lOMoAR cPSD| 10263445
Gezamenlijke werking van gluteus medius en minimus:
Trekken bekken naar lateraal en beneden: bel bij het gaan, stand op 1 been: zorgen voor stabilisatie van het bekken, anteversie &retroversie bekken
Dorsale heupspieren= opp laag O I W
M. gluteus Ala ossis ilium (dorsomediaal Achterzijde femur (tuberositas Krachtige retroflexie, exorotatie en
maximus van linea glutea posterior) tot glutea) met bursae adductie (endorotatie in GKK)
n. gluteus inferior SIPS
(L5-S2 tractus iliotibialis= fascia die Rechtopstaan en gaan
infrapiriform) posterieure deel crista iliaca ontstaat in de crista illiaca en Belet anteflexie bekken
naar beneden loopt tot de Duwt romp omhoog bij bestijgen van
zeer krachtige laterale rand os sacrum + os condylus laterale vd tibia) bv. trap
dikke spier, relief coccygeus
vd bil
lig. Sacrotuberale
fascia thoracolumbalis
fascia gluteus medius
M. gluteus Facies glutealis ala ossis ilii Dorsale zijde top trochanter Abductie (in open keten:
medius (tussen linea glutea anterior en major met bursa contralaterale kant opheffen, en dus
n. glutealis posterior en crista iliaca) ervoor zorgen dat het niet afzakt)
superior (L4-S1 Ventrale vezels: anteflexie
suprapiriform) Dorsale vezels: retroflexie en lichte
exorotatie
Stabilisatie v/bekken wanneer je van
de ene voet naar de andere gaat
tijdens het stappen
M. gluteus Facies glutealis ala ossis ilii Laterale zijde top trochanter Abductie, anteflexie en endorotatie
minimus (onder van M. gluteus medius, op major
n. glutealis superior de linea glutealis inferior )
(L4-S1
suprapiriform)
, lOMoAR cPSD| 10263445
Bekkenbodemspieren O I W
M. levator ani os pubis (1cm van symphysis) Ventrale vezels: centrum Stabilisatie bekkenbodem
Plexus pudendus → med zijde spina perinei Controleert de intra-abdominale druk
(S3,4,5) ischiadica en arcus 2de deel: lus om het rectum Heft de bekkenbodem bij het einde
tendineus M. levator ani (M. puborectalis) van defecatie
3de deel: os coccygis en huid
perineum (M. iliococcygeus)
M. (ischio)coccygeus Spina ischiadica S5, craniaal deel os coccyigis Stabilisatie bekkenbodem en ventraal
S4-5 trekken en stabilisatie os coccygis
Dorsaal van M. levator
ani, craniaal van lig
sacrospinale
M. pubococygeus Os pubis en voorste deel
oorsprongslijn fascia
M. obturatorius internus
M. iliococcygeus Achterste deel
oorsprongslijn M.
obturatorius internus
Ter hoogte van voorzijde vd tuber ischiadica= ventrale perineum= diafragma urogenitale
→ hier zitten vagina en urethra en M. puborectalis loopt errond
Perineum kan verdeeld w in een ventrale& een dorsale perineum (=anale driehoek).
Dorsale perineum= gebied opgevuld met vetweefsel, waarin de pudendale zenuwen en bloedvaten doorlopen.
, lOMoAR cPSD| 10263445
Alle diepe spieren die insereren op de fossa trochanterica zorgen voor exorotatie heup.
Al deze dorsale diepe heupspieren vd binnenkant vd pelvis naar de epifyse femur= exorotatoren
Quadratus femoris is de laagste vd diepe spieren→ zal ook laagst insereren: crista intertrochanterica
Piriformis is de hoogste vd diepe spieren→ zal ook hoogst insereren: Troch maj
M. piriformis (BIARTICULAIR) Facies pelvica ossis sacri, Mediale zijde top Exorotatie, lichte
Rami ventralis van S1-2 articulatio sacro-iliaca, trochanter major abductie en stabilisatie
naburig deel fossa iliaca heupgew
Loopt DOOR foramen ischiadicum major en lig. Sacrotuberale
(in deze prent niet getekend) naar bilregio VENTRAAL DORSAAL
en verdeelt het foramen in 2 spleten:
:foramen suprapiriforme & foramen
infrapiriforme =lege regio boven en onder
dat spier
M. quadratus femoris Laterale rand tuber Onder trochanter major, Exorotatie, adductie,
plexus sacralis (L5-S1) ischiadicum vanaf crista retroflexie en stabilisatie
intertrochanterica tot heupgewr
tuberositas glutealis
M. obturatorius internus In kleine bekken, aan Heupexorotatie(in OKK)
( L5-S1) diepe zijde vd endorotatie in GKK en
maakt hoek van 90gr, komt DOOR foramen ischiadicum membrana obturatoria stabilisatie heupgewr
minus naar bilregio
N. pudendus legt zich op deze spier, maar inn het niet en bekkenkader errond
Gaat in de kleine bekken
M. obturatorius externus Externe zijde Fossa trochanterica
n. obturatorius (een tak ervan) membrana obturatoria
en beenkader
eromheen
exorotatie
je zou quadratus femoris moeten
doorsnijden om naar OE te kijken
M. gemellus superior Spina ischiadica Fossa trochanterica,
plexus sacralis (L5-S1) Versmolten met de pees
van M. obturatorius
boven de OI onder de piriformis internus
gaan niet in de kleine bekken
M. gemellus inferior Caudale rand incisura Fossa trochanterica
plexus sacralis (L5-S1) ischiadica minor Versmolten met de pees
onder de OI van M. obturatorius
internus