constructie kwartiel 1
Constructie H0: inleiding
bouwen:
waarom bouwen?
● materiële elementen: beschermen van persoonlijke dingen
● immateriële elementen: warmte, beschutting
preventie inbraak: gelaagd glas (ook bij banken)
waar bouwen?
boven- of ondergronds → kelder → percelen worden kleiner, ondergronds om ruimte uit te sparen
(vroeger vaak niet waterdicht, nu eisen klanten een droge kelder)
hoe bouwen?
door middel van wanden (constructies) → binnen en buiten, ruimtescheidend
soorten:
● verticaal
● horizontaal
● hellend
● gebogen
→ binnen-binnen / binnen-buiten
ook doorbrekingen (openingen in constructies) voor:
● lichtinval
● verluchting
● rookgasafvoer
● toegankelijkheid
en invulelementen, om openingen af te sluiten:
● deur
● raam
● koepel
● poort
wie bouwt?
- opdrachtgever: privépersoon of rechtspersoon
1
,- ontwerper:
● algemeen ontwerper: architect of ir. architect
● technisch gespecialiseerd ontwerper: studie stabiliteit, verlichting of technische
installaties
- uitvoerder: algemeen aannemer, onderaannemer
aanpak:
de basiscel
● buitenwand
● dragende binnenwand
● niet-dragende binnenwand
oplossen van een bouwkundig probleem:
dimensie en opbouw van een wand:
afwerking binnenzijde: verf of betegeling
ruimte: leidingen, isolatie,.. → (boven, onder en/of tussen de drager)
drager → (ook bij niet-dragende wanden): afhankelijk van structurele concept gebouw
afwerking (mogelijk buitenzijde): afhankelijk van functie
onderzoeksthema's:
bouwfysica
→ wetenschap die bouwen in verband brengt met natuurkundige verschijnselen die optreden.
● temperatuur: natuurlijke vs. kunstmatige warmte, thermische isolatie,...
● vocht: hemelvocht (regen), waterdamp, grondwater, bouwvocht (NOOIT opsluiten),...
● geluid: luchtgeluid vs. contactgeluid
● licht: zonlicht vs. kunstmatig licht
● wind: lucht
● vuur: eisen rookdedector
bouwtechnologie
→ studie van materialen.
● steen(achtig): baksteen, natuursteen, leisteen, blauwe hardsteen, beton, tegels,...
● hout: dennehout, eik, padouk, MDF, multiplex, OSB,...
● metaal: aluminium, staal (RBS), koper, zink,...
● glas: gelaagd,...
● kunststof: vloeren
● bindmiddelen: gips, kalk, cement (= poeder, met iets anders mengen → mortel of beton)
2
, → kurk, gras, hennep,... kunnen ook dienen als isolatiemateriaal.
bij architectuur staan constructie, vormgeving en materiaal altijd in verband met elkaar → vb.
paperclip.
bouwstabiliteit → draagstructuur
→ studie die inzicht geeft in de soorten krachten die van buiten of binnen af op de constructie worden
uitgeoefend.
- uitwendige krachten:
● NB: nuttige belasting → extra gewicht, bv personen of meubels
● EG: eigen gewicht → gewicht van het gebouw
● TL: toevallige lasten → bv sneeuw, wind (denk aan zuigkracht)
● grond en waterdruk → kelder
● aardbevingskrachten
● calamiteiten
- inwendige krachten:
● vormveranderingen: als gevolg van temperatuurverschillen of vocht → materialen zetten uit
terminologie:
● draagconstructie: de onderdelen van bouwwerk die krachten die op het gebouw inwerken
afvoeren naar fundering → verzekeren stabiliteit van gebouw.
● draagstructuur: verzameling van dragende elementen en wijze waarop ze verbonden zijn of
zich onderling verhouden
● in situ: ter plaatse → op de werf
● prefab: vooraf klaargemaakt of geprefabriceerd, veelal op een andere locatie dan waar de
verwerking plaatsvindt
● elasticiteit: mate waarin een lichaam een tegenkracht uitoefent wanneer het door uitwendige
kracht vervormd wordt → na het wegnemen van kracht herneemt lichaam oorspronkelijke
vorm
● plasticiteit: mate waarin een lichaam door uitwendige kracht vervormd wordt → na het
wegnemen van kracht wordt de vormverandering niet ongedaan gemaakt
● kracht: natuurkundige grootheid, gekenmerkt door een grootte, een richting en een zin →
wanneer kracht wordt uitgeoefend op lichaam, mobiliseert ze het lichaam op één of andere
manier of wekt ze daarin een spanning op, men onderscheidt o.m. trekkrachten, drukkrachten,
schuifkrachten en dwarskrachten
3