In deze samenvatting heb ik kort en bondig alle informatie opgeschreven maar uitgebreid genoeg om geen informatie te missen. Door dit document heb ik de toets in 1x gehaald.
Borghans – nederlanders leren gemiddeld twee uur en drie kwartier per dag
Leren binnen en buiten de school
Betreft leeromgeving en aard en inhoudt van proces
Formeel leren = georganiseerd leren wat mogelijk leidt tot een certificaat
Informeel leren = doelgericht noch georganiseerd en kan altijd en overal plaatsvinden
Non-formeel leren = doelgericht en veelal buiten reguliere onderwijs of opelidingen
European centre fort he development of vocational training (cedefop) vinden 3 vormen van leren
niet gelijkwaardig. Ze vinden informeel leren een onderdeel van non-formeel leren.
Grote hersenen – kleine hersenen – hersenstam
Frontaal kwab (frontale cortex) = beoordeling, probleem oplossen, spreken en schrijven, intelligentie
en concentratie
Wandkwab (pariëntale cortex) = interpretatie van taal, visuele perceptie, controle lichaam en tastzin
Achterhoofdkwab (occipitale cortex) = kleur, licht en beweging
Slaapkwab (temporle cortex) = begrijpen taal, geheugenprocessen
Neuronen = gespecialiseerd in het opslaan en uitwisselen van informatie en kunnen netwerken
vormen met eindeloos veel onderlinge verbindingen
Via een synaps geeft een axon informatie af en deze wordt ontvangen door dendrieten van andere
neuronen.
Een neurotransmitter is eigenlijk een sleutel die maar op 1 slot past. (Bijvoorbeeld adrenaline)
Myeline = zorgt voor optimale communicatie tussen cellen en gebieden.
Neuromythes (niet waar dus)
- Jongens over algemeen slimmer door grotere hersenen
- Breinontwikkeling jongens en meiden loopt hetzelfde
- Na kinderperiode kunnen bepaalde dingen niet meer geleerd worden
- Leerlingen bereiken betere resultaten als onderwijs is afgestemd op hun voorkeuren
- We gebruiken slechts 10% van onze hersenen
- Na veel suikers neemt onze concentratie af
- Hersenen krimpen door te weinig water tijdens tienerjaren
- Veel beweging vordert informatieuitwisseling tussen beide hersenhelften
- Bestaan van leerstyl als gevolg van bepaalde hemisfeerdominantie
- Bestaan van meervoudige intelligentie
Black box = leren volstrekt zich hierin. Het leren is niet snel zichtbaar.
,Hypothetisch proces – leren is iets waartoe men concludeert op grond van gedragingen die men
constateert.
Handelings-of gedragsindicatoren = gedragsuitingen die een beoordelaar kan waarnemen tijdens de
beroepsuitoefening door de student of docent
Belangrijkste punten van constructivistische visie
- Leren is een interactief proces
- Leren is een proces van kennisconstructie en betekenisvorming
- Leren bouwt voort op al aanwezige kennis
- Leren is situatie- of contexgebonden
Leerconceptie als referentiekader
Uit te voeren leertaak
Leerconceptie
Interpretatie van de leertaak
Keuze van de leeractiviteiten
Leerresultaat
Beperkte leerconceptie: hebben graag heldere opdrachten aanwijzingen of correcties
Functionele opvatting: resultaatgericht en zoeken door samenwerken steun van anderen om
gestelde leerdoelen te bereiken
Ontwikkelingsgerichte leerconceptie: leermotivatie met name door inhoud van een leertaak en
voeren die het liefst individueel uit
Epistemoligische opvatting = wijze waarop kinderen aankijken tegen de aard van kennis en de
totstandkoming ervan
Kernopvattingen over leren door leraar
- Leerlingen leren op basis van de relatie die ze hebben met de leraar
- Leerlingen leren door structuur
- Leren als ze zich goed voelen
- Van nature intrinsiek gemotiveerd te leren
- Leren moet worden gezen in relatie tot sociale achtergrond van leerlingen
- Leren van leerlingen hangt af van relatie die zij hebben met leraar
- Leren is een sociaal proces
- Leerlingen leren van elkaar
Vermunt onderscheidt 5 leerconcepties
1. Opnameconceptie = leren als opnemen van kant en klare beschikbare informatie. Sterk
gericht op memoriseren en reproduceren
2. Constructieconceptie = verweven van inzicht door het aanbrengen van relaties tussen
nieuwe informatie en reeds aanwezige informatie in het langertermijngeheugen.
3. Toepassingsconceptie = vooral gericht op de gebruikswaarde of het nut van kennis
4. Stimuleringsconceptie = voor leerligen met deze opvatting is het van belang dat ze
stimulansen ontvangen om leeractiviteiten te ontplooien
5. Samenwerkingsconceptie = hechten uit overweging van steun van waarde aan samenwerking
met medeleerlingen en aan het verdelen van leertaken
, Leren kent altijd een inhoud en dus de leerinhoud
Leren speelt zich ook af in een bepaalde leeromgeving
Leren veronderstelt altijd activiteit van de lerende zelf
Resultaat is herhaalbaar
Ook dieren kunnen leren
Leren en onderwijzen zijn gerelateerd aan elkaar
Hoofdstuk
Declaratieve kennis = ‘knowing what and why’
Procedurele kennis = ‘knowing how’ omvatten mentale handelingen of cognitieve vaardigheden die
we volgens bepaalde regels moeten verrichten om het gewenste leerresultaat te bereiken
- Algoritmes
- Tactieken
- Strategieën
Situationele kennis = ‘tacit knowledge’ direct verbonden met situatie of context (is dus
gebruikskennis)
4tal hoofdvormen van leren
1. Cognitief
2. Sociaal-affectief
3. Psychomotorisch
4. Competentieleren
Meer dan 1 vorm moet vaak gebruikt worden
Cognitief leren
Het gaat om het eigen maken en reproduceren van declaratieve kennis
Volgens van parreren hebben memoriseren en verwerven van feitenkennis als verschil dat het
verwerven van feitenkennis betrekking heeft op de samenhang tussen de kenniselementen
Gagné (onderwijspsycholoog) schreef the conditions of learning. Geeft hierin een beschrijving van
leervoorwaarden die van beslissende invloed zijn om bepaalde leerdoelen te realiseren.
Probleemoplossen kan als hoogste leerdoel gerealiseerd worden.
Sociaal-affectief leren
Heeft betrekking op het ontwikkelen van het gevoelseven, houdingen of attituden en sociale en
communicatieve vaardigheden.
Romiszowski spreekt over reactieve vaardigheden zolang dit type leerprocessen op de persoon zelf
betrokken zijn. Maar als het gaat om een relatie met een ander dan zijn het interactieve
vaardigheden.
Attituden zijn oordelen of opvattingen die invloed hebben op het gedrag van individuen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper envink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.