H1: Keuzes
o Opofferingskosten: de waarde van datgene wat je opoffert om iets anders te krijgen
Speltheorie
- Gevangenendilemma: het
evenwicht dat uiteindelijk Pistolino
tot stand komt, is Bekennen Zwijgen
suboptimaal. Stiletto Bekennen 10 ; 10 1 ; 22
- Nash-evenwicht: je kunt je Zwijgen 22 ; 1 3;3
keuze niet verbeteren, gegeven de keuze van de ander.
- Dominante strategie: de strategie die het meest oplevert.
BV: Als Stiletto bekent, kiest Pistolino voor bekennen (10<22). Als Stiletto zwijgt,
kiest Pistolino voor bekennen (1<3). Pistolino heeft dus een dominante strategie,
omdat bekennen voor hem altijd het meeste oplevert, ongeacht de keuze van
Stiletto.
Als Pistolino bekent, kiest Stiletto bekennen (10<22). Als Pistolino zwijgt, kiest
Stiletto voor bekennen (1<3). Stiletto heeft dus een dominante strategie, omdat
bekennen voor hem altijd het meeste oplevert, ongeacht de keuze van Pistolino.
H2: Risico en informatie
o Risico-zoekend: het zoeken van risico’s
o Risico-neutraal: zowel risico’s niet opzoeken als vermijden.
o Risico-avers: risico’s willen vermijden. Het gevolg van risicoaversie is verzekering.
Asymmetrische informatie: wanneer de ene partij meer informatie heeft dan de
ander. BV: een verkoper weet meer over het product dan de koper.
Problemen die optreden bij verzekeren:
1. Moreel wangedrag.
Dit probleem doet zich voor na het afsluiten van een verzekering. Moreel
wangedrag is wanneer de verzekerde minder voorzichtig met zijn spullen omgaat,
omdat hij weet dat het wel betaald wordt.
Oplossingen:
- Instellen van eigen risico: zorgt voor lagere premie.
- Instellen van bonus-malusregeling: wanneer je schade maakt, gaat je premie
omhoog, zo niet, gaat deze omlaag.
- Het invoeren van een maximumvergoeding bij schade.
2. Averechtse selectie
Dit probleem doet zich voor vóór het afsluiten van een verzekering. Dit komt
wanneer de slechte risico’s de goede verdrijven. BV: alle slordig rijdende mensen
dienen veel schade in, waardoor de premie hoger wordt voor de nette rijders,
waardoor zij zich niet meer gaan verzekeren.
Oplossingen:
, - Premiedifferentiatie: voor verschillende groepen geldt een verschillende premie
(BV: fiets verzekeren in Amsterdam duurder dan in Enschede)
- Eigen risico
- Bonus-malusregeling
- Gedwongen deelname (door de overheid), BV zorgverzekering.
o Principaal-agentprobleem: de principaal (opdrachtgever) heeft meer belang bij het
uitvoeren van de taak dan de agent (degene die de opdracht uitvoert). De principaal
kan moeilijk overzicht houden over de agent (BV een teamleider bij een
vakkenvuller). Er is sprake van asymmetrische informatie en
belangentegenstelling. De chef wil dat de winkel goed gevuld is, de vakkenvuller
maakt het niet zo veel uit, hij wil het leuk hebben.
Om dit probleem op te lossen komen transactiekosten
- Bij een vraag: benoem de principaal en agent, en leg asymmetrische informatie
uit, waar zit de belangentegenstelling.
H3: Inkomen en belasting
Elk soort inkomen heeft zijn eigen belasting:
- Box 1: Inkomen uit arbeid
- Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang (grootaandeelhouders)
- Box 3: Inkomen uit vermogen Schijf Tariefpercentage Van Tot
Box 1: Stappenplan 1e schijf 37,10% €0 €68.507
1) Bepaal het bruto jaarloon. 2e schijf 49,5% > 68.507
2) Bereken het belastbaar
inkomen= bruto-inkomen + bijtellingen – aftrekposten
3) Bereken de heffing volgens de schijven = totale heffingsbedrag
4) Bereken de te betalen inkomensheffing = totale heffingsbedrag –
heffingskorting
- Aftrekposten en bijtellingen hebben dus invloed op het belastbaar inkomen,
heffingskortingen worden in mindering gebracht op het totale heffingsbedrag (na
het berekenen van de heffing volgens de schijven)
o Gemiddelde belastingdruk = inkomensheffing/bruto inkomen x 100%
o Marginaal tarief = hoeveel betaal je extra over €1?
- BV: als je gemiddelde belastingdruk in de eerste schijf valt, betaal je over 1 extra
euro dus 37,1%. Als deze in de tweede schijf valt, betaal je dus 49,5%.
Soorten belastingstelsels:
1. Proportioneel: gemiddelde belastingdruk verandert niet.
2. Progressief: gemiddelde belastingdruk stijgt met inkomen, rijken betalen relatief
meer belasting (BV: NL).
3. Degressief: gemiddelde belastingdruk daalt met inkomen, rijken betalen relatief
minder belasting.
o Primaire inkomen (arbeids-/kapitaalinkomen) + sociale uitkeringen – belastingen –
premies = secundair/besteedbaar inkomen.
o De overheid beïnvloedt de verdeling van inkomens via belastingen, toeslagen en
sociale uitkeringen. Ze wil de inkomensverschillen verminderen door belasting, maar
kan ook niet te veel doen zonder de economie te verstoren en belastingontwijking te
vermijden. De overheid meet de inkomensongelijkheid met:
1. De Lorenzcurve: hoe groter de ‘buik’, hoe groter de ongelijkheid.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper brittverbeek47. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,89. Je zit daarna nergens aan vast.