H
7: Sociolinguistics,
Language in its
Social Context
Elke taal is heterogeen and vertoont variaties en variëteiten in fonetica, fonologie, lexicon
en/of grammatica.
Sleutelwoorden
Social varieties Samenlevingen vandaag worden ingedeeld op basis van socio-
economische status. In het geïndustrialiseerde westen geldt daarbij
ook het inkomen, de opleiding en het beroep.
Sociolinguïsten onderscheiden twee groepen:
- De werkklasse (over het algemeen lage opleidingen & handarbeid
of halfgeschoolde arbeid)
- De middenklasse (hogere opleidingen en geen handarbeid maar
professionele job)
Vaak zijn ze nog eens onderverdeeld in lage, midden en
opperklasse.
William Labov bestudeerde sociale gelaagdheid en kwam daarbij tot
de fonetische realisatie van de ‘th’.
Conclusie: Des te hoger de sociaaleconomische status van de
spreker, des de groter de neiging om de ‘th’ op een bepaalde
manier uit te spreken. Hoe lager de status, des te anders ze de ‘th’
uitspraken. Hij ontdekte een vrij grote kloof tussen sprekers uit de
lagere en arbeidersklasse enerzijds en sprekers uit de middenklasse
anderzijds.
Sociale variatie wordt geassocieerd met verschillende sociale
groepen, zoals leeftijd, etniciteit (afkomst), sociale klasse en
religie.
Identity Het taalgebruik kan sociale informatie bevatten van de spreker,
bijvoorbeeld de afkomst (Australië versus Amerika). Daarnaast kan
het informatie geven over wie de spreker is.
Speech community Een samenhangende groep mensen die dezelfde taal of talen en
min of meer dezelfde normen voor taalgebruik delen. De leden van
een spraakgemeenschap vormen een netwerk van op elkaar
inwerkende individuen die regelmatig en intensiever linguïstisch
met elkaar communiceren dan met buitenstaanders.
De groep kan zeer breed zijn; alle Engelssprekende mensen (want
ze delen dezelfde taal en min of meer op dezelfde manier). Maar
niet als de lijn over. hele wereld getrokken wordt (aangezien ze niet
allemaal dezelfde normen delen).
Vereist is een mate van eenheid en samenhang, zowel op het
niveau van het taalsysteem als op het niveau van interpersoonlijke
interacties.
Dialectal variation Geen enkele taal met een redelijk aantal sprekers verspreid over
een relatief groot gebied, zal compleet homogeen zijn. Verschillen in
uitspraak, lexicon en/of grammatica zijn waarschijnlijk geassocieerd
met verschillende regio’s. Deze variatie noemt men een dialectal
variation.
Dialects Variëteiten van een taal met hun eigen bijzonderheden in
grammatica, fonologie, fonetiek of lexicon die worden geassocieerd
met bepaalde geografische regio’s zijn dialecten. Dialecten zijn
, Sleutelwoorden
varianten van één taal, niet van verschillende talen.
De term ‘dialect’ heeft ook verschillende opvattingen;
- Dialect is een niet-standaard of ondermaatse variëteit van taal en
de standaardvariant is geen dialect.
- Zowel standaard als niet-standaard variëteiten zijn dialecten en
geen van beide is bevoorrecht boven de ander. (Taalkunde)
Accents De term ‘accent’ wordt gebruikt met betrekking tot variëteiten die
alleen fonetisch of fonologisch verschillen. De term 'dialect' wordt
meer algemeen gebruikt als er verschillen zijn in lexicon en
grammatica, en mogelijk ook fonetiek.
Standard dialect Soms zal een dialect van een taal erkend worden als het meest
belangrijke of het standaard dialect van de taal. Dit is meestal de
meest prestigieuze/gezaghebbende taal, die wordt bekeken als de
‘juiste’ vorm. (Ook op school, al schrijvend, op nieuwsjournaals…) Ze is
vastgelegd in grammatica’s, woordenboeken en stijlgidsen.
Niet alle talen hebben een standaard dialect. (Pas in tijden na
contact)
Isoglosses Lijnen getekend op een kaart om regio’s waarin een bepaald
kenmerk (op lexicaal of grammaticaal vlak, een opvallend kenmerk of
uitspraak enzoverder) is gevonden, te begrenzen. Isoglossen worden
gebruikt bij dialectologie, de studie van dialecten.
Gender variation Sommige verschillen hebben een biologische basis: mannen hebben
grotere stembanden dan vrouwen. Hun grondfrequentie is hierdoor
lager in het spreken dan bij vrouwen.
In Japan verschilt de toonhoogte meer dan in het Engels: Japanse
vrouwen spreken hoger dan Engelse vrouwen.
Verschil in spraak is eerder een kwestie van niveau dan van aard.
(Hoewel er soms unieke eigenschappen zijn voor mannen en vrouwen.)
Vrouwen hebben een meer uitgebreide woordenschat van kleuren.
Ook zijn er verschillen in het gebruik van dubbele ontkenning en
andere niet-standaard functies die meer voorkomen bij mannen.
In sommige talen zijn er ook verschillen in categorie.
Men verwacht dat Japanse vrouwen meer beleefde vormen
gebruiken dan mannen, terwijl in openbare contexten mannen ook
beleefde vormen gebruiken. In intieme contexten, onder goede
vrienden, gebruiken vrouwen doorgaans minder beleefde vormen.
Accommodation Om de sociale afstand tussen sprekers te verkleinen, past men de
taal aan op basis van met wie men spreekt. Men gebruikt ken-
merken in taal die de ander gebruikt zodanig dat hun taal meer op
die van de ander lijkt.
Personen die in een ander dialect-gebied verblijven, passen zich na
een tijd aan naar dit dialect.
Langs de andere kant kan je de sociale afstand ook vergroten, door
je net helemaal niet aan te passen. Wanneer je gesprekspartner
standaardtaal spreekt, kan je weigeren en gewoon in tussentaal te
spreken.
Register Een register en registering variation schillen niet veel van elkaar.
Een register drukt minder de persoonlijkheid van de spreker uit dan
de rol van hun en hun genoemden in de interactie.
Zo zijn er drie factoren relevant:
- Het veld: het gespreksonderwerp
- Tenor: de relatie tussen de gesprekspartners
- Modus: de manier waarop ze interageren
Sommige registers gevonden in andere talen bevatten ook secret
, Sleutelwoorden
varieties, respect varieties, baby talk en animal talk.
Talen variëren op basis van het gebruik; verschillende
spraakmanieren met verschillende functies van taal in een gesprek.
Registerial variation Waar variatie in taal afhangt van de meer directe context van de
uiting in plaats van kenmerken van de spreker, spreken we van
verschillende registers of registerial variation.
Style Het begrip ‘style’ overlapt met het begrip register. Een stijl is een
variëteit die verband houdt met een bepaalde sociale
gebruikscontext en verschilt van andere stijlen in de mate van
formaliteit. Dus stijlen in een taalbereik groeien van de meest
informele naar de meest formele.
Secret varieties Niet-leden van een bepaalde groep zijn uitgesloten tot het volledig
volgen van de bedoeling/het onderwerp wegens de technische ter-
minologie en de mysterieuze uitdrukkingsvormen. Soms komt deze
functie naar voren, en de motivatie ervan is om buitenstaander
buiten te sluiten en de betekenis onduidelijk te laten.
Respect varieties Om respect te tonen, eerbied, afstand en vriendelijkheid te tonen
met taal, zijn er lexicale en grammaticale “opties”. Zo behoudt men
de sociale afstand en het respect. Meestal hebben ze de doorsnee
fonologie en grammatica zoals de dagelijkse taal, maar is er in
bepaalde talen een “vocabulaire”. Respect varieties tonen verschil-
lende manieren van overdracht zoals zachter en trager spreken en
oog-contact maken.
Bilingualism De term die men plakt op personen die twee talen of meer spreken.
Multilingualism wordt ook wel eens de overkoepelende term
genoemd.
Language choice In meertalige contexten, kiest men de taal afhankelijk van met wie
men spreekt, het onderwerp enzoverder. De context-factoren die
deze keuze beïnvloeden, noemen we domeinen. De associatie
tussen taal en domein is een richting, geen regel. Sommige
taalkeuzes komen overeen met sommige domeinen.
Code-switching Code-switching is het fenomeen, zoals in meertalige
gemeenschappen, waarin sprekers wisselen van de ene taal naar de
andere in dezelfde conversatie. Dit kan in een informeel gesprek vrij
onopvallend gebeuren. In sommige talen verandert men om extra
kracht bij het argument te plaatsen. Zo zijn er nog verschillende
andere redenen.
Language shift Wanneer veranderingen in de gewoonte van taalgebruik bijzonder
uitgesproken worden en één taal of taalvariëteit wordt gebruikt in
een aanzienlijk kleiner of breder scala van omstandigheden in de
taalgemeenschap, spreken we van language shift
(taalverschuiving).
Er bestaat zoiets als gradual shift, waarbij er met geleidelijke
verschuiving de domeinen samen krimpen. Het kan vele generaties
duren voordat deze taal wordt vervangen door een andere (als dat
ooit het geval is.)
Er zijn verschillende mogelijke factoren:
- Fysieke of sociale separatie van de sprekers
- Slechts een kleine gemeenschap sprekers die taal
- De attitude tegenover de taal (status)
- De symbolische waarde
Language endanger- In extreme gevallen kan, wat ooit de belangrijkste taal van een
, Sleutelwoorden
ment/obsolescence/ gemeenschap was - de taal die werd gebruikt als het primaire
death communicatiemiddel en de moedertaal van de meeste leden van de
gemeenschap - worden vervangen door een andere taal. Wanneer
dit proces de hele spraakgemeenschap van een taal treft, spreken
we van language endangerment (bedreiging) of obsolesnce
(veroudering). Wanneer het het punt bereikt waarop er geen
sprekers meer zijn, spreken we van language death.
In bepaalde, uitzonderlijke gevallen, kan een taal volledig
verdwijnen van de ene op de andere generatie. Dan spreekt men
van sudden death.
Over de eeuwen heen, is de snelheid waarop een taal uitsterft,
versnelt. (Volgende eeuw zou 90% van de talen veranderd zijn).
Language mainte- Inspanningen zijn voorgesteld en gedaan om verschuiving-
nance/revival processen in gemeenschappen over de hele wereld te doen
stoppen. Deze inspanningen worden aangeduid met bepaalde
termen, zoals language maintance of revival. Toch is het moeilijk
om een bepaalde strategie te vinden om de verschuiving-processen
te ondermijnen.
*Slang: volkstaal