De duurzame verpleegkundige – preventie
Belangrijke begrippen:
1. Ziektepreventie
2. Gezondheidsbescherming
3. Gezondheidsvoorlichting- en opvoeding/gezondheidseducatie
4. Gezondheidsbevordering/gezondheidspromotie
1. Ziektepreventie
Doel: voorkomen van specifieke ziekten of aandoeningen
Strategieën/niveau’s:
Primaire preventie: elemeniren van oorzaken -> patiënt voelt zich goed en ziekte is afwezig
- Doelgroep/populatie: algemene bevolking
- Doel: gezond houden, gezondheid verbeteren
- Bv: vaccin, ontraden van roken, fruitdag bij kleuters, …
Secundaire preventie: vroegtijdig opsporen en behandelen -> patiënt voelt zich gezond, ziekte kan
aanwezig zijn
- Bv: screening kankers, …
Teriaire preventie: voorkomen van invalidering -> ziekte aanwezig en patient voelt zich ziek
- Doelgroep: populatie die de ziekte al heeft/mensen die al ziek zijn, maar erger proberen
voorkomen
- Bv: persoon met diabetes begeleiden en info geven om bv voetwonden te voorkomen
Quaternaire preventie: vermijden van onnodige interventies -> ziekte afwezig, patient voelt zich ziek
- Doelgroep: bevolking
- Bv: geen antibiotica nemen als het niet nodig is
2. Gezondheidsbescherming
Doel: voorkomen van ziekte, aandoeningen of invaliditeit
Strategieën: voorkomen of beperken van blootstellingen aan gevaren/risico’s
Doelgroep: volledige populatie, individuen die blootstaan aan bepaalde risico’s
Acties: beschermende maatregelen
Bv: welzijn op het werk, voorkomen van prikincidenten, ergonomisch werken, oordoppen, fluojassen,
, 3. Gezondheidsvoorlichting
Doel: individuen of groepen in staat stellen om te kiezen voor gezond gedrag
Strategieën:
- Informeren: kennis en inzicht vergroten
o Bv: campagne chlamydia -> alle info
- Sensibiliseren: attitudes en normen beïnvloeden
o Bv: op jonge leeftijd beginnen drinken -> hoe meer zeggen dart het niet n-oké is en
welke gevolgen er zijn, hun gedachten beïnvloeden -> vaak inzetten op voor- en
nadelen
- Opvoeden/trainen: vaardigheden aanleren
o Bv: als je weet wat gezond eten is dan weet je hoe je een gezonde maaltijd kunt
maken
o Bv: je weet dat roken ongezond is en je doet het niet -> omgaan met sociale druk en
nee zeggen
Actieterrein:
- Individueel: contact met huisarts of vpk, naar aanleiding van een preventief onderzoek
- Groep/populatie: scholen, gemeentes, bedrijven, mutualiteiten -> campagnes
4. Gezondheidsbevordering
Doel: individuen of groepen in staat stellen om controle te verwerven over de determinanten van
hun gezondheid
Determinanten = factoren die gezondheid beïnvloeden
à positief: voor 16 jaar geen alcohol
à negatief: ontslag, sociale druk, omgeving die niet is aangepast, geen fietspaden
Strategieën:
à gezonde keuzes makkelijker/evidenter maken en ongezonde keuzes minder makkelijk/evidenter
maken
- Gezondheidseducatie:
o Informeren, versterken, motiveren -> om gezondheid onder controle te houden
- Omgevingsinterventies
o Ondersteunende omgeving creëren -> niet enkel frieten aanbieden
- Regels en afspraken
o Kader creëren -> campagne niet drinken onder 16j is ook een wetgeving
- Zorg en begeleiding:
o Vroeg detectie, doorverwijzing
, Een reis door te tijd
1. Volksgezondheid – Public health
2. Gezondheidsvoorlichting (GVO) – health education
3. Gezondheidsbevordering – Health promotion
4. New public health
à sterke evolutie doorheen de afgelopen eeuw(en)
à we maken een tijdreis doorheen het werken aan gezondheid en we maken kennis met het DNA
van gezondheidsbevordering
1. Volksgezondheid – public health
Aanleiding:
à industrialisering met slechte arbeids – en woonomstadigheden (bv: geen riolering, weinig hygiene,
vervuild water) -> leidt tot veel infectieziekte
à eerste helft 19e eeuw: “laissez-faire” -> werdt onhoudbaar
à vooruitgang geneeskunde (bacteriologie)
- “Ziekte is rechtstreeks gelinkt aan leefomstandigheden en dus vermijdbaar”
Gezondheid:
= de afwezigheid van ziekte
= biomedisch model
Strategie:
= collectieve overheidsmaatregelen voor ziektepreventie
Actoren:
= (para)medici, overheid
Gevolg:
Daling infectieziekten en langere levensduur
Voorbeelden interventies:
Overkapping riolering, drinkwatervoorzieningen, handzeep, vaccinaties, organisatie kraamzorg
, 2. Gezondheidsvoorlichting (GVO) – health education
Aanleiding:
à (wereld)oorlogen met hongesnood, fysieke en psychologische trauma’s
à verandering maatschappij (sociale structuren, mobiliteit, levensbeschouwing)
à gevolgen voor leefstijl (beleven van seksualiteit en relaties)
à langer leven maar lijden aan chronische ziekten ten gevolge van leefstijl (kanker, hart- en
vaatziekten, SOA’s)
à kennis is voldoende, focussen op educatie
= model: “de mens als rationeel wezen”
Voorbeelden interventies:
Affiches ter preventie van. Ongewenste zwangerschap, SOA’s, voorlichtingslessen, gevolgen roken,
affiches tegen preventie, hoe poets je u tanden, hoe dingen voorkomen
1970: gedragswetenschappelijke benadering komt in de kijker
à infectieziekten -> welvaarziekten
à focus op “behavioral risk factors”
Roken, voeding, beweging, veilige seks, …
à nadruk op eigen leefstijl
Gezondheid:
= toestand van volledig fysiek, psychisch en sociaal welbevinden
Strategie:
= informeren (kennis en inzicht vergroeten), sensibiliseren (attitudes en normen beïnvloeden,
opvoeden en trainen (vaardigheden aanleren)
Actoren:
(para)medici, onderwijs, gedragswetenschappen
Gevolg:
Daling rookgedrag (bij mannen), daling wiegendoor, daling hartindarcten, daling SOA’s