Samenvatting
Samenvatting Fysiologie & Pathofysiologie Diergeneeskunde
- Instelling
- Universiteit Gent (UGent)
Samenvatting Fysiologie & Pathofysiologie Diergeneeskunde
[Meer zien]Voorbeeld 4 van de 49 pagina's
Voorbeeld 4 van de 49 pagina's
In winkelwagen
Voorbeeld van de inhoud
lOMoARcPSD|11911780Diergeneeskunde Basisbegrippen
Inhoudsopgave
Basisbegrippen uit de chemie en fysica..................................................................................................2
Diffusie...............................................................................................................................................2
Osmose en filtratie.............................................................................................................................3
Water.................................................................................................................................................5
Transport door membranen...................................................................................................................6
Passief transport................................................................................................................................6
Diffusie...........................................................................................................................................7
Ionkanalen......................................................................................................................................7
Gefaciliteerde diffusie....................................................................................................................8
Volume verandering bij passief transport......................................................................................9
Actief transport................................................................................................................................10
Primair actief transport................................................................................................................10
Secundair actief transport............................................................................................................11
Classificatie transporteiwit...........................................................................................................11
Exo- en endocytose......................................................................................................................12
Chemische communicatie tussen cellen...............................................................................................13
Inleiding............................................................................................................................................13
Receptoren.......................................................................................................................................13
Algemene eigenschappen............................................................................................................15
Vorming en afbraak......................................................................................................................19
Hormonen............................................................................................................................................19
Inleiding............................................................................................................................................19
Wateroplosbare hormonen..............................................................................................................27
Inleiding........................................................................................................................................27
Second messengers......................................................................................................................28
Receptoren...................................................................................................................................29
Vetoplosbare hormonen..................................................................................................................32
Inleiding........................................................................................................................................32
Receptoren...................................................................................................................................33
Afbraak en excretie van hormonen..................................................................................................37
Regulatie van de endocriene activiteit.............................................................................................38
Autologe regulatie........................................................................................................................38
1
Heterologe regulatie.....................................................................................................................39
, lOMoARcPSD|11911780
Overige invloeden........................................................................................................................39
Defecten in de hormoonfunctie.......................................................................................................42
Membraanpotentiaal...........................................................................................................................43
Basisbegrippen uit de chemie en fysica
Diffusie
In een gas of vloeistof transport van een zone met een hoge concentratie naar een zone met een
lage conc. Op basis van thermodynamische bewegingen. Bij een hogere temperatuur zal dit
makkelijker gaan, omdat de kinetische energie dan hoger is. De diffusiesnelheid wordt ook heel erg
bepaald door de grootte van de molecule. Hoe groter, des te lomper en trager. Een belangrijk
transportmech. En gaat voornamelijk op een korte afstand een rol spelen. Bij het massa-transport
van stoffen in de bloedbaan via diffusie thv de capillairen naar interstitium en weefsels; Transport
afvalstoffen uit weefsels naar de bloedbaan; intracellulair transport. Allemaal op basis van een
concentratie verschil van een stof. Thv de longaveolen gebeurt ook diffusie van CO2 en O2.
Diffusie is het gevolg van willekeurige bewegingen van moleculen, atomen en ionen. De
bewegingssnelheid: omgekeerd evenredig met afmetingen. Moleculen botsen constant met elkaar -
> richtingsveranderingen ->op basis van thermodynamische bewegingen. Ondanks de willekeurige
2
, lOMoARcPSD|11911780
beweging van de moleculen, zullen er meer moleculen van de hoge naar de lage concentratie
omwille van de botsingen en richtingsveranderingen.
De transportintensiteit/diffusiesnelheid kan worden beïnvloed door:
- Diffusiecoëfficiëet = karakteristiek voor bepaalde substanties – zegt o.a. iets over de grootte
van de molecule en de temperatuur, kan ook iets zeggen over het oplosmiddel.
- Oppervlakte waardoor diffusie mogelijk is
- Verschillende concentraties van de substantie die over een bepaalde afstand van
elkaar gescheiden zijn.
De transportintensiteit:
- Wordt sneller wanneer grotere opp. en/of grotere conc gradiënt
- Omgekeerd evenredig met afstand waarover diffusie gebeurt
- Diffusiesnelheid neemt toe met toename van druk en verkleining van
opp Diffusie is enkel efficient over zeer korte afstand : nm tot 10-30μm.
-neurotransmitters thv neuronen
- glucose opname thv capillairen
- intracellulair (bv. darmepitheel cel)
- vetdruppels (kleine) doorheen celmembranen
Diffusie is intracellulair het belangrijkste transportmiddel. Vandaar dat er geen enkel cel in het
lichaam aanwezig al zijn dat hoger, breder, of dikker is dan 100 μm. 100 μm is de maximale afstand
waarover diffusie aanwezig/mogelijk is. Als de cel groter is, kan deze niet meer gevoed worden en
dan maakt het niet uit van welk organisme dat is. \
Diffusie is een passief proces louter op basis van een concentratieverschil van vrije moleculen wat
aanwezig is in een gasmengsel of vloeistof over een bepaalde afstand.
Osmose en filtratie
3
, lOMoARcPSD|11911780
Semipermeabel membraan: voor sommige dingen is het toegankelijk voor andere dingen niet.
Typisch wel doorlaatbaar voor water en voor andere stoffen niet.
Osmose is een proces op basis van diffusie waarbij een vloeistof, waarin stoffen zijn opgelost, door
een semipermeabele membraan stroomt, dat wel de vloeistof doorlaat maar niet de opgeloste
stoffen.
Osmose is wanneer water onder invloed van een verschil in concentratie doorheen een membraan
gaat bewegen, zodat de concentratie van vrije moleculen in beide compartimenten (gescheiden door
het semipermeabele membraan) gelijk wordt.
Filtratie is eigenlijk omgekeerde osmose. Omgekeerde osmose/filtratie (reversed osmosis, RO) is een
membraanproces waarbij zowel ionen als kleine organische moleculen uit oplossing verwijderd
kunnen worden. Het RO-systeem is verdeeld in een hogedrukcompartiment en een
lagedrukcompartiment, gescheiden door een semipermeabel membraan. Door een uitwendig
aangelegde druk verplaatst het oplosmiddel zich van de meest geconcentreerde (door de druk) naar
de minst geconcentreerde (door de druk) oplossing. De osmotische stroming is bijgevolg omgekeerd
ten opzichte van osmose. Filtratie is een actief proces.
Hydrostatische druk = de druk uitgaande van een vloeistof of waterige oplossing. De
hydrostatische druk p is de druk die een vloeistof uitoefent onder invloed van de zwaartekracht.
De hydrostatische druk van bloed is de bloeddruk.
De osmotische druk = de druk die nodig is om vloeistoftransport te beletten en wordt bepaald door
het aantal deeltjes in oplossing. Osmotische druk (osmotische potentiaal) is het drukverschil dat
tussen twee oplossingen van verschillende concentraties ontstaat ten gevolge van osmose. Hoe meer
deeltjes er opgelost zijn, des te hoger is de osmotische druk.
Iso-osmotisch: twee oplossingen hebben dezelfde osmotische druk
Hyperosmotische druk: de druk van de oplossing met de meest opgeloste
deeltjes. Hypo-osmotisch: de druk van de oplossing met de minst opgeloste
deeltjes.
De osmotische druk kan alleen maar gerealiseerd worden met een semi permeabele membraan.
Moest er geen semi permeabele membraan zijn, dan spreekt men gewoon van diffusie en is het een
passief proces. Is er een membraan aanwezig dan spreekt men van osmose.
Osmose en filtratie gebeurt thv de capillairen:
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noortjemiedema. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 50843 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen