EXAMENVRAGEN INWENDIGE ZIEKTELEER
1) Voorwaarden bij verschillende anti-aggregantia en anti-coagulantia? Wat doen bij een
bloeding?
Indicaties
- Anti-aggregantia: angor/myocardinfarct, na plaatsen coronaire stent, perifeer vaatlijden, na
beroerte
- Anti-coagulantia: DVT/LE (behandeling en preventie), VKF, kunstkleppen (metaal), acuut
myocardinfarct (acuut)
Soorten
- COX inhibitor: aspirine (Asaflow, Cardioaspirine)
- P2Y12 inhibitor: clopidogrel (Plavix)
→ Bindt irreversibel → bij stop: nieuwe plaatjes alvorens effect uitgewerkt → 7d alvorens
volledig uitgewerkt
→ NIET onderbreken (ook niet bij combi aspirine en clopidogrel)
→ Bij twijfel: bespreek met behandelend arts
→ Vermijd NSAIDs
- Heparine
→ Enkel IV in ZH (bijna nooit meer gebruikt)
→ Blokkeert factor Xa en trombine
→ aPTT continu volgen
- Laag moleculair gewicht heparine (Clexane, Innohep, Fraxiparine, Fradoxi)
→ Subcutane injecties (1 of 2/d)
→ Werking gelijkaardig aan Heparine
→ Werkt max 24u
→ Geen bloedtesten volgen
→ Vaak korte behandeling: stel procedure uit
→ Lange tijd: advies om te stoppen (12u bij 2x of 24u bij 1x per dag)
→ Herstart vanaf >8u na de procedure indien volledige hemostase bereikt
→ Vermijd NSAIDs
- Coumarines/VKA (Marcoumar, Marevan, Sintrom)
→ PO medicatie
→ Blokkeren alle vit K afhankelijke factoren
→ Werkt traag & werkt lang na: 2-10d
→ Werking meten in bloed via PT/INR → doel is INR tussen 2-3
→ Dosis continu titreren
→ Controleer recente INR: max 3d indien stabiel/max 1d indien schommelend
→ INR<3 → NIET onderbreken
→ Vermijd NSAIDs
→ Indien toch moet worden gestopt: heel gedoe → overleg arts – bridging?
→ spoelen met tranexaminezuur 5% mondspoeling 4x 4d 2min: remt fibrinolyse
, - Directe thrombine inhibitoren (Pradaxa)
- Factor Xa inhibitoren (Eliquis, Xarelto, Lixiana)
→ Nieuwere PO
→ INR opvolgen niet nodig → vaste dosis
→ Uitgewerkt na 1-2d
→ Niet innemen ochtend van ingreep (langer bij slechte nierfunctie)
→ Herstart vanaf 8u na procedure indien volledig homeostase bereikt
→ Vermijd NSAIDs
Bloeding:
- Lokale hemostase: gelatine sponsjes, geoxideerd cellulose (Surgicel), synthetisch collageen
- Tranexaminezuur mondspoeling
- Ineffectief: arts contacteren, stopzetten medicatie (traag bij coumarines en anti-aggregantia) of
antidotum toedienen (vit K, transfusie met plasma, stollingsfactoren)
2) Wat is GERD en waarom wordt het een groter probleem?
GERD = Gastro-oesophagale refluxziekte:
- Frequent: 20-40% Westerse bevolking
- = Abnormale reflux van maagzuur in de slokdarm
- Belangrijke morbiditeit en hoge financiele belasting
- Oorzaken:
o Gastro-esofagale sfincter incomptentie: hiatus hernia, dieet en medicatie (relaxatie
sfincter)
o Vertraagde klaring van zuur uit de slokdarm
o Verhoogde abdominale druk: obesitas, zwangerschap
- Symptomen:
o Pyrosis = zuurbranden (zeker na maaltijd of platliggen)
- Verwikkelingen:
o Reflux oesophagitis
o Stricturen
o Barrett slokdarm: slokdarm gaat slijmvlies overnemen van de maag (kan makkelijker
ontaarden)
- Diagnose:
o Typisch verhaal
o Endoscopie: aantonen van verwikkelingen
o pH-metrie: bij twijfel of onvoldoende respons op behandeling
- Behandeling:
o Conservatief: mijden van uitlokkende voeding, hoogstand lichaam, niet te laat eten,
vermageren
o Medicatie: PPI (Omeprazole, Pantomed)
o Operatie: Nissen fundoplicatie (plooien van de fundus rond de slokdarm)
,3) Wat vraag je aan iemand die een transplantatie heeft gehad?
- Welke transplantatie?
- Hoe lang geleden? Net na transplantatie hogere dosissen immuunsuppressiva
- Welke medicatie? Orale manifestaties van immuunsuppressiva?
Posttransplant follow-up in 3 fasen:
- Onmiddellijke posttransplantperiode
o Hoge immuunsuppressiva
o Stel electieve procedures uit
o Nauwgezette mondhygiëne
o Urgenties zo nodig te behandelen (focus op infecties)
- De periode met stabiele graft
o Nauwgezette mondhygiëne
o Regelmatige afspraken, q3m/q6m
o Routine tandheelkundige zorgen
o Specifieke aandacht voor post-transplant orale manifestaties/complicaties
▪ Mucositis
▪ Orale manifestaties van immuunsuppressiva: tandvleeshyperplasie
(cyclosporine), pyogeen granuloom (tacrolimus), mTOR inhibitie
geassocieerde stomatitis
▪ Orale infecties: candida, Herpes simplex
▪ Graft vs host ziekte
▪ Secundaire maligniteiten
- De periode van chronische rejectie of GVHD
o Idem als in de stabiele fase
o Houd rekening met verhoogde dosissen immuunsuppressiva
o Houd rekening met mogelijkheid van graft falen (= situatie pre-transplant)
Immunosuppressiva:
- Corticosteroïden: Vooral in begin
- Antimetabolieten (Azathiprine/Imuran; MMF)
- Calcineurine inhibitoren (Cyclosporine, Tacrolimus)
- mTOR inhibitoren: Remmen WBC af (Everolimus)
→ typische hoge dosissen kort na transplantatie, temperen nadien
Jaarlijkse orale screening naar maligniteiten bij alle transplantpatiënten
, 4) Patient start binnenkort kankerbehandeling. Wat doe je/waar hou je rekening mee bij
behandeling?
Vraag:
- Type kanker
- Welke behandeling: operatie, bestraling, angiogeneseremmers, bisfosfonaten
- Intent van de behandeling: curatief of niet-curatief
Weinig implicaties bij enkel heelkunde of radiotherapie buiten HH
Baseline evaluatie!!!
- Uitsluiten/behandelen ziekte die kan exacerberen tijdens kankerbehandeling
- Baseline assessment als vergelijkingspunt
- Detectie van metastasen (zeldzaam)
Indicaties voor extractie
- Pocketdiepte >6mm, excessieve mobiliteit, purulentie bij peilen
- Peri-apicale inflammatie
- Gebroken, niet-herstelbare, niet-functionele tand bij niet-compliante patient
Richtlijnen voor extractie
- Minimaal trauma
- Min 2-3w voor start radiotherapie
- Min 5-7d voor start chemotherapie
- Vermijd hemostatisch packingmateriaal (bron van bacteriele infecties)
5) Wat zijn de oorzaken en complicaties van een te traag werkende schildklier?
= hypothyroidisme = tekort aan schildklierhormoon
Schildklier reguleert de snelheid van metabolisme, thermogenese en eetlust
Oorzaken
- Primaire vorm: door pathologie van de schildklier zelf
o Auto-immune thyroiditis (van Hashimoto)
o Overbehandeling van hyperthyroidie
o Jodiumtekort (ver van de zee)
- Secundaire vorm: bij hypofysaire isufficientie
o Gezwel van de hypofyse (adenoom)
o Infarct van de hypofyse (postpartum)
o Hypofysitis ikv kanker immuuntherapie
Complicaties
- Gewichtstoename
- Koudegevoel
- Obstipatie
- Bradycardie
- Traagheid
- Droge haren en huid