100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Onderzoeksmethoden en - technieken 1 Psychologie €4,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Onderzoeksmethoden en - technieken 1 Psychologie

 13 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting Onderzoeksmethoden en - technieken 1 Psychologie

Voorbeeld 4 van de 51  pagina's

  • 29 november 2022
  • 51
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (13)
avatar-seller
puckvlake
Onderzoeksmethoden & -technieken I - Psychologie
Psychometrie
Psychologische tests in praktijk
Psychologische testen:
 grote rol in ons dagelijks leven
 iedereen komt ermee in aanraking
 kunnen vergaande gevolgen hebben voor mensen

Belang psychologische testen voor jou:
 afnemen voor onderzoek naar:
- Verschillen tussen personen (inter-individuele verschillen)
- Verschillen binnen personen (intra-individuele verschillen)
- Verschillen tussen groepen
 behoren tot instrumentarium van psychologen
 essentieel dat je psychometrische kwaliteit van testen kan inschatten

Goede kennis van psychologische testen helpt dagdagelijkse leven in te schatten

Definitie van psychologische testen
Psychometrie
= wetenschappelijke studie van kwaliteit van psychologische metingen
Psychologische test
= systematische procedure om gedrag van twee of meer personen te vergelijken/om gedrag
van persoon op verschillende momenten te vergelijken
 3 kenmerken:
 Leveren staal van gedrag op
 test bestaat uit eindig aantal items: indruk geven van gedrag gebaseerd op
beperkt aantal antwoorden
 selectie van deze items = cruciaal
 moeten representatief ‘staal’ van gedrag meten
 niet noodzakelijk rechtstreekse afspiegeling zijn van gemeten gedrag
 uitmaken of item goede predictor is: empirische kwestie

 Gebruiken systematische procedures (standaardisering):
 om items/vragen/opdrachten te kiezen
 om test af te nemen
 om antwoorden van respondenten te scoren & te interpreteren
 objectieve scoring = proces waarbij omzetting van respons in cijfer
gebeurt door gegeven respons te vergelijken met lijst waarin alle
mogelijke responsen worden opgesomd + waar dan bijhorende
score in kan worden opgezocht

 subjectieve scoring = proces waarin persoon die scoring uitvoert
slechts beschikt over stel richtlijnen die gehanteerd dienen te worden
bij scoren van responsen




1

,  Maken gebruik van testscores
 bepaald psychologisch kenmerk (construct) meten
 er van uitgaan dat elke persoon dit kenmerk in zekere mate bezit
 testscore = schatting van ‘hoeveelheid’ waarin dit kenmerk aanwezig is bij
persoon
 bevat zekere meetfout: X = T + e X:
geobserveerde score
T: ware (true) score
e: meetfout (error) (nooit 0)
 meet iets abstract
Geschiedenis van psychologische testen
 experimentele psychologie:
- Einde van 19e eeuw in Europa
- Afzetten tegen subjectieve methodes om kennis
te verzamelen
- Nadruk op objectieve/reproduceerbare methode
in laboratoria
- Aandacht voor eenvoudige/sensorische processen + lichamelijke
kenmerken
- Gebruiken bronzen apparaten om zaken te meten
 ‘bronzen instrumenten tijdperk van testing’
- Belangrijke figuren:
1. Wilhem Wundt: (1832 – 1920)
 eerste psychologisch lab in Leipzig in 1879
 mentale processen proberen meten met ‘gedachtenmeter’
 verdiensten:
 Erkennen van individuele verschillen
 Empirische benadering

2. Francis Galton: (1822 – 1911)
 geobsedeerd door meten
 interesse in erfelijkheid & meten van intelligentie
 eugenetica: mensheid boekt vooruitgang indien personen met sterke mentale + morele +
fysieke kenmerken met elkaar zouden trouwen
Antropometrie (metingen van fysieke kenmerken)
<-> psychometrie (metingen van psychologische kenmerken)
 vader van differentiële psychologie: studie die zich bezig houdt met inter-individuele
verschillen
 start van psychometrisch lab in Londen:
1) Demografische gegevens
2) Kleur van haar & ogen
3) Gezichtsvermogen
4) Hoorvermogen
5) Waarnemingsdrempel van tastzin
6) Longcapaciteit
7) Snelheid van handbeweging
8) Kracht (vb handgrip)
9) (Arm-)lengte
10) Gewicht
 fysieke tests (1, 2, 9, 10) & gedragsproeven (3, 4, 5, 6, 7, 8)




2

,  Grootste bijdrage: objectieve tests kunnen ontwikkelen + gestandaardiseerde
procedures kunnen betekenisvolle scores opleveren
 Grondlegger moderne psychometrie & statistiek
 normaalverdeling van vele menselijke kenmerken
 idee van correlatiecoëfficiënt
 eerste methoden om meetfouten te identificeren + te corrigeren

3. James McKeen Cattell: (1860 – 1944)
 student bij Wundt & Galton
 introduceert ideeën van Europese experimentele psychologen in VS
 introduceert term ‘mentale test’ (= meting van mentale sterkte (intelligentie))
 start eigen lab met 10 mentale test
1) Handgrip: met dynamometer
2) Snelheid van handbeweging over afstand van 50cm
3) 2-puntsdrempel voor tast: minimum afstand tussen 2 punten opdat ze nog als 2
aparte stimuli waargenomen worden
4) Hoeveelheid druk nodig om pijn te veroorzaken: kracht op rubber punt op
voorhoofd
5) Gewichtsdifferentiatie: relatieve gewicht van uiterlijk identieke doosjes variërend
met telkens 1g tussen 100 en 110g
6) Reactietijd voor geluid
7) Tijd om kleuren te benoemen
8) Bissectie van 50-cm lijn
9) Beoordeling van 10 seconden tijd
10) Aantal letters herhaald na 1 keer horen
 fysieke & mentale energie onmogelijk te scheiden
4. Clark Wissler: (1870 – 1947)
 verzamelde voor doctoraatsonderzoek data van 300 studenten
 scores op ‘mentale tests’ van Cattell
 studieresultaten aan universiteit
 zwakke correlaties:
o r(studieresultaat, geheugen voor cijfers) = 0.16
o r(studieresultaat, handgrip) = -0.08
o r(studieresultaat, reactietijd) = -0.02
 mentale tests: niet geschikt voor meten van intelligentie
 verlies van interesse in experimentele psychologie

 Wissler’s fout: verzamelde data met weinig variatie (homogene groep)

 eerste intelligentietests:
Alfred Binet & Theodore Simon: (1905)
 eerste ‘moderne’ intelligentietest
 focus op hogere mentale processen ipv sensorische proeven
 aandacht voor individuele verschillen
 leeftijdsgebonden vragen
Eerste versie: (1905)
 doel: algemene mentale ontwikkeling van kind bepalen
 korte & praktische test
 30 items, geordend volgens moeilijkheid
 ruwe normering op 50 normale kinderen tussen 3 – 11 jaar oud + enkele kinderen met mentale
achterstand
 vuistregel: score van 2 jaar onder chronologische leeftijd duidt op problemen


3

, Tweede versie: (1908)
 eenvoudigste items verwijderd + enkele moeilijkere items toegevoegd
 invoering term ‘mentaal niveau’
 normering op 300 kinderen
 verdeling van items in leeftijdsniveau’s
 scoring:
- basale niveau: hoogste leeftijdsniveau met max 1 fout antwoord
- voor elke 5 correcte antwoorden op items boven basale niveau
 krijgt men extra jaar toegekend

Derde versie: (1911)
 voor elk leeftijdsniveau precies 5 items
 uitgebreid tot volwassenen
 scores tot op 1/5de jaar nauwkeurig
 ‘mentale niveau’ wordt ‘mentale leeftijd’
𝑀e𝑛𝑡𝑎𝑙e 𝑙eef𝑡ij𝑑
Wilhelm Stern: (1914) IQ
𝑐ℎ𝑟o𝑛o𝑙ogi𝑠𝑐ℎe 𝑙eef𝑡ij𝑑
=  intelligentiequotiënt
 invoering IQ omdat mentale achterstand verschillende betekenis heeft naargelang leeftijd

 geëxporteerd in VS:

Stanford-Binet test:
 Lewis Therman: Binet-Simon test aanpassen voor VS
 voegde nieuwe items toe + verwijderde verschillende oorspronkelijke items
 uitgebreide normering
 standaardisatie van testafname
 IQ = 𝑀e𝑛𝑡𝑎𝑙e 𝑙eef𝑡ij𝑑 x 100
𝑐ℎ𝑟o𝑛o𝑙ogi𝑠𝑐ℎe 𝑙eef𝑡ij𝑑
 intelligentie als erfelijk kenmerk

 misbruiken van intelligentietesten:
Testen van immigranten in VS
 veel immigranten uit Zuid- & Oost-Europa: gezien als zwakzinnige &
zwakzinnige immigranten worden teruggestuurd
 zwakzinnige: verantwoordelijk geacht voor vele sociale problemen
 Binet-Simon test afgenomen: 80-90% van sommige groepen immigranten als zwakzinnig
bestempeld
 geen optimale testomstandigheden
 Franse normen werden gebruikt
 Franse test ter plekke vertaald door tolken

 invloed van WOI & WOII:
 WOI: ontwikkeling van groepstest om rekruten te testen
 subtest:
- army alpha: sterk verbaal gericht
- army beta: niet-verbaal (voor ongeletterde/rekruten die Engels niet als moedertaal)
 kritiek: veel rekruten krijgen lage scores omdat groepsinstructies onduidelijk zijn
gevolg: testresultaten heeft gebruikt om verschillende bevolkingsgroepen onderling te vergelijken
 tussen WOI & WOII: subtesten worden immens populair buiten leger
 WOII: testen met meerdere subdimensies dankzij ontwikkeling van factor-analyse
 Na WOII: expertise met betrekking tot testafname & ontwikkeling zorgt voor verdere
toename van populariteit van psychologische testen


4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper puckvlake. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99
  • (0)
  Kopen