100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Alegemene Economie A, 1e Bachelor Handelswetenschappen Antwerpen €9,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Alegemene Economie A, 1e Bachelor Handelswetenschappen Antwerpen

 103 keer bekeken  4 keer verkocht

Samenvatting Alegemene Economie A, 1e Bachelor Handelswetenschappen Antwerpen. HF1-9 en 19-24

Voorbeeld 4 van de 52  pagina's

  • 12 december 2022
  • 52
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
marievangenechten
DEEL1: Basisconcepten

1. Wat is de economie? Wat doet de econoom?
In elke maatschappij is een economisch weefsel waarin iedereen zijn rol kan vervullen. Iedereen is
een consument en tegelijkertijd een werknemer of student.

Vandaag leven we in een internet economie. Door technische evoluties zijn vandaag de dag vele
consumenten ook producenten => prosumenten.

Prosumenten = consumenten die ook goederen of diensten aanbieden in markten die voorheen
door de klassieke producenten of bedrijven bespeeld werden.

De economie maakt zich los van de filosofie of van de politieke economie door het werk van enkele
auteurs zoals Adam Smith -> An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations (1776).
Dit wordt door vele beschouwd als basiswerk van de latere klassieke economie/ klassieke school.

Smith beschreef als eerde de voordelen van arbeidsverdeling, specialisatie en handel. Vooral zijn
beschrijving van vrije markt door the invisible hand leidde tot maximale welvaart.
Al de economische denkrichtingen hebben gemeen dat we als individu en maatschappij moeten
omgaan met beperkingen en schaarste.

Schaarste = wanneer de mogelijke aanwendingen van een middel de beschikbaarheid van dat
middel overstijgen.

Schaarste ≠ Zeldzaamheid:
- Voor werken van bekende schilders worden extreem hoge prijzen betaald omdat er weinig
werken te koop aangeboden worden.
- Wanneer een onbekende schilder 1 werk te koop aanbiedt is het geen garantie op een hoge prijs
omdat de vraag zeer laag is.
 Zeldzame goederen en diensten zijn pas schaars wanneer ze gewild zijn.

Schaarste leidt ertoe weloverwogen keuzes te maken.
 Daarom wordt de economie soms omschreven als de wetenschap van de schaarste of van de
keuzes die gemaakt moeten worden als gevolg van schaarste.

Economie = sociale wetenschap die keuzes inzake productie en consumptie onder voorwaarde van
schaarste bestudeerd, incl. de gevolgen van deze keuzes voor de hele maatschappij.

Door keuzes te maken hebben we een impact op schaarste => hiermee wordt welvaart gecreëerd.
Welvaart gaat niet enkel over geld en inkomen maar ook over vrije tijd.

Welvaart = mate waarin schaarste wordt verminderd.

Vandaag leven we in tijden van overvloed. Met de toename van de economische productie stegen
ook onze verwachtingen en behoeften.

Economische behoefte = de verlangens van de mens waaraan hij/zij slechts kan voldoen door het
inzetten van schaarse middelen.

Sommige stellen dat onze behoeften onbeperkt zijn, voor elke ingevulde behoefte is er altijd een
nieuwe niet-ingevulde behoefte.

,Vandaag wordt het schaarste besef dikwijls gekoppeld aan het beperkte aanbod van niet-
hernieuwbare grondstoffen (fossiele energiebronnen).
Fossiele energiebronnen zijn niet-hernieuwbaar en schaars, maar de capaciteit van het ecosysteem is
dermate begrensd dat we een deel van onze schaarse energie bronnen niet kunnen gebruiken.

1.1 Keuze, afruil en opportuniteitskosten
Bij elke keuzen die we maken geven we iets op. Je moet bij elke keuzen ook kijken naar de
beschikbare alternatieven. Alternatief = opportuniteitskost.
 Kiezen is verliezen

Opportuniteitskost = de niet gerealiseerde opbrengst van het beste mogelijk alternatief voor de
gemaakte keuze. Het meet de gemiste opbrengst van een alternatief middelengebruik en is
meestal de belangrijkste kost van een afruil.

Opportuniteitskost heeft een impact op de winstberekening.

Economische winst = de opbrengsten verminderd met de kosten inclusief de opportuniteitskost.
 ≠ boekhoudkundige interpretatie van winst.

Opportuniteitskost is afhankelijk van tijdsperspectief:
 Studeren verdient geen geld maar kost geld, werken wel. Wij studeren om later een beter loon te
krijgen want nu werken is aan een laag loon.

1.2 Kosten tegenover baten: shortcuts of de marginale analyse

Mental shortcut = een eerder intuïtieve beslissingsregel door het onvermogen om alle informatie
te verwerken of doordat relevante informatie ontbreekt.

Vaak kun je de optimale beslissing nemen door stap voor stap de marginale baten te vergelijken met
de marginale kosten.

Marginale kosten = de kosten van een bijkomende inspanning, output of productie

Marginale baten = de baten of opbrengsten van een bijkomende eenheid inspanning, output of
productie

,1.3 Het gebruik van modellen en aannames
Modellen bepalen dikwijls bepaalde keuzes, verbanden, te verwachte evoluties of optimale
beslissingen te analyseren.
 Modellen zijn altijd een vereenvoudiging van de werkelijkheid.

Bij modellen moeten we bepalen welke economische grootheden en welke verklarende factoren we
willen bestuderen. Als niet opgenomen factoren toch invloed hebben op de bestudeerde grootheden
moeten we dit wel vermelden.

Ceteris Paribus = het overige blijft gelijk. Bij een studie van het verband tussen een aantal
economische grootheden nemen we aan dat alle overige verklaarde factoren niet wijzigen.

Veel economische analyses gebruiken ook de afname van perfecte informatie, in werkelijkheid
beschikken we niet over deze perfecte informatie.
Sensitiviteitsanalyse = pragmatisch antwoord van modelbouwers op het ontbreken van perfecte
informatie.

Perfecte informatie = de aanname dat alle kopers en verkopers in een bepaalde markt een
perfecte kennis hebben van de prijs, het nut, de kwaliteit en de productiekosten van het
betreffende goed/dienst.

Er gebeuren hypotheses:
 Deductie van toetsbare uitspraken (conclusies)
o Door middel van redeneren, moet aan regels voldoen:
 Wiskunde
 Formalisering van de economische wetenschap
 Een logische coherente conclusie strookt niet noodzakelijk met de realiteit.
 Empirische toetsing (vergelijk met de realiteit)
o Theoretische conclusies toetsen aan werkelijkheid

 Econometrie:
o Statistische technieken om economisch theoretische uitspraken te toetsen
o Bekende techniek : lineaire regressie => correlatie
Resulterende parameters worden tenslotte vergeleken met verwachte parameters uit hypothese.

Correlatie ≠ causaliteit
 Correlatie = samenhang
 Causaliteit = een verandering in de ene variabele veroorzaakt verandering in een andere
variabele.

1.4 Het eerste model: de grens van de productiemogelijkheden




Dit is een hypothetische economie waar enkel
ananassen en kokosnoten worden geproduceerd. Er zijn
ook slechts 2 productiefactoren: arbeidsuren en
landbouwgrond. Zo’n economie bestaat natuurlijk niet.

, Productiefactoren = de schaarse middelen die producenten inzetten om tot een productie te
komen.


Productiemogelijkhedengrens (PMG)= een curve die de maximale productie van combinaties van
twee goederen voorstelt bij stabiele productiefactoren en technologie.
 In een economie waar maar 2 producten worden geproduceerd volstaat een 2-dimensionale
voorstelling.

Punten die boven deze grens liggen zijn onhaalbaar, punten die eronder liggen zijn inefficiënt.
Aangezien de productiefactoren schaars zijn moet je altijd iets opgeven om meer van het andere te
hebben => opportuniteitskost.

De curve weerspiegelt de heterogeniteit van de productiefactoren.
Wanneer onze economie kiest voor een punt op de PMG-curve dan zijn onze productiefactoren
ingezet op een Pareto-efficiënte manier.

Pareto-efficiëntie = een verdeling van de productiemiddelen wanneer je van geen enkel goed meer
kunt produceren zonder van een ander goed minder te produceren. Dit zijn alle punten op de
PMG-curve.
 Alle punten onder de PMG-curve zijn Pareto-inefficiënt.




Bij een technologische verbetering kan de
PMG opschuiven waardoor de productie van
beide goederen kan toenemen.

Technologische vooruitgangen boeken winst
op schaarste




Economische groei = een toename van het niveau van de economische activiteit.
 Extra productie factoren en technologische verbeteringen zijn hiervoor belangrijke bronnen.




Een toename van de productie factoren
of een verbetering van de gebruikte
technologieën in beide sectoren. Er kan
van beide producten meer
geproduceerd worden => PMG
verschuift.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marievangenechten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 50064 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€9,49  4x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd