HOOFDSTUK 1: INLEIDING
Ontwikkelen Het veranderen van een aanwezige structuur
Psychologie Wetenschap die
- Het innerlijke leven en gedrag mens
bestudeert
- De geest en het gedrag van mensen
bestudeert. (niet enkel om wat mensen
doen, maar ook wat ze voelen, denken en
hoe mensen beslissingen nemen)
Ontwikkelingspsychologie - Wetenschap die het gedrag, het denken en
het beleven van mensen in de verschillende
levensfasen bestudeert
Bestudeert
- Ontwikkelingen die gebeuren in het leven
van mensen
- Psychologische veranderingen bij
toenemende leeftijd
Ontwikkelingsfactoren Factoren die de ontwikkeling beïnvloeden. Ze
spelen een rol in de ontwikkeling vanaf de
conceptie. Ook de maatschappelijke houding en
waarden ten opzichte van de opvoeding en het
gedrag van kinderen.
(= Nature/Nurture/zelfbepaling)
Nature = erfelijke aanleg
= aanlegtheorie
Datgene waarmee kind geboren wordt,
eigenschappen die je reeds bij je geboorte hebt
meegekregen (kunnen zowel latent als manifest
aanwezig zijn)
Latent Nog onzichtbaar
Manifest Direct observeerbaar
Aanlegtheorie Ontwikkeling wordt hoofdzakelijk bepaald door je
aanleg. Wat het kind meemaakt in zijn opvoeding
brengt hooguit enkele wijzigingen aan in de
mogelijkheden van het kind.
Nurture = milieu
= milieutheorie
Omgeving die een invloed uitoefent
Milieutheorie Ontwikkeling wordt hoofdzakelijk bepaald door de
omgeving.
Zelfbepaling - Eigen vrije keuze maken
- Mens kan ook zelf omstandigheden
scheppen. Hij kan kiezen en kan verwerpen.
- "hij kan zelf omstandigheden scheppen
waarin hij zijn eigen doelen, keuzes en
waarden probeert te verwezenlijken"
Theorie "bril" waarmee psychologen naar de werkelijkheid
kijken en begrijpen
Psychodynamisch perspectief Onbewuste van personen staat centraal, wordt
, gezien als de drijfkracht van ontwikkeling
Behaviorisme - Observatie van waarneembaar gedrag in
relatie tot omgevingsstimuli
- Hier wordt gekeken naar het externe
- Het observeerbare gedrag wordt uitgelokt
door (toevallige) prikkels in de omgeving
Conditionering - Wenselijk gedrag aanleren en onwenselijk
gedrag afleren via belonen en straffen.
- Leerproces waardoor gedragingen of
reacties kunnen optreden nadat ze aan
bepaalde voorwaarden of condities
gekoppeld zijn geweest; onderscheiden
worden klassieke en operante
conditionering.
Wenselijk gedrag - Verkregen via beloning van positief gedrag
- Ook via het uitblijven straf
Onwenselijk gedrag - Verzwakt via straffend optreden
- Ook via uitblijven belonding bij negatief
gedrag
Leren door imitatie Gedrag dat geleerd wordt door observeren +
nadoen andere persoon
Cognitivisme - Aandacht opnieuw naar innerlijke
- Gericht op manier waarop mensen zich de
wereld voorstellen, erover nadenken +
erover leren
- Concentreert zich op denkprocessen
Denkprocessen Hoe verwerken personen informatie en welke
invloed heeft dit denken op het gedrag
Informatieverwerkingstheorie Vergelijkt het denken van mensen met
elektronische verwerking van informatie door een
computer: informatie/input wordt opgenomen,
gefragmentariseerd, gecategoriseerd, verwerkt en
opgeroepen door het geheugen, wat tot bepaalde
uitkomsten/output gaat leiden
Neurobiologisch perspectief - Nadruk ligt op interne mentale processen
- Aandacht gaat uit naar neurologische
activiteit die aan de basis ligt van
denkprocessen, probleemoplossen,
verwerking van informatie en ander
cognitief gedrag. Er wordt vooral gekeken
naar de processen die zich in de hersenen
afspelen.
Neurobiologie De studie van alles wat te maken heeft met de
ontwikkeling en de werking van het zenuwstelsel.
Evolutietheorie - Natuurlijk selectieproces levende
organismen
- Theorie over de ontwikkeling van alle
vormen van leven op aarde, van generatie
naar generatie.
Survival of the fittest - Wie beschikt over de kenmerken die het
best zijn aangepast aan de omgeving heeft
de grootste kans op overleving.
, - Deze kenmerken worden biologisch (via
genetisch materiaal van onze grootouders)
meegegeven
Contextueel of ecologisch perspectief - Unieke ontwikkeling kind kan niet begrepen
worden als dat kind niet in een complexe,
sociale en culturele context wordt geplaatst
- Voorbeeld: sociaal-culturele theorie van
Vygotsky
Sociaal-culturele theorie Focussen op hoe de cultuur wordt overgedragen
naar de volgende generatie. Volgens Vygotsky is
sociale interactie noodzakelijk voor kinderen om
de manier van denken en hoe ze zich moeten
gedragen zoals de cultuur het van hen verwacht, te
verwerven
Bio-ecologisch model - Bronfenbrenner
- Omgeving wordt opgedeeld in 5 niveaus,
die gelijktijdig elk biologisch organisme
beïnvloeden:
- micro-omgeving (directe omgeving bv.
familie)
- mesosysteem (onrechtstreekse omgeving
bv. vrienden)
- exosysteem en organisaties, (bv. scholen en
kerken)
- macrosysteem (politiek, cultuur…)
- chronosysteem (historische gebeurtenissen
+ veranderingen)
Humanistisch perspectief - Benadrukt unieke kwaliteiten die elk
individu bezit
- Centraal staat geloof dat elk individu een
natuurlijk vermogen en motivatie heeft om
zijn potentieel te vervullen
Theorie van Rogers - Individuen hebben er nood aan om geliefd
en gerespecteerd te worden
- hoe men zichzelf ziet en het respect dat
men heeft voor zichzelf is een reflectie van
hoe anderen ons zien
Theorie van Maslow = zelf-actualisatie
- Belangrijkste levensdoel
- het zich verder willen ontwikkelen dan de
basisbehoeften die voorkomen in de
piramide van Maslow
- Er wordt uiting gegeven aan de behoefte
mogelijkheden optimaal te benutten, het
beste uit zichzelf te halen.
Zone van Naaste Ontwikkeling Afstand tussen het feitelijke ontwikkelingsniveau
zoals vastgesteld door middel van problemen
oplossen door het kind zonder hulp en het
potentiële ontwikkelingsniveau zoals vastgesteld
door problemen oplossen onder volwassen
begeleiding of begeleiding door meer gevorderde
leeftijdsgenoten
, Welbevinden - Mate waarin de klas en opvoedingscontext
tegemoet komen aan de basisbehoeftes van het
kind
- Iemand voelt zich goed
= 'leef plezier'
= 'kwaliteit van leven'.
Betrokkenheid Intensiteit van de activiteiten, hoe betrokken je
bent
Zelf-determinatie theorie - Deci en Ryan
- Gewezen op belang van psychologische
basisbehoeften aan autonomie,
competentie en relationele verbondenheid
- Veronderstellen dat intrinsieke motivatie
van mensen afhankelijk is van de vervulling
van 3 natuurlijke basisbehoeften:
competentie, autonomie en verbondenheid
de.
Autonoom gemotiveerd gedrag - Gevoel van psychologische vrijheid en
keuze
- Komt voor wanneer kind activiteit
interessant/leuk vindt of persoonlijk zinvol
(intrinsieke motivatie) of relevant vindt
(geïdentificeerde regulatie)
- Kind staat volledig achter zijn gedrag
Gecontroleerd gemotiveerd gedrag - Wanneer kind zich onder druk gezet voelt
- Druk kan zijn oorsprong buiten (extern) of
binnen (intern) het kind vinden
HOOFDSTUK 2: DE ONGEBOREN BABY
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper amberhugoy. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.