Urologie
H1 LUTS (lower urinary tract symptoms)
- Symptoomgerichte benadering
o Eerste lijn
o Behandeling + herevaluatie
o Niet bij alarmtekens/complicaties
- Diagnosegerichte benadering
o Specialist/uroloog (tenzij ze naar jou komen in 1 e lijn? Ook eerste symptoomgerichte
behandeling)
o Bijkomende onderzoeken
Lower urinary tract = vanaf blaas naar buiten (man wat langer + prostaat; vrouw kans op prolaps)
1. 1e stap: ANAMNESE:
- Moeite met ophouden? Vullingsymptomen (storage, irritatief gevoel, moet kunnen
relaxeren en tot 500ml kunen ophouden)
o Toegenomen mictiefrequentie overdag
Moet u overdag vaak plassen? Hoe vaak?
o Nycturie
’s nachts opstaan om te plassen
o Aandrang (urgency)
Voelt dat je moet plassen, moet het dan onmiddellijk? Angst dat je het niet
kan ophouden?
o Urine incontinentie = extreme situatie
- Moeite met plassen? Ledigingsymptomen (voiding, obstructief)
o Hesistatie
o Onderbroken straal (intermittentie)
o Zwakke straal
o Sproeien
o Persen om straal op gang te laten komen
o Eind druppelen straal neemt af tot druppelen
- Klachten na plassen? Post mictie symptomen
o Gevoel dat blaas niet leeg is
o Nadruppelen (meteen na mictie, meestal na verlaten toilet)
ALTIJD LUTS VOLLEDIG NAVRAGEN (hematurie? En pijn? Alarmsymptomen niet meer tevreden
met symptoomgerichte behandeling) + hoofdklacht uitdiepen
- Duur van de klachten, reden consult (is vaak al langer aan de gang)
o Incontinentie: aandrang vs stress vs continu
o Pollakisurie: dag/nacht, drinkgedrag, oedemen, medicatie
o Pijn: locatie, aard, uitstraling, tijdsverloop
o Hematurie? En pijn? Alarmsymptomen niet meer tevreden met
symptoomgerichte behandeling
- Impact dagelijks leven
- Zo erg dat je wil medicatie nemen of ingreep wil ondergaan?
, 2. Types van urinaire incontinentie
- Urgency incontinentie: aandrang
o Angst/gevoel te laat te komen
o Stoppen met activiteit?
o Verlies ’s nachts?
o Verlies bij rustig zitten in zetel?
o Frequency
o Nycturie
o Gevoel van onvolledige mictie
Vaak door constipatie, roken, obesitas, drankinname, relatief recente klacht
- Stress incontinentie
o Verlies bij hoesten, lachen, bukken, heffen
o Verlies ’s nachts?
o Verlies bij rustig in zetel?
Vaak door obstetrische VG, leeftijd, obesitas, chirurgisch VG, reeds lang klachten
- Gemengde incontinentie
o Combinatie van beide
- Continue incontinentie (overloop)
o Continu verliezen urine!!
3. Alarmsymptomen
PIJN EN HEMATURIE (geen onderdeel van diagnose LUTS) TCC (blaaskanker), urineweginfectie,
nierkoliek (op basis van urethersteen), blaassteen…
4. KO
- Man:
o Suprapubisch palperen + percussie
o Externe genitalia inspecteren
o Perineum/onderste ledematen bekijken: kunnen ze op tenen staan? Normaal
gevoel?
o PPA: vergrootte prostaat? Harde knobbels?
o Globus? Bij postrenale NI: zichtbaar gevulde blaas + voelbaar door buik (pt kan niet
leegplassen)
o Fimosis
Indien de voorhuid niet helemaal kan xorden teruggetrokken =
voorhuidvernawuing
o Liesbreuk?
- Vrouw
o Suprapubisch palperen + percussie
o Gynaecologische houding
Externe genitalia, atrofie zichtbaar?
Persen/hoesten: urineverlies/urethrale hypermobiliteit/verzakking?
URETHRALE HYPERMOBILITEIT: normaal bij verhoogde intra-
abdominale druk: neerwaartste kracht op urethra toegeduwd
tegen voorste vaginale wand en diafragma ophanging aan
bekkenbodemwand. Hypermobiliteit? Te veel stretch en kan
wegzakken: wordt niet meer afgeduwd incontinentie bij
drukverhoging (zie p 7 voor tekeningen)
2
, Gebruik speculum om evntueel verzakking tegen te gaan zodat je vals
negatieve test zou hebben anders;
Bekkenbodemkracht/proprioceptie
o Perineum/onderste ledematen
5. Bijkomende onderzoeken
5.1. Mictiedagboek
Vooral mictievolumes per plasbeurt opschrijven. Uur opstaan en slaap + drankinname noteren. Ook
vragen voor 24u urinecollectie:
- Start na 1e ochtendurine
- Houdt elke plasbeurt bij
- Stopt na 1e plasbeurt de volgende ochtend
Vooral bij vullingssymptomen, nycturie, onduidelijke anamnese
5.2. Urine analyse
- Dipstick:
o Screening, snel on site
o Leucocyten esterasen, nitrieten (UTI): bijna zeker dat je gram negatieven hebt
o pH bij urinestenen
o Hematurie microscopisch opsporen
o Proteïnurie of glucosurie
- Microscopie
o RBC
Aantal
Morfologie: dysmorfe cellen (nefrologisch probleem), isomorf (meestal
urologisch)
Cilinder aanwezigheid? Glomerulair
o WBC, epitheelcellen, bacteriën, gisten…
- Urinecultuur
o Bacteriële groei significant? >105 CFU/ml
o Identificatie oorzakelijke kiemen, AB resistentie profiel
o Indicatie
Symptomatische urineweginfectie
Niet ongecompliceerde cystitis
o Afname: midstream of sondage of suprapubische punctie
5.3. Bloedname
- Ureum, creatinine nierfunctie
o Vooral bij neurogeen blaaslijden want dan kunnen hogere urinewegen aangetast
geraken
- Ionogram
- Specifieke test: PSA (zorgt dat ejaculaat vloeibaar blijft, moet bij zaadcellen komen, zorgt dat
ze kunnen overleven in vijandig milieu
o Orgaan-specifiek protease
o Bepaalde waarde bij prostaatkanker (NIET kankerspecifiek)
o Bij LUTS: kan door BPE: PSA correleert met prostaatV
3
, o Hogere PSA voorspelt klinische progressie
- Hoeft niet routinematig
5.4. Uroflowmetrie
Laten plassen in functie van tijd flow
uitzetten curve uitzetten: wat is maximale
straal die pt heeft + nadien residu bepalen adhv
echo = postmictioneel residu.
5.5. Urodynamica
Vullingscystometrie: sonde + omhoog houden
drukkolom blaasdruk meten.
Sonde in blaas + 2e sonde in rectum:
abdominale en intravesciale druk meten en
aftrekken detrusordruk
Hoesten? Zowel intravesicaal als abdominaal
stijgt detrusor veranderd niet. Plassen: enkel intravesicale verandert detrusor ook
6. Normale
plascyclus
99% vullingsfase en 1% ledigingsfase.
- Blaasvulling
- First sensation to void: als je niet weet wat te doen, zou je kunnen plassen
- Normal sensation to void
- Lediging
7. Beeldvorming
TREP = transrectale echo prostaat volume prostaat meten voor chirurgie of bij 5-ARI
Eventueel CT, RX afhankelijk van symptomen en specifieke therapieën
Cystoscopie indien vermoeden strictuur, HEMATURIE! Of blaashalsstenose (= altijd slechte straal)
4