DEF 1:
Een parasiet is een dierlijk of plantaardig organisme dat zich voedt ten koste van een ander organisme (= de
gastheer) en waarop het een schadelijke werking uitoefent.
DEF 2:
Parasitisme is een associatie tussen 2 ≠ organismen, een parasiet en een gastheer. De parasiet is metabolisch
afhankelijk van zijn gastheer en dit brengt met zich mee dat er een onderlinge uitwisseling is van substanties.
DEF 3:
Een parasiet is een organisme dat voor het volbrengen van zijn natuurlijke levenscyclus tijdelijk of permanent
moet leven in of op een ander levend organisme (gastheer), waaraan het voedsel onttrekt.
Afmetingen
Parasieten zijn eukaryoten die afhankelijk van de soort, afmetingen kunnen aannemen van enkele micrometers
tot enkele meters.
Elke soort behoort tot een geslacht. Een geslacht neemt een welbepaalde plaats in binnen een familie, een
orde, een klasse en een phylum.
BELANG
Parasieten kunnen infectieziekten veroorzaken bij mens en dier. Vooral in tropische landen → importinfectie.
Voornamelijk malaria en talrijke worminfecties. Parasieten kunnen ook inheems zijn maar dit is beperkter.
Zoals toxoplasma, Giardia.
PARASITOLOGISCHE BEGRIPPEN
RESERVOIRGASTHEER:
Gastheer die voortdurend geparasiteerd is en daardoor een constante besmettingsbron is voor andere
diersoorten of mens.
PREVALENTIE:
Het percentage van de bevolking dat geïnfecteerd is.
TRANSMISSIE:
Overdracht van de parasiet.
ENDEMISCHE INFECTIE:
Infectie optredend in een welbepaald gebied.
,IMPORTINFECTIE:
Infectie uit een andere streek.
LEVENSCYCLUS:
Parasieten gaan tijdens hun bestaan door verschillende ontwikkelingsstadia die een gesloten kringloop of
ontwikkelingscyclus vormen Het is de hele cyclus van vermenigvuldiging en (a)sexuele voortplanting van de
parasiet in de verschillende gastheren en de transmissie tussen deze gastheren.
GASTHEERWISSELING:
Wanneer een parasiet meerdere gastheren heeft tijdens zijn levensloop.
TUSSENGASTHEER:
Gastheer waar de ongeslachtelijke voortplanting plaatsgrijpt.
EINDGASTHEER:
Gastheer waar de geslachtelijke vermenigvuldiging plaats vindt.
ACCIDENTEEL PARASITISME:
Parasiet die zijn normale route niet volgt en terecht komt bij een gastheer, waar hij zelden wordt aangetroffen,
alhoewel er goede overlevingskansen zijn. Meestal komt dat doordat de ontmoetingskansen tussen parasiet en
desbetreffende gastheer gering zijn.
HOMOXENE PARASIET:
Heeft geen tussengastheer.
HETEROGENE PARASIET:
Heeft wel een tussengastheer.
MONOXENE PARASIET:
Dit stadium wordt slechts in één gastheercel aangetroffen.
POLYXENE PARASIET:
Dit stadium kan in verschillende gastheersoorten worden aangetroffen.
VECTOR:
Insect dat een parasiet overbrengt van de ene mens naar de andere mens.
PREVALENTIE:
Het aantal besmette personen op een gegeven moment.
INCIDENTIE:
Het aantal nieuwe gevallen van een ziekte per tijdseenheid, per aantal van de bevolking. Meestal wordt de
incidentie per duizend personen per jaar opgegeven en soms per honderdduizend per jaar.
, 2. LABORATORIUMDIAGNOSTIEK VAN PARASITAIRE INFECTIES
2.1. VASTSTELLEN VAN EEN PARASITAIRE INFECTIE
Een parasitaire infectie geeft vaak geen specifieke symptomen. In een routine labonderzoek zul je wel een hoge
eosinofilie zien als de patiënt een worminfectie heeft in de weefsels. Vaak vragen we ook naar de geografische
anamnese (zo kunnen we weten in welke landen de patiënt allemaal geweest is). Dan zal er een gericht
onderzoek naar de parasiet worden aangevraagd.
2.2. HET MICROSCOPISCH ONDERZOEK
Het microscopisch onderzoek is vaak de hoeksteen bij het onderzoek naar een parasiet. Men toont de parasiet
rechtsreeks aan in het afgenomen specimen.
2.2.1. HET FAECES-ONDERZOEK
= coprologisch onderzoek.
• Opsporen van parasieten die langs de darm het lichaam verlaten
• Zoeken naar vegetatieve stadia, cysten, wormen, wormeieren in het faeces staal.
Staal zelf kan best opgevangen worden in een steriel potje dat lekvrij is. Geen contaminatie met water/urine is
belangrijk!! Verschillende stappen:
STAALAFNAME:
• Faeces staal moet zo snel mogelijk naar het labo
o Vloeibare stoelgang: zeer belangrijk!!
o Halfgevormde stoelgang: binnen het uur
o Normale: dag zelf
• Indien niet mogelijk:
o Staal koel bewaren zodat de commensalen niet gaan groeien
o Kort na het verzamelen van het staal gaan we er een fixeer middel aan toevoegen
▪ SAF = natriumacetaat – azijnzuur – formaldehyde 37%
▪ Hierdoor gaat het trofozoïet stadium niet degraderen waardoor we later dit stadium
kunnen aantonen in het onderzoek
• Uitscheiding van parasieten in de stoelgang is niet consequent → meestal 3 stalen nodig!
HET MACROSCOPISCH ONDERZOEK:
We gaan met het blote oog het staal gaan beoordelen, de consistentie bekijken van de faeces.
• Cysten stadia = vaste stoelgang
• Trofozoïet stadia = vloeibare stoelgang
• Eieren en larven → elk type monster
• Wormen
o Volwassen worpjes van Enterobius vermicularis → vaak bij kinderen
o Proglottiden van taenia →lintworm bestaat uit verschillende deeltjes
, 2.2.2. MICROSCOPIE – FAECES ONDERZOEK
HET RECHTSREEKS ONDERZOEK ONGEFIXEERD
Dit is met verse stoelgang zonder toevoeging van bewaarmiddel of zonder manipulatie. Voordelen:
- Snel, eenvoudig, goedkoop
- Geen morfologische veranderingen van het parasitair stadium
- Geen vernietiging van stadia
- Idee over aantal aanwezige parasieten
Uitvoering:
- We brengen een druppel vloeibare faeces op een voorwerpglaasje met een pipet. Indien stoelgang
vaster is: eerst druppel F.O. en nadien kleine hoeveelheid faeces hierin in suspensie brengen
- Afdekken met een dekglaasje
- Objectief 10X: eieren en larven?
- Objectief 40x: cysten en/of vegetatieve vormen van protozoa
Nadelen:
- Moeilijk om verse stoelgang snel in labo te krijgen
o Verschillende trofozoïeten degenereren snel
o Cysten en eieren blijven weken tot maanden in goede staat
- Weinig contrast in ongefixeerde, ongekleurde preparaten
- Een gelijkaardig onderzoek kan gebeuren op een gefixeerd faecesstaal
HET RECHTSREEKS ONDERZOEK GEFIXEERD
Voordelen:
- SAF toegevoegd
- Trofozoïeten intact, ook na langere tijd.
Voorwaarde: fixeermiddel zo snel mogelijk na produceren van staal toevoegen.
- Meer contrast in de natte preparaten
Alternatief:
- Diverse kleuringen ook mogelijk op gefixeerd materiaal
o Dun uitstrijkpreparaat
o Kleuring (morfologische structuren zichtbaar)
o Kleuring
▪ Ijzerhematoxyline-Kinyoun-kleuring
▪ Chlorazolzwart-kleuring
LUGOLKLEURING VOOR CYSTEN VAN PROTOZOA
Faeces + lugol:
- Cysten: inwendige structuur duidelijker
- Vegetatieve stadia: sterven af
Uitvoering:
- Kleine hoeveelheid stoelgang in druppel lugol = suspensie
- Objectief 40X
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juliemouton. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,69. Je zit daarna nergens aan vast.