Dit is een samenvatting van moleculaire celbiologie deel 2, hoofdstuk 15, gegeven door Peter Vangheluwe.
De samenvatting behandelt de slides, het boek en alle notities van tijdens de les.
De samenvatting is heel volledig en bevat veel grote foto's, vandaar dat het wel wat pagina's telt.
Hoofdstuk 15: Intracellulaire
compartimenten en transport
Inhoudsopgave
H15: Centrale vraagstelling .............................................................................................................................. 2
15.1 Membraan omsloten organellen .............................................................................................................. 3
15.1.1. Een overzicht van de membraanomsloten compartimenten.................................................................. 3
De belangrijkste compartimenten in een cel................................................................................................. 3
Overzicht van het aantal celcompartimenten in een cel en hun celvolume ................................................. 5
Belangrijkste functies van de intracellulaire compartimenten...................................................................... 6
15.1.2. Evolutie van membraan-omsloten organellen ....................................................................................... 6
Ontstaan van het ER en kernomhulsel .......................................................................................................... 6
Ontstaan van mitochondriën en chloroplasten ............................................................................................. 7
15.2. Proteïnesortering .................................................................................................................................... 8
15.2.1. Drie verschillende mechanismen voor import van proteïnen in membraan-omsloten compartimenten 8
15.2.2. Signaalsequenties sturen eiwitten naar het juiste compartiment ........................................................ 10
15.2.3. De nucleus importeert eiwitten via het kernporiecomplex ................................................................... 11
15.2.4. Eiwitten worden ontplooid voor opname in de mitochondriën ............................................................ 13
15.2.5. Eiwitten worden tijdens de synthese het ER binnengebracht ............................................................... 14
Cytosolaire en ER ribosomen komen uit eenzelfde pool ............................................................................. 15
15.2.6. Een solubel eiwit komt in het ER lumen via het translocon .................................................................. 16
Transfer van een solubel ER eiwit door het translocon ............................................................................... 16
15.2.7. Start en stop signalen bepalen de topologie van een transmembraaneiwit in de lipide membraan →
Single pass TM eiwit ......................................................................................................................................... 17
Een “dubbel TM” membraanproteïne gebruikt een interne start transfersequentie → Multi pass TM eiwit
..................................................................................................................................................................... 18
15.3. Vesikeltransport .................................................................................................................................... 20
15.3.1. Transport vesikels verplaatsen oplosbare eiwitten en membraaneiwitten tussen compartimenten ... 20
15.3.2. Een proteïnemantel helpt vesikels vormen ........................................................................................... 21
Clathrine mantel vesikels transporteren een geselecteerde cargo ............................................................. 22
COP vs clathrine coat ................................................................................................................................... 23
Verschillende combinaties coating eiwit/cargobindend eiwit bepalen origine en bestemming van een
transport vesikel .......................................................................................................................................... 23
COP vs clathrine coat mantels ..................................................................................................................... 24
15.3.3. Vesikel docking en fusie hangt af van Tethers en SNAREs .................................................................... 24
SNAREs helpen de membraanfusie ............................................................................................................. 25
15.4. Secretorische wegen.............................................................................................................................. 26
15.4.1. Post-translationele modificaties in het lumen van het ER .................................................................... 26
N-linked glycolysering in het ER: co-translationeel ..................................................................................... 27
15.4.2. Exit uit het ER hangt af van een kwaliteitscontrole .............................................................................. 27
1
, Storing in de kwaliteitscontrole ................................................................................................................... 28
Kwaliteitscontrole gaat gepaard met het trimmen van de eindstandige glucose = exitsignaal .................. 29
15.4.3. Misfolded proteïnen in het lumen van het ER stimuleren de aanmaak van chaperones en expansie van
het ER ............................................................................................................................................................... 30
15.4.4. Eiwitten worden verder gemodificeerd en gesorteerd in het Golgi-apparaat ...................................... 30
Verdere modificaties van de suikerboom in het Golgi ................................................................................ 32
Vesiculair transport kan gevolgd worden met GFP-fusie eiwitten .............................................................. 32
15.4.5. Secretorische eiwitten worden vrijgezet uit de cel via exocytose ......................................................... 33
Geregelde vs. constitutieve exocytose ........................................................................................................ 33
15.5. Endocytotische wegen ........................................................................................................................... 34
15.5.1. Gespecialiseerde fagociterende cellen nemen grote partikels op ........................................................ 35
Fagocytose van een bacterie door een witte bloedcel ................................................................................ 35
15.5.2. Opname van vloeistof en macromoleculen via pinocytosis .................................................................. 37
15.5.3. Receptor-gemedieerde endocytose ...................................................................................................... 37
15.5.4. Sortering van ge-endocyteerd materiaal in de endosomen ................................................................. 39
15.5.5. Lysosomen zijn de plaats voor intracellulaire vertering ....................................................................... 39
15.5.6. Membraan contact sites ....................................................................................................................... 41
H15: Intracellulaire compartimenten en kine ................................................................................................. 42
H15: Centrale vraagstelling
• Hoe komen eiwitten terecht in de membraan?
• Hoe worden eiwitten gesorteerd om naar verschillende compartimenten te sturen?
• Hoe communiceren organellen onderling?
• Hoe verwerven organellen hun specifieke inhoud?
• Wat zijn de transportroutes in de cel?
• Hoe zetten cellen de celinhoud vrij of nemen ze nutriënten op?
2
,15.1 Membraan omsloten organellen
15.1.1. Een overzicht van de membraanomsloten compartimenten
→ Slechts 50% cytosol
→ Verschillende vormen van compartimenten: zakjes, buisjes, netwerk, vesikels, stapels
De belangrijkste compartimenten in een cel
Darmepitheelcel:
3
, → Organellen op plaats gehouden door interactie met cytoskelet
Dynamische interacties:
- Motoreiwitten transporteren vesikels langs het cytoskelet
→ Ook organelcontacten
Prokaryoten: 0,1-3 µm
Eukaryoten: 10-100 µm
↓
Diameter is 10-100x groter
Volume is 100-10000x groter
→ De diffusietijd stijgt 10000x : t = d²/6D
- d = diffusieafstand
- D = diffcste
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper louisehaverbeke. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.