die bakken worden meteen
geherdistribueert naar winkels (alles gepickt tot die pallet leeg is vanwege korte houdbaarheid
● Vision picking (wordt nog getest op dit moment, vb. DHL) brilletje opzetten dat alle info geeft
wat de orderpicker moet doen en conformatie is door knipperen met de ogen
Principe/systeem van goods to man: eerder geautomatiseerde omgeving, goederen bieden
zich aan vs man to goods: de orderpicker verplaatst zelf naar de goederen
3. Andere logistieke domeinen
Aankooplogistiek: Ondersteuning van het aankoopproces d.m.v. functie bestellen, bewaken en
nazorg verlenen. (! niet het strategisch onderhandelen, maar nadien kijken of de producten aan de
juiste voorwaarde voldoen en nazorg verlenen: moeten die goederen nog extra behandeling krijgen?
Reverse logistics: Behelst de omgekeerde logistieke stroom, vertrekkende van het punt van
consumptie of gebruik tot zijn oorsprong (close loop) of eindbestemming (open loop).
, Wanneer goederen moeten terugkeren naar verzender vb. kapot product retourneren. Reverse wordt
meer en meer probleem, omdat E-modellen return stimuleren vb. zalando en bol.com (simpel). Close
loop vb. vat leeg, dus retourneren naar distributeur en weer retourneren naar brouwerij. Open loop vb.
beamer bakje stuk, gewoon in vuilbak, niet terug naar zijn afzender en nieuwe kopen. Zoveel mogelijk
streven naar closed loop systemen en hergebruiken is ook beter voor het milieu.
Green logistics: Behelst alle inspanningen die verband houden met het meten en het minimaliseren
van de ecologische impact voortkomend uit logistieke activiteiten. Het gaat hier zowel over de forward
als de reverse logistieke flows. 3 P’s in rekening nemen bij deze vorm van logistics
Lean logistics: logistieke filosofie die erop neerkomt dat zoveel mogelijk overbodige voorraden
worden geëlimineerd, en dat processen pas worden opgestart als dat echt nodig is..gaat om
efficiëntie en effectiviteit: trachten om zoveel mogelijk waste uit processen te halen vb. Goederen
komen in magazijn binnen en uur later komt iemand die halen om in schap te zetten. Verstandiger is
om ze meteen op de juiste bestemming te zetten → waste en onproductieve processen wegnemen
Dus analyse maken van proces en deze optimaliseren. Ook juiste voorraden hanteren en methodes
hoe dit te reguleren, voorraden kosten geld waarmee je niets kan doen = working capital: kapitaal dat
vaststaat, ergens inzit gestopt en je niet kan investeren in andere zaken op dat moment
“It is not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent that survives. It is the one
that is the most adaptable to change.” Charles Darwin (Lean regelmatig herzien, mee met de tijd)
Logistiek vs Supply Chain
Logistiek is een onderdeel van de Supply Chain
SCM = beheer, zowel rondom als binnen een netwerk van upstream en downstream organisaties van
zowel relationele verhoudingen als stromen van materialen, informaties en resources
Voorbeeld Supply Chain Coca Cola Coolers →
Altijd 3 verschillende stromen: materialen (product), informatie (naar wie), resources
2 Productielogistiek: vraagvoorspelling
De vraag
Verkoop, aankoop, productie en S&OP, planning werken nauw met elkaar samen
De vraag: logische opbouw vertrekkende vanuit de verkoopafdeling. Hierbij wordt
geluisterd naar de klant en rekening gehouden met historische data. Startend
vanuit Consensus forecast: Het begint met een idee en een schatting.
Die maken we concreet = aanvullen = replenishen: huidige voorraad aanvullen
om voldoende te hebben voor komende periode (replenishment (eng), reappro (fr))