HF1: De balans
1. Inleiding
Boekhouden -> registreren van documenten m.b.t. verrichtingen die en invloed hebben op het
vermogen en het resultaat van een onderneming.
Je gaat systematisch te werk zodat op elk ogenblik de stand van zaken duidelijk is en zodat op elk
ogenblik een andere boekhouder kan inspringen.
Geschiedenis -> Luca Paciolo, hij schreef het eerste werk met de dubbele boekhouding.
2. De balans: Actief = Passief
Zodra spaargeld in het bedrijf ingebracht wordt behoort dit niet meer tot het privévermogen maar
wel tot het vermogen van de onderneming.
Financieringsmiddelen worden vertegenwoordigd door eigenmiddelen (spaargeld) en vreemd
vermogen (schulden).
Alle financieringsmiddelen samen vertegenwoordigen het passief van een onderneming, dit wordt
opgesplitst in eigen vermogen en vreemd vermogen.
De financieringsmiddelen worden gebruikt om uitrusting en installaties te kopen alsook voor een
bankrekening te openen. Dit wordt het actief van een onderneming genoemd.
De werkmiddelen of bezittingen bestaan uit:
- Vaste activa: werkmiddelen bezitten een gebruiksduur van meer dan 1 jaar.
- Vlottende activa: de liquide middelen of geldmiddelen in kas en bank. Die werkmiddelen maken
deel uit van de bedrijfscyclus van de onderneming. => voorraden goederen worden verkocht aan
klanten waardoor de liquide middelen verhogen, deze geldmiddelen kunnen ze dan weer
gebruiken voor nieuwe aankopen. Zo begint de bedrijfscyclus opnieuw.
Werkmiddelen en financieringsmiddelen worden voorgesteld in een balans: een tweedelige tabel, die
bestaat uit 2 zijden, een actief- en passief zijde.
- Rechts = passief, hier wordt de herkomst van het vermogen opgetekend.
- Links = actief, hier wordt aangeduid hoe ter beschikking gestelde vermogen is aangewend.
de balans geeft de vermogenstoestand weer op een welbepaald moment.
SCHEMA:
Actief balans van de onderneming X op 01.01.2021 Passief
Werkmiddelen Financieringsmiddelen
= bezittingen = schulden
Aanwending van het vermogen Herkomst van het vermogen
=
Eigenlijk wordt er 2 keer hetzelfde genoteerd, maar bekeken vanuit twee verschillende
gezichtspunten. ACTIEF = PASSIEF! De balans moet altijd in evenwicht zijn.
3. Indeling van de balans in rubrieken
De volgorde waarin de verschillende posten voorkomen in de balans is niet willekeurig.
3.1 de indeling van de actiefzijde
het ordeningscriterium aan de actiefzijde is de graad van liquiditeit van de bezittingen = de mate
waarin ze al dan niet snel in liquide middelen of beschikbaar geld omgezet kunnen worden.
Eest komen de oprichtingskosten. Daarna de vaste activa (gebouwen, instalaties,…) ze hebben de
kleinste graad van liquiditeit. Gehuurde gebouwen etc komen niet in de vaste activa terecht omdat je
,hier niet de eigenaar van bent, leasing wel. Omdat er verschillende vaste activa zijn worden ze
opgedeeld:
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Vaste activa = activa die blijvend bestemd zijn voor de uitbating van de onderneming, niet bedoeld
om deze te verkopen.
Vervolgens heb je de vlottende activa.
Vorderingen op meer dan 1 jaar
Voorraden en bestellingen in uitvoering
Vorderingen op ten hoogste 1 jaar
Geldbeleggingen
Liquide middelen
Overlopende rekeningen
3.2 de indeling van de passiefzijde
de passiefzijde is ingedeeld volgends de graad van opeisbaarheid van de financieringsmiddelen. Het
vermogen dat permanent ter beschikking van de onderneming blijft, staat bovenaan in de balans.
Het betreft het eigen vermogen.
Inbreng
o Kapitaal
o Buiten kapitaal
Herwaarderingsmeerwaarden
Reserves
Overgedragen winst (verlies)
Kapitaalsubsidies
Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief.
Onder schulden treffen wij dat vermogen aan dat een tijdelijk karakter heeft vanwege het feit dat de
betrokken vermogensverschaffers het zullen terugeisen.
Net zoals de actiefzijde wordt ook de passiefzijde afgesloten met de rubriek overlopende rekeningen.
4. Opsplitsing van de passiefrubriek I. Inbreng naargelang de juridische rechtsvorm
4.1 de wet van 23.03.2019 tot invoering van het wetboek van vennootschappen en verenigingen
en het KB van 29.04.2019 tot uitvoering van WVV.
Voorziet nieuwe vennootschapsvorm, de besloten vennootschap (bv) waardoor het mogelijk wordt
om een onderneming op te starten zonder maatschappelijk kapitaal. Bij nv heb je een
oprichtingskapitaal nodig van 61 500EUR.
Van de voorheen 17 vennootschapsvormen blijven er nu 4 basisvormen over: nv, bv, coöperatieve
vennootschap en de maatschap.
Voor de bv betekent dat evenwel niet dat de ondernemer roekeloos kan starten. Een toereikend
aanvangsvermogen blijft noodzakelijk. Dat kan gevormd worden door de inbreng van geld of in
natura, maar ook onder de vorm van leningen. Ondernemers moeten onder andere kunnen
aantonen dat zonder minimumkapitaal de onderneming niet ondergefinancierd wordt om de
activiteiten van minstens de komende 2 jaar te dekken.
4.2 – 4.4 zie boek p 28- 30
,5. Wijzigingen in de werk- en financieringsmiddelen
Wettelijk mogen er alleen gedagtekende verantwoordingsstukken in de boekhouding geregistreerd
worden.
Bij het registreren van een aankoopfactuur onderscheiden we 3 componenten:
VB aankoop handelsgoederen
Aankoop handelsgoederen (6040)
De btw die je moet betalen (4110)
De schuld tov de leverancier (440)
Bij een bankrekeninguittreksel, de betaling via bankoverschrijving, hebben we 2 componenten:
Bankrekening daalt door de aankoop (5500)
Schuld tegenover de leveranciers verdwijnt. (440)
6. Schematische samenvatting
Actief Balans Passief
Vaste activa
Liquiditeit Eigen vermogen
opeisbaarheid
Materiële vaste activa Inbreng
Kapitaal
Vlottende activa Schulden
Vorderingen > 1 jaar Schulden > 1 jaar
Voorranden Schulden op ten hoogste 1 jaar
Vorderingen op ten hoogste 1 jaar
Liquide middelen
7. Oefeningen
HF2: De balansrekeningen
1. Splitsing van de balans in rekeningen
We stellen de balanspost voor als een rekening. De linkerzijde van een rekening wordt de debetzijde
genoemd en de linkerzijde de creditzijde. De verzameling van alle rekeningen = grootboek.
De bedragen die links op de balans voorkomen, worden ook links op de rekening geplaatst. Zo wordt
de actiefzijde van de balans opgesplitst in actiefrekeningen die allemaal langs hun linkerzijde, de
debetzijde, geopend worden voor het bedrag vermeld in de balans.
De bedragen die rechts op de balans voorkomen, aan de passiefzijde van de balans, worden op de
rechterkant van de rekening geplaatst. Zo wordt de passiefzijde van de balans opgesplitst in
passiefrekeningen, die langs hun rechterkant, de creditzijde, geopend worden.
Voor elke verrichting geboekt op rekeningen is het totaal dat gedebiteerd werd op de rekeningen
gelijk aan het totaal dat gecrediteerd werd op de rekeningen.
2. Boekingsregels van balansrekeningen.
Bij een afname/toename van de bezittingen en/ of schulden stelden wij voorheen altijd een nieuwe
balans op. Het feit dat rekeningen twee zijden hebben laat toe dat vermeerderingen en
verminderingen van elkaar gescheiden worden. Logischerwijze komen vermeerderingen op de zijde
van het beginbedrag en verminderingen op de tegenovergestelde zijde.
, 2 raadgevingen:
o Bij elke verrichting moet je altijd vooraf dezelfde vragen stellen.
1) Welke rekening? Passief of Actief
2) Welke verandering? Vermeerdering of Vermindering
3) Boeking? Debet of Credit
o Controleer na elke boeking op de rekening of debet = credit.
3. Verschilpunten tussen balans en rekening
Balans Rekening
Statisch: beeld van de toestand van een Dynamisch: wordt gebruikt bij de boeking van
onderneming op een bepaald ogenblik elk document
Betrekking op alle activa- en Betrekking op één enkel actief- of
passivabestanddelen passiefbestanddeel
4. De afsluitingen van de balansrekeningen
4.1 de afsluiting van actiefrekeningen
Wanneer je bij een rekening aan debet en credit saldo hebt staan trek je deze van elkaar af. Bij een
actiefzijde rekeningen zou je dan aan de debetzijde nog een getal hebben staan. Het verschil tussen
deze totalen = saldo. => actiefrekeningen hebben een debetsaldo. Dit bepalen we door
1) het totaal te noteren op de grootste zijde
2) datzelfde totaal ook noteren op de kleinste zijde
3) op die kleinste zijde het saldo te berekenen, dat is het verschil tussen het totaal van de
boekingen van die kleinste zijde en totaal boekingen van de grootste zijdeµ
4) dit saldo ook op de kleinste zijde noteren.
D Bank C
6500 3025
3475 DS
6500 6500
4.2 de afsluiting van passiefrekeningen
in tegenstelling tot actiefrekeningen vertonen passiefrekeningen een creditsaldo. Het wordt op
dezelfde manier vastgesteld als het debetsaldo.
D Leningen C
2 500 25 000
2 500
2 500
CS 17 500
25 000 25 000
Omdat er evenveel gedebiteerd wordt dan gecrediteerd zijn de debet- en creditsaldi ook aan elkaar
gelijk. Door het evenwicht weten we dat alles goed geboekt is. Om te vermijden dat er een fout pas
ontdekt wordt in de eindbalans wordt er geregeld een balans opgesteld => proef- en saldibalans.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marievangenechten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.