Arbeidsongeschiktheidsverzekerin
gen
Inhoud
Inleiding............................................................................................................................................................1
De sociale zekerheid.........................................................................................................................................6
Gezinsbijslag.................................................................................................................................................9
Werkloosheid..............................................................................................................................................11
Pensioenen.................................................................................................................................................12
Geneeskundige verzorging.........................................................................................................................15
Moederschapsuitkering..............................................................................................................................18
Arbeidsongevallen......................................................................................................................................19
Beroepsziekten...........................................................................................................................................21
Faillissement...............................................................................................................................................21
Hulp zelfstandigen na bevalling of adoptie.................................................................................................21
Persoonlijke ongevallenverzekering...............................................................................................................22
Arbeidsongevallenverzekering........................................................................................................................26
Gewaarborgd inkomen...................................................................................................................................35
Hospitalisatieverzekering................................................................................................................................40
Tandzorgverzekering......................................................................................................................................44
Zorgverzekering..............................................................................................................................................46
Reisverzekering...............................................................................................................................................48
Inleiding
Les 1
Alle verzekeringen die te maken hebben met uw lichaam (uitz.: levensverzekering)
• Ontstaan (Oude Egypte: familie van slaaf kreeg vergoeding indien ongeval/dood) en doorbraak van de verzekering
– Blaise Pascal (Franse wiskundige die verband heeft gemaakt tussen kans en premie. Eerste
zijn scheepvaartsverzekeringen)
– Lloyd’s (vroegere café waar scheepsvaartverzekeringen tot stand zijn gekomen. Nu: grote
verzekeringsmarkt waar underwriters het tarief berekenen en meedelen)
– Nu: 65% levensverzekering – 35% BOAR (= brand, ongevallen en andere risico’s)
– Totale incasso: 28 miljard € (hoe welvarender hoe meer verzekeringen)
• Sociaal-economische betekenis
1
, – evenredigheid tussen bijdragen (premies) en uit te betalen sommen (vaak gebaseerd op
ervaringen)
– wet van de grote getallen (vb. : Je kan maar verzekeraar zijn als je duizenden klanten hebt
aangezien je enorme buffer nodig hebt)
– Onmogelijk vooraf te zeggen of een risico zich zal voordoen
• Juridische betekenis:
– Wet van 25 juni 1992 en 4 april 2014
– Verzekering: overeenkomst waarbij de verzekeraar, zich er tegen betaling van een premie
tegenover de verzekeringnemer, toe verbindt een in de overeenkomst bepaalde prestatie
te leveren in het geval zich een onzekere gebeurtenis voordoet, waarbij, naargelang van
het geval, de verzekerde of de begunstigde belang heeft dat deze zich niet voordoet.
• Sommenverzekering versus schadeverzekering
• Sommenverzekering
2
,Er wordt een afgesproken som geld uitgekeerd. (vb.: levensverzekering, gewaarborgd inkomen)
• Schadeverzekering
De omvang van de schade wordt vergoed.
Aansprakelijkheidsverzekering: schade aan anderen wordt vergoed, hoe groter de schade hoe groter de
vergoeding.
Samenvattend:
3
,Sommenverzekeringen mogen gecumuleerd worden, schadeverzekeringen niet.
Bij schadeverzekeringen mag je jezelf niet verrijken.
Wettelijke subrogatie: verhalen (indien mogelijk) bij degene die een fout heeft gemaakt
• Het sluiten van de verzekeringsovereenkomst
– Een verzekeringsvoorstel
– Een voorafgetekende polis
– Een verzekeringsaanvraag (vb. : voor onmiddellijk bewijs van dekking, wordt later in een
polis gegoten)
– Een verzekeringspolis
• Algemene voorwaarden
• Bijzondere voorwaarden (gespecifieerd naar uw situatie)
4
,Les 2
• De mededelingsplicht (verzekerde moet alle belangrijke info doorgeven aan verzekeraar)
– Opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist mededelen van gegevens -> nietigheid
– Onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist mededelen van gegevens
• Vaststellen van de tekortkoming aan de mededelingsplicht buiten enig schadegeval
– Scenario 1: Verzekeraar toont aan dat hij die tekortkoming niet verzekert. Klant heeft 1
maand de tijd om te veranderen van verzekeraar. (vb.: van huis een restaurant gemaakt) Je
krijgt het niet gebruikte premie gedeelte terug gestort.
– Scenario 2: Verzekeraar verzekert de tekortkoming. Klant kan verzekeren en de premie
(weliswaar duurder) aanvaarden + polis wordt aangepast. Indien klant weigert loopt de
polis ten einde.
• Schadegeval vooraleer de overeenkomst werd aangepast of opgezegd
– Scenario 1: Indien de verzekeraar die risico’s niet verzekerd, worden alle reeds betaalde
premies teruggestort en moet de maatschappij niets betalen. OVK heeft zogezegd nooit
bestaan.
– Scenario 2: Verzekeraar verzekert die risico’s wel. Men kijkt hoe groot de schade is en past
de evenredigheidsregel toe.
• Wijziging van het risico in de loop van de overeenkomst
– Vermindering van het risico (vb.: je verkoopt een deel van je huis, maakt van 2 slaapkamers
1 slaapkamer, …) moet je meedelen aan de maatschappij en dan zal je premie wat dalen.
– Verzwaring van het risico (vb.: van 1 kamer 2 kamers maken, van je huis een restaurant
maken, ….) moet je meedelen aan de maatschappij, anders wordt de evenredigheidsregel
toegepast.
• Premiebetaling (= op voorhand bij de start van de verzekering) en premiekrediet (= niet gebruikte
premiegedeelte vb.: je hebt je eigen wagen en hebt premie betaalt voor het hele jaar maar na 9
maanden krijg je een bedrijfswagen dus betaalt maatschappij 3 maanden premie terug.)
• Verplichtingen van een verzekerde bij een schadegeval
– Melding van het schadegeval
– Voorkomen of beperken van de gevolgen van het schadegeval
– Gesteldheid van plaats (niet dringende dingen nog niet herstellen)
– Overdracht van de stukken (nodige documenten overdragen aan verzekeraar)
– Verplichte verschijning (voor de rechtbank indien nodig)
– Verbod op erkenning van de aansprakelijkheid (je hoeft niet te zeggen dat je in fout bent,
enkel beschrijven wat er is gebeurd)
– Andere verplichtingen
5
, • Duurtijd van de verzekeringsovereenkomst
– Jaarlijks opzegbaar. (uitz. : bij grote ondernemingen kan arbeidsongevallen en BA
uitbating/BA na levering 3 jaar contracten zijn)
– Drie maanden voor vervaldag. Uitzonderingen:
• Indien premie is verhoogd
• Na schadegeval als je niet tevreden bent
• Einde van de verzekeringsovereenkomst
– Einde op vervaldag (eindvervaldag)
– Door de ontbinding van de verzekeringsovereenkomst (met wederzijds akkoord)
– Door de nietigheid van de overeenkomst (vb.: man en vrouw beiden familiale en gaan
samenwonen dus enkel 1 familiale voor gezin – premies worden teruggestort tot 3 jaar in
de tijd)
– Door de beëindiging van rechtswege van de overeenkomst
• Intuitu rei: contracten waar persoon niet relevant is
• Intuitu personae: contracten waar persoon van belang is (vb.: levensverzekering)
• De verjaring -> 3 jaar
De sociale zekerheid
= soort verzekering door de OH met de bedoeling van solidariteit tussen alle inwoners van België.
Privéverzekeringen gaan verder dan wat de OH aanbiedt en vullen de gaten op die de OH overlaat. Het is
dus belangrijk wat de sociale zekerheid al biedt. (vb.: Een wn die door ziekte of ongeval niet meer kan
werken mag stoppen met werken en wg mag stoppen met betalen. Dan krijgt die wn een vergoeding van
de mutualiteit m.a.w. van de sociale zekerheid. Die vergoeding is ongeveer 1800- 1900 euro per maand. Bij
een zelfstandige is dit veel minder en om deze reden zijn de privéverzekeraars ingesprongen. Zo kunnen de
zelfstandigen zich dus extra verzekeren om bovenop dat wat ze van de mutualiteit krijgen nog een extra
bedrag van de verzekeringsmaatschappij krijgen om je manier van leven te behouden.
• Sociale zekerheid niet te verwarren met sociale bijstand (vb.: OCMW)
• De klassieke sociale zekerheid bevat 7 takken:
– Rust- en overlevingspensioenen
• Rustpensioen: Als je 65 jaar bent krijg je een rustpensioen
• Overlevingspensioen/weduwepensioen: Als vrouw niet werkte (vroeger) krijgt ze
overlevingspensioen = pensioen van je man als alleenstaande verder uitbetaald
– Arbeidsongevallenverzekering
6
, – Beroepsziektenverzekering (vb. : schildersziekte: schilders die zenuwaandoeningen krijgen
door chemisch product in de verf)
– Gezinsbijslag
– Ziekte- en invaliditeitsverzekering
– Jaarlijkse vakantie
– Werkloosheidsvergoeding
• Sociale bijstand (= vangnet onder het vangnet)
– Bestaansminimum
– Inkomensgarantie voor ouderen
– Gewaarborgde gezinsbijslag (hogere gezinsbijslag voor arme gezinnen met kinderen =
extra)
– Tegemoetkomingen aan gehandicapten
• Het belang van de sociale zekerheid:
– SOLIDARITEIT
– Concreet:
• Vervangingsinkomen bij werkloosheid, pensionering, arbeidsongeschiktheid
• Inkomen bij sociale lasten zoals het opvoeden van kinderen, geboorte van een
kind, ziektekosten
• in geval van onvrijwillig verlies van een beroepsinkomen ontvangt men een
bijstanduitkering
• Geschiedenis van de sociale zekerheid
Organisatie :
• Werknemers
– FAMIFED (voorheen RKW rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers)
– RVA (rijksdienst voor arbeidsvoorziening)
– RVP (rijksdienst voor pensioenen)
– RIZIV (rijksdienst voor ziekte- en invaliditeitsverz.)
– FAO (fonds voor arbeidsongevallen)
– FEDRIS (federaal agentschap voor Beroepsrisico’s)
– RJV (rijksdienst voor jaarlijkse vakantie)
Orgaan: RSZ
• Zelfstandigen
– Geneeskundige verzorging
7
, – Invaliditeit
– Gezinsbijslag
– Pensioen (minder dan wn)
– Bankroet (kleine vergoeding)
Orgaan: RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen van Zelfstandigen)
Geen: werkloosheidsvergoeding, vakantiegeld
• Ambtenaren (50 min)
– DIBISS (Dienst voor de Bijzondere sociale zekerheidsstelsels) voorheen Plaatselijke en
provinciale overheden (RSZPPO).
– Andere: overheid zelf verantwoordelijk voor de sociale zekerheid (behalve
gezondheidszorg -> RIZIV en pensioenen)
6e staatshervorming:
Naar de regio’s:
– De kinderbijslag
– De kinderopvang
– Het betaald educatief verlof
– De begeleiding en opvolging van werklozen
Financiering:
• Werknemers
– RSZ financiert de socialezekerheidstakken volgens de thesauriebehoeften
– Verschil tussen arbeiders en bedienden: jaarlijkse vakantie
– Werknemersbijdrage: 13,07 % en werkgeversbijdrage: 24,92 %
– extra bijdrages: bedrijven & overheid (6 miljard €)
– Alternatieve financiering:
• percentage van de BTW: 10 miljard euro
• deel van accijnzen en de roerende voorheffing
• Zelfstandigen
– Driemaandelijkse socialezekerheidsbijdrage: afhankelijk van het nettoberoepsinkomen van
de zelfstandige 3 kalenderjaren geleden. Sinds 2015 aangepast
– Beginnende zelfstandigen: voorlopige bijdrage (na 3 jaar aangepast)
Zelfstandigen: bijdragen
• Tot 13.993,78 EUR: 739,05 EUR/kwartaal
• Tussen 13.993,78 EUR en 60.427,75 EUR: 20,5% van het nettoberoepsinkomen
8
, • Tussen 60.427,75 EUR en 89.051,37 EUR: 14,16% van het nettoberoepsinkomen
• Hoger dan 89.051,37 EUR: 0 EUR
• Ambtenaren
– België en Vlaanderen: enkel bijdrage voor overlevingspensioen en tak geneeskunde
– DIBISS: diverse percentages
Belgisch sociale zekerheidsstelsel voor werknemers
• Werknemers die in België worden tewerkgesteld door een werkgever in België gevestigd
• Openbare orde (= verplicht)
• Detachering
Niet-onderworpen aan het werknemersstelsel
• Bepaalde categorieën van werknemer zijn niet onderworpen aan het soicalezekerheidsstelsel:
Studenten: max. 475 aangegegven uren studentenarbeid
• Zeelieden: speciale regeling
Tewerkstellingsbevorderende maatregelen (vb. : sociale bijdrage lager maken)
De verschillende takken van de sociale zekerheid
• Gezinsbijslag
• Werkloosheid
• Pensioenen
• Geneeskundige verzorging
• Ziekte-uitkeringen
• Moederschapsuitkeringen
• Arbeidsongevallen
• Beroepsziekten
• Jaarlijkse vakantie
Gezinsbijslag
• Kinderbijslag
• Geboortepremie/adoptiepremie
9
, Rechthebbenden: Diegene die het recht op gezinsbijslag doet ontstaan door zijn arbeid als werknemer,
zelfstandige of ambtenaar. Ook werklozen, gepensioneerden, invaliden hebben recht op een bijslag (=
iedereen die officieel in België verblijft)
• Kinderbijslag sinds 2015 gelijkgesteld (zelfst vs werknemers)
• Werknemers: werkgever moet zich aansluiten bij een kinderbijslagfonds anders automatisch bij
Famifed
• Zelfstandigen sluiten zich aan bij een sociaal verzekeringsfonds
• Ambtenaren ontvangen een vergoeding van Famifed
Bijslagtrekkende = Diegene die de gezinsbijslag ontvangt:
1. Moeder
2. Persoon die het kind opvoed (ev. Instelling, papa, grootouders, …)
3. Het rechtgevende kind (gehuwd, ontvoogd, 16 jaar en elders woont)
• Rechtgevend kind:
– Verwantschap
– In België opgevoed
– Leeftijdsvoorwaarde
• Tot 31 aug van het jaar waarop men 18 jaar wordt maar verschoven tot maximaal:
• Tot 25 jaar voor studenten,…
– Een gehandicapt kind heeft steeds tot 21 jaar recht
Soorten bijslagen
– Het kraamgeld: vanaf 6e maand bij zwangerschap. Afhankelijk van de rang van het kind.
• 1e kind: 1.300 euro
• 2e kind: 1.000 euro
– De adoptiepremie: cfr. kraamgeld
– De gewone kinderbijslag: rang 1,2,3. Kinderen schuiven op.
• 1e kind: 100 euro
• 2e kind: 180 euro
• 3e kind: 260 euro
– De wezenbijslag: licht hogere vergoeding
– De aanvullende bijslagen
• Leeftijdsbijslag (oudere kinderen krijgen meer)
10