H12: Macht en stratificatie
Soorten macht
Er is een evolutie van een standen naar een klassenmaatschappij. We leven nog steeds in
hokjes maar er is meer een sociale ladder waar mensen zich wel kunnen optrekken naar een
hogere stand en niet langer geboren worden in een stand (en hierin blijven).
Marx zegt dat klasseverschillen vooral machtsverschillen zijn (denk aan de
conflictsociologie). Er zijn twee grote klassen:
1. Heersende klasse: de eigenaar van productiemiddelen
2. Gedomineerde klasse: enkel eigen arbeidskracht, arbeid inzetten om aan kapitaal
vermeerdering te doen voor de heersende klasse (= arbeidersklasse)
!!! de malaise is dat mensen die kapitaal hebben hun kapitaal kunnen vermeerderen maar
de mensen in de genomineerde klasse niet hogerop geraken. Er is sprake van uitbuiting van
de arbeidersklasse. De arbeiders zijn steeds afhankelijk van de hogere klasse (die wel meer
en meer worden) en de arbeidersklasse blijft op hetzelfde niveau.
Maar wat is macht? Weber geeft een definitie van macht: de mogelijkheid om, eventueel
tegen de wil van de anderen in, te krijgen wat men wil.
In deze setting is de leerkracht de persoon die gemachtigd is en beslist de leerkracht wat we
moeten doen, zij heeft die macht en wij niet. Er zijn bepaalde posities met verwachtingen die
erbij horen
Diegene die macht heeft kan de begeerde
goederen eigen maken tegen de wil van
iemand in. En omdat die persoon de begeerde
goederen kan verwerven wordt deze nog
machtiger.
De rijken worden rijker, de armen worden
armer. Er is sprake van een vicieuze cirkel van
macht. Maar hoe kunnen we hieraan
ontsnappen?
De verschillende soorten van macht:
1) Economische macht = controle over schaarse goederen en diensten. Het gaat over
geld en vermogen.
a. Ik kan mij dingen veroorloven die een ander zich niet kan veroorloven.
2) Politieke macht = bezetten van posities met reguliere macht. Gezag en rechten zijn
verbonden aan posities.
a. Ik heb meer macht omdat ik een bepaalde positie heb vb. minister. Ik zit mee
aan het stuur en zet mee de lijnen uit.
3) Sociale macht = geloofwaardige aanspraken op gevoelens van solidariteit en
loyaliteit. Je hebt een invloed en steunt op een vermoeden van solidariteit en
verbondenheid.
, a. De leerkracht kan zeggen wat we moeten doen. Als we de leerkracht leren
kennen en er een wederzijds respect ontstaat en elkaar interactie waarderen
kunnen we steunen op de verbondenheid en loyaliteit van elkaar. Zo kunnen
we om meer gunsten vragen. Vb. de les van 20u-22u laten vallen
4) Culturele macht = geloofwaardige aanspraken op kennis en gedeelde waarden. Het
activeren van waardengetrouwheid en het steunen op veralgemeende waarden en
de reputatie van integriteit.
a. Bijvoorbeeld als de lector zijn vak goed kent en vlot uitlegt dan zal hij meer
macht hebben dan een lector die zijn ppt afleest en er niks van weet.
5) Sociale en culturele macht samen gezag
a. Je spreekt met kennis van zaken en je hebt wederzijdse gevoelens van
solidariteit en verbondenheid.
Sancties Macht Basis
Belonen Economische macht Controle over schaarse
goederen
Bestraffen Politieke macht Gezag verbonden aan de
- Reguliere macht positie (of geweld)
Invloed Sociale macht Steunt op vertrouwen en
identificatie
Activeren van Culturele macht Steunt op mogelijkheid om
waardengetrouwheid beroep te doen op waarden
Wie?
Iedereen heeft een combinatie van de 4 soorten machten. Iedereen heeft deeltjes van macht
en waarschijnlijk van alle soorten maar niet evenveel.
- Economische macht vb. kapitaalbezitters
- Politieke macht vb. directeur onderneming, topambtenaar
- Sociale macht vb. voorzitter politieke partij
- Culturele macht vb. journalisten, de media
Stratificatie
Gelaagdheid. Sociologie: gelaagdheid in de maatschappij, dat wil zeggen het bestaan van
sociale klassen en standen. Nieuwe rijken hebben economische macht maar minder
cultureel. Intellectuele beroepen hebben meer culturele macht maar minder economische.
Indeling van de bevolking naar sociale klassen.
Toepassing in onderzoek: indeling van een populatie in strata, lagen, ten bate van de
gestratificeerde steekproef. Toepassing in onderzoek: als we in een populatie elkaar indelen
in strata (=groepen) vb. in een populatie 60% mannen en 40% vrouwen als ik een steekproef
wil trekken ga ik aan een x aantal vrouwen en een x aantal mannen een steekproef doen.
Strata: onderverdeling op een bepaald kenmerk indelen vb. leeftijd, gender, etc.
Veralgemeenbaarheid van status
Status heeft te maken met macht. Als je status hebt dan heb je prestige.
Macht binnen een bepaalde collectiviteit
Ongelijkheid situeert zich in bepaalde collectiviteit
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisagoyens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,29. Je zit daarna nergens aan vast.