Lecture 1. Welcome to Sociological Theory 1
Theorieën beschrijven een bepaald beeld van empirische realiteit. Ze beschrijven deze ‘realiteit’ door
middel van concepten. De vertaling van deze ‘realiteit’ wordt beschreven aan de hand van de relaties
tussen deze concepten.
● Concepten = formele (het verandert niet van dag tot dag) en gegeneraliseerde (abstracte)
ideeën.
● Empirische realiteit = alles wat je kan waarnemen en wat je kan meten.
Het uitleggen van de werkelijkheid gaat over relaties tussen concepten. Als dit gebeurt dan gebeurt
dat..
Sommige sociologen geloven dat de enige manier om een theorie te kunnen aannemen is door
middel van falsificatie. Falsificatie = het gaat niet om de bevestiging maar om de weerlegging van
een theorie. Elke theorie die voorspellingen doet die in principe gefalsifieerd kunnen worden is een
wetenschappelijke theorie.
Het is belangrijk om oude theorieën te bestuderen, omdat dit de basis is van onze kennis nu. Een
belangrijke oude theorie is bijvoorbeeld Positivisme
Positivisme
● Empirische observaties staan centraal.
○ Wetenschappelijke debatten moeten draaien om hoe empirische waarnemingen
worden gedaan, niet om theoretische aannames
● De focus ligt op het proces
○ Proces is alleen mogelijk door het verbeteren van methodes en technieken van
empirische observaties en analyses.
Het ontwikkelen van sociologische intuïtie
● Een groot deel van het sociale leven, met zijn meedogenloze vernieuwing en verandering,
kan niet worden geformaliseerd in universele uitspraken
○ Kijk maar eens naar het coronavirus. Dit veranderde een hele boel in hoe we
bijvoorbeeld met elkaar omgingen.
● In plaats van formules of formele definities uit het hoofd te leren en toe te passen, moeten
sociologen sociologisch leren denken
● De eerste sociologen hadden moeite om verschijnselen te begrijpen die nog steeds centraal
staan in de sociologie. Zij hadden niet de ‘tools’ om deze verschijnselen uit te leggen en te
benoemen. Maar daardoor gingen ze hun eigen theoretische taal en concepten ontwikkelen.
Dekoloniseren van sociology
De eerste grote sociologen waren blanken mannen, hierdoor kunnen hun teksten en literatuur erg
biased zijn. Zij leefden in een tijd van kolonisatie. Dit moeten we dan ook in acht nemen bij het
bestuderen van hun teksten. Je moet proberen de biased er uit te filteren. Sociologie werd gevormd
door en droeg bij aan het koloniale episteme (een intellectuele waarheid), ideeën over koloniale
verschillen en hiërarchie.
De tekst van Meghij’s gaat over deze biased er uit filteren.
Sociologie dekoloniseren is zich bewust zijn van en kritisch zijn over het koloniale episteme.
Er zijn twee belangrijke episteme uit die tijd:
1
, 1. Coloniality of time: de notie van evolutie en vooruitgang waarbij het Westen het meest
geavanceerd is ('beschaafd'). Hiërarchie tussen samenlevingen creëren.
2. Coloniality of being: het idee dat blanke mannen het meest volledig 'mens' waren, en alle
anderen onmenselijk.
Social interactions and interdependencies
● Sociale interacties: waar de sociale interactie is, sociaal leven.
● Interdependencies: we zijn als mensen gebonden aan elkaar. We zijn afhankelijk van
elkaar.
○ 4 basistypes dat mensen verbindt aan elkaar. Individueel en collectief
■ Cognitief: kennis en cultuur
■ Affectief: positieve en negatieve emoties
■ Politiek: fysieke dwang en bescherming
■ Economisch: materiële middelen
○ Vaak zijn deze interdependencies (afhankelijkheden) asymmetrisch. De ene persoon
is meer afhankelijk dan de ander. Als dit het geval is dan is er geen evenredige
machtsverhoudingen.
Hoe staan interacties en interdependencies in verhouding met elkaar:
● Sociale interacties zijn de kleinste unit van sociale realiteit.
○ Wie jij bent als persoon wordt gevormd door eerdere sociale interacties.
● Onderlinge afhankelijkheden komen voort uit sociale interacties en hun voortbestaan moet
worden ondersteund door sociale interacties, maar interdependenties, eenmaal gegenereerd,
bestaan ook zonder directe sociale interactie.
○ in samenlevingen met een sterke mate van arbeidsdeling zijn mensen afhankelijk van
vele anderen die ze niet persoonlijk kennen.
Long term developments in interdependencies: social differentiation and social solidarity
● Social differentiation → alle mensen in de arbeidsverdeling doen een specifieke taak in
deze verdeling. Dat is het idee van social differentiation. Mensen krijgen specifieke rollen in
bijvoorbeelde de publieke sfeer maar ook in hun privésfeer. Het gaat dus verder dan alleen je
werk, mensen hebben specifieke rollen.
● Social solidarity → Durkheim ontdekte een verband tussen het type sociale solidariteit en de
mate van arbeidsverdeling. Wanneer er in een samenleving een kleine arbeidsverdeling is
dan werken vele mensen samen om een product te produceren (hoge mate van
interdependenties). Met een grote arbeidsverdeling is er een minder hoge solidariteit.
○ Sociale arbeidsdeling: toenemende differentiatie (specialisatie) van de relaties tussen
mensen.
Lecture 2. Social facts, anomie and social solidarity
Durkheim’s (een belangrijke socioloog) favoriete onderwerp → morele orde = consensus over wat
goed en fout is. Sociologen moeten morele orde empirisch bestuderen.
● Durkheim ging ervan uit dat de aard van de mens was dat ze altijd meer en meer willen. Nooit
bevredigd. Dus mensen zijn eigenlijk ‘niet vrij’ by nature. Omdat ze maar meer en meer willen
ze worden dus gedreven door hun verlangens in hun handelen en dat maakt de mens niet
vrij.
● Morele orde beperkt het eindeloze en egocentrische nastreven van verlangens. Er is orde in
een samenleving nodig om mensen te temmen dat ze niet alleen hun eigen verlangens
nastreven.
● Anomie: ‘normloosheid’, maar beter begrepen als contrasterende of tegenstrijdige normen en
waarden. Anomie houdt een gemoedstoestand van individuen in, die gekenmerkt wordt door
2
, afwezigheid of afwijzen van standaarden of waarden. Het wordt ook beschouwd als sociale
stoornis.
Waar heeft Durkheim deze ideeën van?:
● Kolonialisme, het Europees gecentreerde idee dat samenlevingen evolueren van ‘primitief’
naar ‘geavanceerd’
● Biologie, de evolutionaire en functionalist perspectief
● Economie, het werk van Adam Smith
● Sociologie, het werk van Spencer
Een belangrijke quote van Spencer: we moeten niet de arme helpen, want uiteindelijk komen ze naar
de middenklasse en door ze te helpen vertraag je hun eigen evolutie. “Survival of the fittest”.
Spencer gebruikt biologie om de ontwikkeling naar sociale differentiatie te begrijpen:
● De samenleving als ‘super-organisme’: de delen van de samenleving voorzien in elke
functie, zoals de organen van een organisme.
● Evolutie voor Spencer is: van eenvoudige naar meer complexe levensvormen, een proces
waarbij het volume (meer mensen) toeneemt, differentiatie en integratie tussen onderdelen
● De taak van de sociologie is om de wetten te vinden die de evolutie naar sociale differentiatie
verklaren.
Spencer’s theorie van sociale evaluatie
● Concurrentie resulteert in tegenovergestelde sociale eenheden → toenemend aantal
individuen en grootte van het grondgebied. Door de concurrentie trekken groepen naar elkaar
toe om zodoende zichzelf te kunnen verdedigen.
○ Dit brengt:
■ Toenemende heterogeniteit van functies (regulering, productie en distributie).
Doordat de grootte van groepen toenemen biedt dit de mogelijkheid voor
sommige mensen om zich te specialiseren. Want niet iedereen hoeft
hetzelfde te doen.
■ Toenemende bepaaldheid (een geheel met bepaalde delen). Rollen worden
toegeëigend. Het is duidelijker wie wat doet.
■ Toenemende integratie (heterogeniteit creëert uitgebreide onderlinge
afhankelijkheden)
● Het proces is niet unilineair. Dit proces kan ook andersom gaan, door bijvoorbeeld oorlog.
Sociale differentiatie is een proces waarbij een aanvankelijk homogeen sociaal systeem wordt
opgedeeld in subsystemen met elk hun eigen functie, karakter en samenstelling.
● Meer/ specifiekere interdependencies tussen de leden van de samenleving
Sociale differentiatie in termen van interdependencies (onderlinge afhankelijkheden)
● Volgens de theorie van Spencer ontwikkelen samenlevingen tot steeds uitgebreidere
netwerken van steeds meer gespecialiseerde onderlinge afhankelijkheden. Deze connecties
en afhankelijkheden worden steeds specifieker.
● Durkheim’s probleem hiermee: hoe correleert dit met de moral order?
Nu gaan we verder met een andere denkwijze van Durkheim. Hij wil namelijk graag dat de
samenleving wordt gezien als een geheel nieuw onderzoeksgebied. Samenlevingen zijn namelijk zo
complex dat je ze op een geheel eigen wijze moet bestuderen. Waarom is deze nieuwe bestudeer
wijze nodig volgens Durkheim?:
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noorhagenbeek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,69. Je zit daarna nergens aan vast.