De winstparadox
Lessen van de 21ste eeuw
'We hebben de neiging om te geloven dat wanneer het goed gaat met
bedrijven, het ook goed gaat met de economie. Maar dat is buiten de
'marktmacht' van supersterbedrijven gerekend. Zij potten technologische
vooruitgang op, fnuiken zo de concurrentie en houden hun prijzen
kunstmatig hoog. In plaats van werk te creëren, verlaagt die enorme
winstgevendheid de lonen en decimeert ze banen. Dat is de
winstparadox.'
Vanaf de jaren 80 stijgen de winsten en ook de mark-up. De bedrijven slagen erin hun goederen aan
een veel hogere prijs te verkopen dan de kost per product. Bedrijven in het 90 ste percentiel worden
enorm winstgevend en kunnen zeer grote winsten boeken. Kleinere bedrijven of start-ups krijgen
zeer veel druk van de dominante bedrijven en kunnen geen even hoge mark-ups vragen. Hierdoor
verliezen ze extra marktmacht.
Arbeidsaandeel daalt relatief sterk bij zowel mannen en vrouwen. Het dichtrijden van de gender gap
faalt, want ook de vrouwen worden minder actief op de werkvloer. Productiviteit blijft sterk stijgen,
maar na 1980 volgen de lonen niet meer mee. De verhouding loon/productiviteit daalt.
Daling bedrijfsdynamisme. Zeer dominante bedrijven gaan veel minder snel aanpassingen doen aan
hun bedrijfsdynamisme omdat ze veranderingen in de economie minder voelen. Jongere bedrijven
zeer meestal nog heel concurrerend en zullen een veel groter bedrijfsdynamisme hebben. Minder
druk voor innovatie. Men zou denken dat in deze digitale wereld net veel meer start-ups worden
opgestart, maar dit is niet het geval. De meest innovatieve periode waren de jaren 80 tem 2000.
De lonen van laaggeschoolden zijn zelfs gedaald tegenover de jaren 80. Enkel de universitairen met
een master ondervinden hogere lonen. Dit komt vooral door de toegang tot digitale technologie die
meer voorkomt bij hoog geschoolden en die daardoor veel productiever zijn.
Monopoly (75%) = Marktsituatie waarbij een aanbieder van producten of diensten aan de gehele
vraag voldoet. Het is een positie waarin bieders of vragers op een bepaalde markt opereren zonder
concurrentie.
VS
Monopsony (25%) = Een monopsonie is in de economie een markt waar slechts één koper, de
monopsonist, aanwezig is. Er zijn echter wel meerdere verkopers. Het is dus symmetrisch aan een
monopolie, waar er maar één verkoper is voor meerdere kopers. Het begrip "monopsonie" werd
geïntroduceerd door Joan Robinson in 1933.
Hoe worden monopolybedrijven gevormd?
1. Stevig concurrentiebeleid met overnames (vb. AbInbev)
2. Technologische groei: Kleinere bedrijven of start-ups kunnen niet dezelfde technologie
ondersteunen en zo krijg je als hoogtechnologisch bedrijf enorme schaalvoordelen (de gemiddelde
kost per product daalt). Zelfs al komt er een concurrent, dan zijn er nog steeds enorme verschillen in
productiviteit.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper andresroosen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.