FLORIS BATENBURG
Kunstbeschouwing 2015
EEUWIGE SCHOONHEID
E.H. Gombrich
,Samenvatting Eeuwige
Schoonheid
Voorwoord
Voor uw neus ziet u een samenvatting van een fantastisch boek, wat, in ieder
geval bij mij, de liefde voor de kunst nog meer heeft aangewakkerd. Het was niet
eenvoudig om Eeuwige Schoonheid samen te vatten. Dit, omdat het in feite al
een samenvatting is. Toch denk ik een prima uittreksel overgehouden te hebben.
Gombrich is een fantastisch schrijver. Hij weet het complexe op een heldere
manier uit te leggen. Ik heb geprobeerd zijn streven zoveel mogelijk levend te
houden door hem vaak letterlijk over te nemen. Waarom iets wat perfect is
veranderen? In de tekst staan 100 dikgedrukte namen van kunstwerken. De
namen van de kunstenaars staan onderstreept. Dit zijn de kunstwerken die we
moeten leren voor het tentamen. Deze lijst is op onovertrefbare wijze
samengesteld door Fenke Berkheij. Ik verwijs jullie daarom ook graag door naar
haar PowerPoint. Ik heb er bewust voor gekozen de 100 afbeeldingen niet in dit
document bij te voegen. Dan zou dit namelijk een heel veel megabyte bevattend
bestand worden. Gelukkig kun je de meeste kunstwerken ook in Eeuwige
Schoonheid vinden. Blader met lezen van deze samenvatting gerust mee in het
boek, de aantekeningen van Rien Claassen en Swenne van Roosmalen en de
PowerPoint. Voor de ultieme leerervaring.
Ook zie je soms een voetnoot met een link naar kunstwerk. Dit is ter versterking
van het leereffect, zien doet leren. Deze werken hoeven we echter niet uit ons
hoofd te weten voor de toets, maar het kan geen kwaad om ze te zien, om zo de
theorie beter te begrijpen.
Om dit allemaal op papier te krijgen, heb ik behoorlijk wat uurtjes achter mijn
laptop gezeten. En ik heb geprobeerd, hoe lastig het ook was, het zo beknopt als
mogelijk te houden. Maar het was het waard. Ik hoop dat jullie mede door deze
samenvatting een goed cijfer mogen halen.
F.C.C.B. juni 2015
Inleiding
Er is geen kunst. Alleen kunstenaars. Er zijn geen verkeerde redenen om van een
kunstwerk te houden. Alleen verkeerde redenen om niet van een kunstwerk te
houden. Dit kan komen doordat het de waarheid niet goed representeert. De
schoonheid van het voorwerp hangt niet af van de schoonheid van het
onderwerp. Wat voor schoonheid geldt, geldt ook voor uitdrukking.
Er zijn twee dingen die we ons altijd moeten afvragen als wij iets op de
nauwkeurigheid van de schilder hebben aan te merken:
1. Heeft de kunstenaar redenen gehad de uiterlijke verschijning van wat hij zag
te veranderen?
2. Nooit moet je een werk veroordelen als verkeerd, tenzij je jezelf er grondig van
verzekerd dat je gelijk hebt en de maker niet.
,Het is onmogelijk regels op te stellen voor hoe iets gemaakt moet worden de
door de kunstenaar. Want, we weten niet wat de kunstenaars van plan is te
bereiken.
Men raakt over kunst nooit uitgeleerd. Wordt door kennis echter niet snobistisch,
bekijk kunst altijd met nieuwe ogen.
Hoofdstuk 1: Een vreemd begin
Prehistorische en primitieve volken; het oude Amerika
Wij weten niet meer over het eerste ontstaan van kunst dan over het ontstaan
van taal.
Kunst moet altijd een functie hebben. Godsdienstig, politiek, allegorisch, wat dan
ook. Weten we het doel van het kunstwerk niet, dan is het ook moeilijker deze te
beoordelen.
Beelden en schilderingen van prehistorische volken dienen omwille van hun
magische kracht: bescherming tegen andere machten. Een afbeelding van dieren
op rotswanden zouden er voor zorgen dat deze geen weerstand meer zouden
bieden tijdens de jacht.
Primitieve kunst werkt volgens vaststaande regels (tradities) en geeft de
kunstenaar toch de gelegenheid te tonen wat hij waard is. Primitieve kunst houdt
niet in dat deze kunstenaars ook slechts een primitieve kennis van hun handwerk
hebben. Integendeel: veel stamleden hadden een hoog niveau aan vaardigheden
in houtsnijden, vlechtwerk, schilderen en metaalbewerking.
Primitieve kunst ziet er vreemd uit. Ook van een simpel voorwerp gaat grote
kracht uit. Magische kracht. Er is in de gedachtegang niet veel nodig dit te
bereiken. Maskers worden gedragen tijdens ceremonies en hadden een sterk
godsdienstig karakter.
Wij weten heel weinig van het geheimzinnige begin van onze kunst, maar als we
de geschiedenis van de kunst wensen te begrijpen doen we er goed aan te
onthouden dat schilderijen en letters in feite bloedverwanten zijn.
Hoofdstuk 2: Kunst voor de eeuwigheid
Egypte, Mesopotamië, Kreta
Kunst is nergens echt ‘’begonnen’’. Het is een traditie, overgegeven van
leermeester op leerling op verschillende plaatsen. Bijvoorbeeld de Nijldelta:
Egypte. De Griekse meesters gingen in de leer bij de Egyptenaren, en wij,
Europeanen, zijn leerlingen van de Grieken. Egyptische kunst is dus van groot
belang.
De ontwikkeling van de Egyptische kunst staat parallel aan die van het
godsdienstige besef. Behouden van het lichaam (mummies) was niet genoeg.
Ook de beeltenis moest bewaard blijven. Beiden moesten
Egyptisch gehuisvest worden. Vandaar de piramides en grafkelders. Kunst
moest in leven houden. Het bekendste voorbeeld hiervan, zijn de
Piramiden van Gizeh (2600 v. Chr.).
,De combinatie van geometrische regelmaat en scherpe natuurobservatie is
karakteristiek voor de gehele Egyptische kunst.
Egyptische schilders beelden het werkelijke leven op een heel andere manier af
dan wij doen. Egyptische kunst moest volledig zijn, niet mooi. Het was de taak
van de schilder alles zo duidelijk en blijvend te vereeuwigen als maar mogelijk
was. Er waren dus strenge regels om deze duidelijkheid te bereiken. Hun
methode lijkt haast meer op die van een cartograaf dan die van een schilder.
Volledig en duidelijk.
Eigenlijk heeft de Egyptische methode zelfs grote voordelen. Niets op deze
schilderingen maakt de indruk van op goed geluk te zijn gedaan. Eén van de
belangrijkste dingen in de Egyptische kunst is dat alle beelden, schilderingen en
bouwkundige vormen hun plaats schijnen in te nemen alsof zij luisteren naar een
wet. Wij noemen zo’n wet waaraan alle scheppingen van een volk schijnen te
gehoorzamen een stijl.
Egyptische kunst kent evenwicht en strenge harmonie. In
drieduizend jaar Egyptische kunst is er maar weinig veranderd.
Egyptisch,
Amarna- Alleen onder farao Achnaton werd er afgeweken van de Egyptische
invloeden
stijl, maar dit werd na zijn dood weer hersteld. Een bekend
kunstwerk in die stijl is een afbeelding van Toetanchamon en zijn
vrouw (1330 v. Chr.).
We weten dus veel van Egyptische kunst. Van de Mesopotamische kunst weten
we echter een stuk minder. Dit heeft twee redenen: ten eerste is er weinig
bewaard gebleven van deze kunst. Maar ten tweede en als voornaamste reden,
deze mensen geloofde niet dat het menselijke lichaam en zijn evenbeeld in de
kunst bewaard moesten blijven om het voortbestaan van de ziel te verzekeren.
Van hetgene dat overgebleven is gaat veel gevoel voor symmetrie en
nauwkeurigheid uit. Er zijn volledige beeldkronieken van succesvolle militaire
campagnes. Je zou het zelfs al pochen en propaganda kunnen noemen. Deze
kunst was toen blijkbaar reeds gevorderd. Toch zie je ook hier nog een bijgeloof.
Achter een schildering steekt meer dan het geschilderde alleen 1.
Hoofdstuk 3: Het grote ontwaken
Griekenland van de zevende tot de vijfde eeuw v. Chr.
De eerste kunststijlen werden geschapen voor oosterse despoten in de landen
van de grote oasen, waar de zon meedogenloos brandt en waar alleen het land
dat door rivieren wordt overstroomd voedsel voortbrengt. Deze stijlen bleven
gedurende duizenden jaren onveranderd. Heel ander waren de omstandigheden
in het zachtere, mediterraanse klimaat. Het begon op Kreta, de Myceense kunst.
De eerste kunst uit Griekenland heeft een ruw en primitief aanzien. Een strikte
tekenwijze die overgegaan lijkt te zijn in de bouwkunst (Dorisch).
Toen de Griekse kunstenaars beelden in steen gingen maken, begonnen zij waar
de Egyptenaren en Assyriërs waren opgehouden. Hier vond dus een verandering
plaats. Het was niet meer aan de orde een formule voor het uitbeelden van het
1 Monument van koning Naramsin (2270 v. Chr.)
,menselijke lichaam kant-en-klaar over te nemen. Iedere Griekse beeldhouwer
wilde erachter komen hoe hij een bepaald menselijk lichaam moest weergeven.
De ogen werden geopend, de eerste probeersels mislukte. Maar de Grieken
hadden een weg ingeslagen die geen terugkeer toeliet. De
Archaïsch gebroeders Cleobis en Biton (615-590 v. Chr.) van Polymedes
e stijl van Argos is een vroege weergave van archaïsche beeldhouwkunst.
De Griekse schilders volgden de weg van de beeldhouwers. De schilders deden
de grootste ontdekking van alle ontdekkingen: het verkort. Een geweldig
moment in de geschiedenis van de beeldende kunst, iets voor 500 v. Chr.,
kunstenaars durfden voor het eerst een voet van voren gezien, af te beelden. De
kunstenaar wilden niet op de voor het oog duidelijke manier schilderen, maar
hield rekening met de hoek waaruit hij dingen zag.
Deze grote ontdekking vond plaats in een periode waarin de wetenschap en
wijsbegeerte zich ontwikkelde. Men had twijfels aan de godenwereld en de
mythologie. Kunstenaars behoorde echter nog niet tot de hoge klassen, filosofen
en rijke Grieken keken nog op hen neer. Niet toevallig bereikte de
Dorisch Griekse kunst haar hoogtepunt toen de Atheense democratie het
hoogste niveau bereikte. Dit kwam ook tot uiting in de architectuur,
met het Parthenon (540 v. Chr.) op de Acropolis als bekendste voorbeeld.
Ieder Grieks werk uit deze periode manifesteert deze wijsheid en vaardigheid in
de opstelling van de figuren, maar er was iets dat de Grieken uit die tijd nog
waardevoller vonden: deze pas verworven vrijheid het menselijk
Klassiek lichaam in elke houding of beweging weer te geven, kon worden
Grieks
gebruikt om het innerlijke leven van de afgebeelde figuren te
weerspiegelen. De discuswerper (540 v. Chr.) van Myron laat zien hoe men
experimenteerde met de beweging van het menselijke lichaam.
Hoofdstuk 4: Het rijk der schoonheid
Griekenland en de Griekse wereld, vierde eeuw v. Chr. tot eerste eeuw
n. Chr.
Kunst was omstreeks 520 en 420 v. Chr. volledig vrij geworden. Mensen
begonnen het belang van de kunst in te zien. Men begon te spreken over de
verschillende scholen in de kunst; verschillende methoden, stijlen en tradities die
meesters in verschillende steden onderscheidden. Dit prikkelde de kunstenaars
tot steeds grotere inspanning en het scheppen van verscheidenheid.
In de architectuur uitte dit zich doordat men verschillende stijlen naast en door
elkaar heen gingen gebruiken. Naast de Dorische stijl kwamen ook de Ionische
stijl en later de Korintische stijl op.
In de vierde eeuw veranderde de verhouding tot de kunst. De mensen gingen
over schilderijen en beelden spreken zoals zij vroeger over gedichten en
toneelstukken hadden gesproken; zij prezen hun schoonheid of kritiseerden hun
vorm en stijl.
Schoonheid werd verstandelijk bereikt. Geen enkel levend wezen is in
werkelijkheid zo symmetrisch, goedgebouwd en mooi als die Griekse beelden.
Griekse kunstenaars ‘idealiseerden’, het volmaakte lichaam moest weergeven
worden. En door het uitbeelden van goden kon dat streven ten uitvoer gebracht
,worden. Zo ook bij de Hermes met de jonge Dionysos (340 v. Chr.) van
Praxiteles. Praxiteles was de grootste van zijn tijd. Zijn werken waren bekoorlijk,
zijn scheppingen liefelijk en innemend. Hermes staat er losjes bij, de stijfheid is
verdwenen. Ook de Apollo Belvedère (350 v. Chr.) getuigt van
Klassiek een ideaal mannelijk lichaam, als is er nog wat van het oude
Grieks
schema voor het opstellen van een beeld terug te zien. De Venus
van Milo (200 v. Chr.) is een van de bekendste en moet vanaf de
zijkant bekeken worden. Heldere, natuurlijke uitdrukkingen.
Hellenistis
ch Een beeld was niet persoonlijk, het ging er niet om het individu te
typeren. Het idee van een portret, waarin wij het woord gebruiken, is bij de
Grieken niet opgekomen vóór het laatste deel van de 4 de eeuw. Dit, omdat de
Griekse meesters aanvoelden dat uitdrukkingsvolle gelaatstrekken de
eenvoudige, regelmatige vorm van het hoofd zouden aantasten of teniet doen,
drukten zij menselijke beweging uit. In de dagen van Alexander begint men over
de nieuwe portretkunst te spreken.
Het stichten van een wereldrijk door Alexander was een hoogst belangrijke
gebeurtenis voor de Griekse kunst, want hierdoor ontwikkelde deze zich van een
aangelegenheid van enige stadjes tot de ‘beeldspraak’ voor bijna de halve
wereld. Deze verandering moest wel invloed hebben. Wij verwijzen gewoonlijk
naar de kunstuitingen van deze latere periode niet als die van de Griekse, maar
als die van de Hellenistische kunst.
In de Hellenistische periode ondergaat de Griekse kunst een verandering. De
harmonie en verfijning zijn verdwenen, bewegelijkheid en drama
Hellenistis
ch doen hun intrede. Het beeld van Laocoön en zijn zonen (175-150
v. Chr.) van Polydoros van Rhodos, kenmerkt die bewegelijkheid en drama. Een
vreselijke doodsstrijd speelt zich voor onze ogen af. De band met magie en
religie verdwijnt steeds meer. Kunstenaars deden hun best te tonen waar toe ze
instaat waren, ongeacht de boodschap. Kunst wordt alledaagser.
Hoewel de Grieken de kunst getransformeerd hebben, zien we nog steeds
beginselen uit de Egyptische kunst terug. De Grieken verbraken het starre
verbod en gingen op ontdekkingsreis om steeds meer de uit observatie
gewonnen trekken toe te voegen aan de traditionele afbeeldingen van de wereld.
Maar hun werken zien er nooit uit als spiegels waarin een willekeurig hoekje van
de natuur precies wordt weerkaatst. Zij dragen veeleer het stempel van het brein
dat ze heeft geschapen.
Hoofdstuk 5: Wereldveroveraars
Romeinen, boeddhisten, joden en christenen, eerste tot vierde eeuw n.
Chr.
Wij hebben gezien, dat Pompeji, een Romeinse stad, de hellenistische kunst in
veel opzichten weerspiegelde. Want terwijl de Romeinen de wereld veroverden
en hun eigen keizerrijk op de ruïnes van het hellenistische koninkrijk vestigden,
bleef de kunst min of meer onveranderd. Men kocht Griekse kunstwerken of
kopieën daarvan.
De voortreffelijkste prestatie van de Romeinen was waarschijnlijk het werk van
hun ingenieurs. Wij kennen allemaal hun wegen, aquaducten en publieke
, badhuizen. Het Colosseum (80) is een combinatie van Romeinse
Romeins bouwkunst met Griekse vormen of ‘orden’. Maar het meest
kenmerkende en nieuwe in de Romeinse architectuur is het gebruik
van bogen.
De Romeinen namen over van de Grieken wat hun geschikt leek om aan hun
eigen gewoonten aan te passen. Bijvoorbeeld levensgetrouwe portretten die een
belangrijke rol speelden in de vroegste Romeinse godsdienst. Een gelijkende
afbeelding voor in het hiernamaals, Egypte all over again. Echter zijn de
Romeinse portretten veel levensechter en minder geflatteerd dan de Grieken ooit
hadden geprobeerd.
Door het plaatsen van triomfbogen en zuilen pochte de Romeinen
Romeins met hun schijnbare onverwinnelijkheid. Zo ook met de Trajanus-
zuil (114), een beeldkroniek over Trajanus overwinningen in Dacië.
Ook in India vertelde men doormiddel van beelden verhalen. De beeldhouwkunst
had in India al lang gebloeid voordat de hellenistische invloed het land bereikte;
het verhaal van Boeddha zou veel vertoont worden.
De joden zaten met het ‘’probleem’’ dat ze geen beelden mochten maken uit
vrees voor afgodenverering. Toch zien we afbeeldingen uit het Oude Testament
als muurschilderingen verschijnen. Niet heel levensgetrouw, misschien om op
deze manier zo min mogelijk te zondigen tegen het afbeeldingverbod.
Christenen beelden het goddelijke, Jezus, en ook zijn apostelen, wel af. Het gaat
hier vaak om de boodschap, niet de kwaliteit van de afbeelding. Maar niet alleen
in de godsdienstige werken van die tijd van verval en ineenstorting van het
Romeinse keizerrijk kunnen wij iets van die verschuiving in belangstelling
ontdekken. Er waren niet veel kunstenaars die schenen te geven om dat wat de
Griekse kunst tot glorie had gemaakt: verfijning en harmonie. Het geduld en de
virtuositeit verdween, de kunst wordt ruw en barbaars, zoals een Griek dat zou
vinden. Niet gelijkend, volgens de Romein. Het was het einde van de Oude Tijd.
Hoofdstuk 6: Waar de wegen uiteengaan
Rome en Byzantium, vijfde tot dertiende eeuw
Het jaar 313, Constantijn erkent het christendom als staatsgodsdienst. Zware
problemen volgen. Men had gebouwen voor de eredienst nodig. Dus toen de Kerk
de grootste macht in het keizerrijk was geworden, moest men wel aandacht
hebben voor haar verhouding tot de kunst. Het kon niet in de oude tempels, dus
richtte men nieuwe gebouwen op, basilieken genoemd. De versiering van deze
ontketende hevige disputen. In het godshuis mochten in het geheel geen
beelden komen. Dit werd door de Bijbel veroordeeld in het eerste gebod dat
gesneden beelden verbied.
Echter, tegen schilderingen stond men minder afkeurend. Schilderingen kunnen
voor ongeletterden hetzelfde uitrichtten als het schrift voor hen die kunnen
lezen. Schilderingen moesten dus een verhaal vertellen. De kunstenaars hechtte
, een diepe betekenis aan deze boodschap en dat was ook het voornaamste in het
kunstwerk.
Een schildering lijkt stijf en kil, maar het beeld is duidelijk. De christelijke kunst
van de middeleeuwen is een merkwaardig mengsel geworden van deels
primitieve en deels gekunstelde opvatting. Bepaalde dingen werden van de
Grieken en Romeinen overgenomen. Andere dingen, zoals bijvoorbeeld de
natuurgetrouwheid, werden weggelaten.
Alleen de Byzantijnse kunst blijft dichter bij het natuurgetrouwe, al is het met
mate. De Byzantijnse kunst kenmerkt zich ook door haar grootsheid in heilige
beeltenissen in kerkgebouwen.
Hoofdstuk 7: Een blik naar het oosten
De Islam, China, tweede tot dertiende eeuw
Ook in Azië viel men over de kwestie of men het goddelijke mocht afbeelden. In
de Islam was dit ten strengste verboden. Toch kan de kunst niet onderdrukt
worden en maakte de Arabische kunstenaars schilderingen van patronen en
vormen op ornamenten (arabesken). Vaak werd deze kunstvorm
Islamitisc toegestaan, zolang er geen verband met de godsdienst was.
he
sierkunst
Bouwen konden ze als geen ander, getuigen de grote
paleiscomplexen die de moslims oprichten. Bijvoorbeeld het
Leeuwenhof (1377) in het Alhambra te Granada, een overdaad aan de eerder
genoemde gouden sierpatronen.
Nog strenger dan bij de moslims en christenen, was de druk van de godsdienst
op de Chinese kunst. Van het begin van deze kunst weten we weinig, toch
ontwikkeld zich er een typische Chinese stijl. Deze kenmerkt zich door
zwenkende, gebogen lijnen, abstract en rond. Ook de Chinezen zagen de kunst
als een middel om verhalen te vertellen. Een verzameling van deugdzame
verhalen in de geest van Confucius.
De belangrijkste drijfveer is echter het boeddhisme. Monniken, asceten en
Boeddha zelf werden verwonderlijk natuurgetrouw weergeven. De ronde vormen
smelten samen. Het bracht ook een eerbied voor de kunstenaar teweeg,
overtreffende zelfs de eerbied die met voor de kunstenaar had in Griekenland.
Kunst was een hulpmiddel in de meditatie, het hoogste godsdienstige niveau van
diep nadenken. De kunst is geduldig, het resultaat van observatie en nadenken.
Toch resulteerde deze manier van werken in een ingewikkeld spel wat langzaam
haar waarde verloor. Zowel in China als Japan, wat de Chinese kunst had
overgenomen.
Hoofdstuk 8: De westerse kunst in de smeltkroes
Europa, zesde tot elfde eeuw
500 tot 1000: de donkere tijd van de duistere eeuwen. Een ongeordend tijdvak
met veel verschillende tegen elkaar indruisende stijlen. Er was geen vaste stijl.
De oude werken werden bewaard door de mannen en vrouwen die in kloosters