Gestructureerde en bondige samenvatting van het vak Adolescentiepsychologie (PB2212) aan de Open Universiteit. In de samenvatting komen alle hoofdstukken aan bod van:
- Psychologie van de adolescentie (Wit & Van der Veer)
- Digitale leeromgeving
Oefentoets boek Psychologie van de adolescentie 26e editie Wim Slot - 75 vragen met antwoorden / nieuw 2024
Adolescentiepsychologie PB2122 FLASHCARDS - Open Universiteit september 2024
samenvatting psychologie van de adolescentie
Alles voor dit studieboek (36)
Geschreven voor
Open Universiteit (OU)
Gezondheidspsychologie
Adolescentiepsychologie (PB2212)
Alle documenten voor dit vak (2)
5
beoordelingen
Door: nisrineabousalama • 1 maand geleden
Door: alexacortan • 5 maanden geleden
Super fijne samenvatting die de belangrijke punten aanstipt. Met het boek erbij heb ik aanvullingen kunnen maken.
Door: noah_boshuizen • 1 jaar geleden
Met het doorlezen van deze samenvatting in combinatie met het maken van de oefentoetsen en kort doornemen van de studietaken op Brightspace met gemak een 7.0 gehaald!
Door: hva99 • 11 maanden geleden
Top Noah! Fijn dat je hem gehaald hebt :)
Door: confetti24 • 1 jaar geleden
Door: IAA • 1 jaar geleden
Zowat alles staat erin. Heb een goed cijfer gehaald door jouw samenvatting.
Verkoper
Volgen
hva99
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
1 INLEIDING
1.1 Hoofdstuk 1 – Inleiding
Adolescentie: definitie
Het woord adolescentie wordt gebruikt voor de periode tussen de kinderjaren en de volwassenheid.
Het is een periode van overgang in zowel hormonen als hersenen. Er is verandering op lichamelijk en
mentaal vlak: wie ben ik? De belangrijkste ontwikkelingstaak in deze periode is het ontwikkelen van
eigen identiteit.
- Eigen identiteit ontwikkelen Zichzelf zien als iemand met een eigen herkenbare levensstijl
die consistent is en voor mensen om je heen als herkenbaar.
De afgrenzing van de adolescentie is lastig met ‘harde’ leeftijdsgrenzen aan te duiden. Het kan het
best gekoppeld worden aan de aard en karakter van de ontwikkeling die in deze periode plaatsvindt.
Om toch concreetheid te kunnen bieden, worden er drie stadia van adolescentieleeftijd gegeven:
- Vroege adolescentie 10-13 jaar.
- Midden adolescentie 14-18 jaar.
- Late adolescentie 19-23 jaar.
Meestal wordt gezegd: adolescentie begint in de biologie en eindigt in de cultuur. Hieronder staat
een overzicht hoe het begin en eind van de adolescentie meestal wordt bepaald en de kritische noot
erbij. Daarnaast zijn er veel culturele verschillen. In de westerse samenleving wordt de adolescentie
vooral gezien als het creëren van eigen identiteit en autonomie.
- Beginperiode Meestal objectieve verschijnselen: lengte en geslachtsrijpheid.
o Psychosociale factoren zijn er ook (basis middelbare school)
- Eindperiode Meestal subjectieve verschijnselen: bereiken van de volwassenheid.
o Volwassenheid is geen eindstadium, maar blijft ontwikkelen.
Er is tegenstrijdigheid in de verwachting dat jongeren al vroeg zelfstandig moeten zijn. Dit kan leiden
tot probleemgedrag. De laatste jaren zien we steeds meer emerging adulthood, ofwel ontluikende
volwassenheid. In de geestelijke gezondheidszorg wordt ook gepleit voor transitional care. Dit houdt
in dat de jeugd wordt gedefinieerd als periode tussen 15-24 jaar in plaats van een grens van 18 jaar.
- Emerging adulthood Verlengde adolescentie: meestal tot circa 25 jaar.
o Langer studeren | later werken.
o Later uit huis | later settelen of trouwen.
- Quarterlife crisis Jongeren rond 25 jaar ervaren moeite bij verlengde adolescentie.
Adolescentie: puberteit
De termen adolescentie en puberteit worden vaak door elkaar gehaald. Adolescentie is een breder
spectrum van de gehele overgangsperiode tussen kinderjaren en volwassenheid. Puberteit is hier een
onderdeel van:
- Puberteit Hormonale ontwikkeling die de geslachtsrijping aanstuurt. Het gevolg
is verandering in gedrag en stemmingen: het ‘puberen’.
Adolescentie: Storm and Stress
Adolescentie wordt vaak gezien als ‘de moeilijke leeftijd’. Er wordt gesproken van Storm and Stress.
De opvatting kent echter veel kritiek. Het is een periode die voor bijna iedereen wel stress oplevert,
maar ook bijna iedereen komt hier goed doorheen.
- Storm and Stress Adolescentieperiode is een emotionele beroering en opstandigheid.
1
,Desondanks ervaren sommigen wel degelijk grote problemen in deze periode. Steinberg (2008)
noemt drie aandachtspunten bij het inschatten of deze problemen kunnen duiden op een stoornis:
- Patronen Is het eenmalig stemming of gedrag, of is het een langdurig patroon?
- Diagnostische vraag Is het probleem een symptoom van een stoornis?
- Timing van gedrag Is het probleemgedrag ontstaan voor of tijdens de adolescentie?
o Adolescene-limited: problemen gaan vanzelf weer over.
o Life-course-persistent: problemen ook voor en na adolescentie.
Adolescentie: ontwikkelingsproces in de levensloop
Het ontwikkelingsproces wordt grotendeels bepaald door wat er in de periode voorafgaand aan de
adolescentie is gebeurd. Er zijn verschillende risicofactoren in karaktereigenschappen en omgeving.
Daarnaast is onderscheid te maken tussen intra-individuele veranderingen in verloop van de tijd en
interindividuele verschillen. Hieronder staan drie typen ontwikkelingspsychologische benaderingen:
Adolescentie als karakteristieke ontwikkelingsperiode met verbonden specifieke ontwikkelingstaken
Vanuit dit perspectief wordt de adolescentie gezien als fase vanuit intra-individuele veranderingen.
Als karakteristiek voor de adolescentie-fase wordt vooral gezien:
- Eigen identiteit Het vormen van een eigen identiteit en het bereiken van autonomie.
- Omgaan met conflicten De manier van omgaan met bepaalde innerlijk beleefde conflicten.
- Cognitief functioneren Een bepaald niveau cognitief functioneren, zoals bij morele kwesties.
Naast deze ontwikkelingsniveaus zijn er ook verschillende thema’s en ontwikkelingstaken. Je kunt
hierbij denken aan: positie ten opzichte van ouders, vrije tijd, gezondheid, uiterlijk, woonsituatie,
omgaan met autoriteit, seksualiteit, sociale contacten en onderwijs of werk.
Adolescentie als onderdeel van een ontwikkelingsproces met continue en discontinue momenten
In dit perspectief staat het uitgangspunt centraal dat er een verband is tussen de vroegere en latere
momenten in de ontwikkeling. Er is sprake van continuïteit: de ontwikkeling gaat meestal voort in
dezelfde richting. Soms wordt dit proces onderbroken waardoor er discontinuïteit ontstaat: een
koerswijzigingen, meestal psychosociaal. Dit kan ontstaan door life events, ofwel levensgebeurtenis.
Hieronder staan een aantal voorbeelden.
- Continuïteit Latere ervaringen zijn consistent met eerdere ervaringen.
- Discontinuïteit Belangrijke wendingen in de levensloop treden op.
o Negatief: echtscheiding ouders | verhuizing | seksueel misbruik.
o Positief: verhuizing| financiële beurs | selectie sportteam.
Ontwikkelingspsychopathologie: het samenspel tussen individu en omgeving
Vanuit dit perspectief wordt gekeken naar omgevingsfactoren en individuele verschillen. Er zijn drie
manieren van persoon-omgeving interactie. Tijdens de adolescentie is een verandering van passieve
naar actieve interacties. De evocatieve interactie lijkt in de adolescentie een belangrijke plaats in te
nemen, maar speelt in de hele levensloop een rol.
- Passieve interactie Het individu krijgt de omgeving die door ouders wordt aangeboden.
o De omgeving verandert niet door het individu.
- Evocatieve interactie Het individu beïnvloedt de omgeving door reacties.
o De omgeving verandert door reacties van het individu.
- Actieve interactie Het individu selecteert de omgeving. Zoeken naar vrienden of werk.
o De omgeving verandert door acties van het individu.
2
,Epigenetica toont dat de effecten van het individu soms afhangen van de omgeving. Denk hierbij aan
het diathesis-stress model, waarbij kwetsbaren extra vatbaar zijn voor negatieve omgevingsfactoren.
Uit recent onderzoek lijken deze jongeren echter ook vatbaarder voor positieve omgevingsfactoren.
Dit noemt men differential susceptibility (= individueel verschillende vatbaarheid). Samenspel tussen
individu en omgeving wordt verdeeld in twee mechanismen:
- Mediatie Effect van de omgeving op het gedrag loopt via de persoon.
o Bv pesten lage zelfwaardering depressie.
- Moderatie Effect van de omgeving hangt direct af van persoonskenmerken.
o Bv adrenalinejunk komt wel in de problemen, een ander niet.
1.2 Hoofdstuk 2 – Theorieën over de adolescentie
Ontwikkelingstheorie: theorie van de ontwikkelingstaak
Ontwikkeling wordt omschreven als alle veranderingen in menselijk gedrag die samenhangen met de
leeftijd. Een beperking van de meeste ontwikkelingstheorieën is dat ze zich enkel op één aspect van
het menselijk functioneren richten. De theorie van de ontwikkelingstaak is een uitzondering en richt
zich op meerdere aspecten.
- Ontwikkelingstaak Een reeks opgaven in een bepaalde fase die de persoon moet
volbrengen in relatie tot de omgeving.
Het volbrengen van de ontwikkelingstaak geeft tevredenheid en positieve reacties. In de theorie van
de ontwikkelingstaak worden taken door drie invloeden bepaald:
- Lichamelijke ontwikkeling Bv leren aanvaarden hoe je lichaam eruitziet na de puberteit.
- Verwachting uit omgeving Bv je voorbereiden op je latere beroep.
- Eigen waarden en aspiraties Bv je vindt het belangrijk om je familie te steunen.
De invloeden kunnen gekoppeld worden aan drie determinanten van ontwikkeling in de levensloop:
Determinant Voorbeeld (Niet-)normatief Ontwikkelingstaak
Leeftijdsgebonden Biologische + omgevingsfactoren Normatief Alle jongeren en alle
- Geslachtsrijping - Eenzelfde leeftijd leeftijden
- Maatschappelijke verwachting - Vooral kinderen
- Overgang van onderwijs
Geschiedenis Historische gebeurtenissen Normatief Alleen jongeren in een
- Epidemie | oorlog - Eenzelfde generatie bepaalde periode van
- Klimaatproblematiek - Vooral adolescentie de geschiedenis
- Economische crisis - Vooral jongvolwassen
- Opkomst sociale media
Levensgebeurteni Uniek persoonlijke gebeurtenissen Niet-normatief Alleen jongeren met
s - Ziekte / ongeval - Vooral hogere leeftijd privé verandering in
- Scheiding hun leven
- Werkeloosheid
Ontwikkelingstheorie: benaderingen van de adolescentie
Vanuit de ontwikkelingstheorieën staan twee vragen centraal. Bij adolescentie is er ook een derde:
- Wat ontwikkelt zich?
- Welke bijdrage leveren het individu (nature) en de omgeving (nurture) aan de ontwikkeling?
- Komen de gedragingen van jongeren overeen met het stereotiepe beeld (= Storm and Stress)?
3
, Hieronder staan de vier theoretische benaderingen:
- Psychoanalytische theorieën Normatief: gericht op de persoon van het klassieke type.
- Cognitieve theorieën Normatief: gericht op de persoon van het klassieke type.
- Contextuele theorieën Niet-normatief: rol van omgeving en persoonlijke kenmerken.
- Dynamische systeemtheorie Niet-normatief: rol van omgeving en persoonlijke kenmerken.
Psychoanalytische theorieën (Sigmund Freud)
Vanuit deze theorie vindt de ontwikkeling plaats door emoties. Er kan gekeken worden vanuit een
drift-afweer visie en een relationele visie. De ontwikkeling wordt gestuurd door onbewuste driften,
zoals seksuele impulsen. In de basisschoolperiode wordt dit onderdrukt, maar in de puberteit komen
deze impulsen weer omhoog. Om dit te onderdrukken zijn afweermechanismen nodig. Anna Freud
noemt twee manieren:
- Ascetisme Adolescenten ontzeggen zichzelf plezier omdat ze bang zijn controle
te verliezen. Bv afleiding met studieplanning of intensief sporten.
- Intellectualisering Belangrijke emotionele conflicten worden ontdaan van elke emotie.
Cognitieve theorieën (Piaget)
Vanuit deze theorie vindt de ontwikkeling plaats door denken. Het gaat om de overgang van denken
als kind naar volwassenheid, waardoor jongeren nadenken over hun eigen denken. De overgang leidt
bij adolescenten tot een vertekende perceptie van de maatschappij en de eigen persoon. Er is sprake
van egocentrisme en idealisme.
- Kinderen Concreet-operationeel denken: op een concrete manier.
- Jongeren Formeel-operationeel denken: op een abstracte manier.
o Idealisme Onnodig risico nemen en idealistisch denken.
o Egocentrisme Denken dat hun gevoelens uniek zijn.
Contextuele theorieën
Vanuit deze theorie vindt de ontwikkeling plaats met een gedetailleerde rol van de sociale omgeving
in de psychologische ontwikkeling. De sociale context zijn relaties met anderen die belangrijk zijn.
Ecologische theorie (Bronfenbrenner)
De ecologische theorie van Bronfenbrenner geeft een gedetailleerde beschrijving van de omgeving
waarin de ontwikkeling plaatsvindt. Er zijn vijf niveaus in de interactie tussen individu en omgeving:
- Microsysteem Activiteit of relatie in directe omgeving: gezin | peers | school | club.
- Mesosysteem Wederzijdse processen tussen twee microsystemen: ouders | school.
- Exosysteem Geen direct contact, maar wel invloed: werk ouder | buurt | stad.
- Macrosysteem Cultuur waar de adolescent in zit: wetgeving | economie | normen.
- Chronosysteem De andere 4 systemen, de sociale omgeving, verandert over de tijd.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hva99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.