Recht & onderneming
DEEL V: GOEDEREN- EN ZAKENRECHT
H1: INDELING VAN DE GOEDEREN
§ 1. LICHAMELIJKE EN ONLICHAMELIJKE GOEDEREN
- Lichamelijk: stoffelijke, grijpbare goederen
o Vb laptop, stift, boekentas
- Onlichamelijk: goederen waarvan recht zegt dat ze bestaan, maar u kan ze niet
waarnemen
o Vb auteursrechten, octrooi
§2. ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN
- Onroerend: niet-verplaatsbare goederen
o Vb gebouw, appartement, bouwgrond
- Roerend: alle goederen die verplaatsbaar zijn
o VB laptop, pennenzak, stoel
1. Onroerende goederen 3 categorieën:
a. Goederen die onroerend zijn door hun aard
i. Appartement, gebouw, …
b. Door incorporatie: die goederen waren roerend, maar zijn onroerend
gemaakt doordat ze bevestigd zijn aan onroerend goed
i. Vb tafel wordt vastgemaakt aan de grond tafel wordt onroerend
door incorporatie
c. Door bestemming: omdat de wet het zegt dat ze onroerend worden, ze zijn
bestemd voor een onroerend goed
i. Ramen, trap
2. Roerende goederen 3 categorieën:
a. Door hun aard
i. Rugzak, laptoptas
b. Omdat de wet bepaalt dat ze roerend zijn
i. Geld, elektriciteit, water, auteursrechten
c. Door anticipatie: goederen die onroerend zijn, maar die we op een bepaald
ogenblik als roerend beschouwen omdat ze losgemaakt worden van de
onroerende goederen waar ze deel van uitmaken
i. Groenten en fruit (zitten in grond, hangt aan de bomen) al een paar
weken op voorhand worden ze al gezien als roerend goed, ook al
zitten ze nog in de grond of hangen ze nog aan de boom
,§3. GEBRUIKS- EN VERBRUIKSGOEDEREN
- Gebruiksgoederen: goederen die u gebruikt maar als u ze gebruikt hebt, dat ze
blijvend zijn
o Vb borstel
- Verbruiksgoederen: goederen die verdwijnen als u ze gebruikt
o Vb suiker
§4. DOMEINGOEDEREN
Dat zijn goederen die overheid bezit 2 categorieën:
1. Van het openbaar domein: goederen die bedoeld zijn voor algemeen belang/ voor
functioneren van het algemeen welzijn eigenheid: op openbare domeingoederen
kunnen derden geen aanpraak maken (u kan er geen beslag op leggen)
a. Uitrusting van wegen, stations, haveninfrastructuur
2. Van het privaat domein: goederen die gebruikt worden voor functioneren v overheid
en niet gebruikt worden voor openbare taken v overheid
a. Meubilair (in hun kantoren)
§5. ZELFSTANDIGE ZAKELIJKE RECHTEN EN ZAKELIJKE ZEKERHEIDSRECHTEN
2 categorieën van rechten waar u aanspraak maakt op een goed (kan roerend, onroerend
goed zijn)
- Zelfstandige zakelijke rechten: situatie waarbij u heerschappij krijgt over zaak, u krijgt
directe band met een zaak die heerschappij vindt in geen enkel andere relaties
een oorsprong
o Vb: eigendomsrecht u heeft directe aanspraak “dit is van mij” vindt zijn
oorzaak niet in iets anders
- Zakelijk zekerheidsrecht: u heeft ook aanspraak op zaak, maar de reden waarom u
aanspraak maakt op zaak vindt zijn oorzaak in andere juridische relatie/verbintenis
o Vb: appartement/huis/bouwgrond kopen u moet lenen bij de bank
bank wilt zekerheid (u kan uw job verliezen bvb) bank zegt dat u mag
komen lenen maar op voorwaarde dat goed dat u aankopt, de waarborg
wordt voor uw lening bank legt hypotheek op uw huis en zo krijgt ze
aanspraak op uw huis en vanaf moment dat u niet terugbetaalt, zal bank uw
huis verkopen en opbrengst betaalt bank aanspraak vindt zijn oorsprong in
leningsovereenkomst, als leningsovereenkomst ten einde komt zakelijk
zekerheidsrecht vervalt (bank heeft geen aanspraak meer op uw huis)
H2: ZELFSTANDIGE ZAKELIJKE RECHTEN
§1. KENMERKEN VAN HET ZAKELIJK RECHT
Er zijn er verschillende:
1. Ze geven u een onmiddelijke macht over zaak
a. Vb eigendomsrecht
2. Het heeft vrij absoluut karakter: iedereen moet daar rekening mee houden brengt
mee dat zakelijk recht tegenstelbaar is aan derden hoe weet u dat dat mijn
eigendom is? daar maken we onderscheid tussen roerende en onroerende
goederen
a. Onroerende: zakelijke rechten zullen blijken uit register/ Algemene
Administratie van de Patrimoniumdocumentatie
, b. Roerende: u heeft weerlegbaar vermoeden vermoeden dat zegt: bezit geld
als titel; als ik zeg deze bic is van mij, moet u het tegendeel bewijzen
Zakelijk recht is te onderscheiden van vorderingsrecht (iets dat bestaat tussen 2
partijen en dat enkel de verhouding tussen de partijen regelt)
3. Zakelijke rechten zijn beperkt: we kennen enkel de zakelijke rechten die de wet
erkent
a. Eigendomsrecht
b. Recht van opstal
c. Recht op vruchtgebruik
Vorderingsrechten zijn niet beperkt
§2. HET EIGENDOMSRECHT
1. Begrip: 3 aspecten van eigendom zit in definite (zie cursus):
a. Eigendom geeft u genot: u moet ervan kunnen genieten maar u kan ook
genieten van opbrengst die het goed heeft
b. U moet ook gebruiksrecht hebben: u moet ook iets kunnen gebruiken, voor
uzelf of voor iemand anders (vb verhuren)
c. U moet er over kunnen beschikken: u doet er afstand van (verkopen)
2. Verwerven hoe verwerft u eigendom? er zijn een aantal manieren:
a. Afgeleide eigendomsverwerving (meest voorkomend) : iemand anders bezit
het en u verwerft het in opvolging v eigendom v iemand anders 3 vormen:
i. Bij overeenkomst
ii. Bij eenzijdig overheidsoptreden: overheid kan eigendom verwerven
door eenzijdig op te treden
iii. Via overlijden
b. Oorspronkelijke eigendomsverwerving: eigendom verwerven dat van
niemand is
i. Toe-eigening: eigendom krijgen van zaken die aan niemand
toebehoren
1. Vb vissen op de zee
ii. Gevonden voorwerpen: als u iets vindt bent u niet meteen de eigenaar
u moet in 1e plaats zoeken naar eigenaar, als dat niet mogelijk is
moet u binnen de 7 dagen naar de gemeente gaan gemeente moet
dat inschrijven in register als gemeente eigenaar kent (meestal niet
het geval) moet de gemeente via aangetekend schrijven eigenaar op
de hoogte brengen, als de gemeente de persoon niet kent dan kan u
het als vinder bijhouden of gemeente kan het bijhouden als
eigenaar na 6 maanden na vondst niet is teruggevonden, mag u over
het goed beschikken (niet uw eigendom, maar beschikken; soms is
periode van 6 maanden te lang (vb bederfbare waren zoals hesp)
als eigenaar niet gekend is, dan mag u aantal jaren over het goed
beschikken (als echte eigenaar komt, mag die dat opeisen) 5 jaar na
opname in register nog steeds geen eigenaar, dan pas wordt het uw
eigendom
c. Achtergelaten voorwerpen: wanneer iemand iets bewust achterlaat
bewust eigendomsloos u kan het zich dan toe-eigenen
i. Vb afval: bewust achterlaten, dan kan iemand het zich toe-eigenen