Gynaecologie
1. Gynaecologisch onderzoek
Enge zin: lichamelijk onderzoek
Inspectie van de uitwendige genitaliën
- Vulva, perineum (littekens van oude rupturen, episiotomieën), anus, perianale gebied
- Spreiden van labia majora en minora: vestibulum vaginae: clitoris, urethra, uitmonding
van de klieren van Bartholin, hymen, introitus vaginae
- Mogelijke afwijkingen: roodheid, fluor, zwelling, littekens, fissuren, fistels,
papillomatosis, ulcera, verwondingen, hemorroïden, prolapsus
Speculumonderzoek
- Instrument: disposable pvc-specula (niet koud, doorzichtig, goedkoper want geen
sterilisatie nodig)
Virgovariant heeft smalle bladen voor nauwe introïtus
- Procedure: type en maat bepalen, warm water of glijmiddel, gesloten speculum onder
een hoek van 45° inbrengen onder gelijktijdig spreiden van labia majora (tijdens
inbrengen de vrouw laten persen en druk uitoefenen op commissura posterior), als
portio nadert dan speculum horizontaal en langzaam openen, je ziet fornices en portio,
laat speculum niet los in de vagina zitten
- Inspectie van de cervix
- Inspectie vaginawand: speculum enkele mm terugtrekken zodat portio vrijkomt te liggen,
druk op vagina-achterwand maakt fornix zichtbaar, meer en meer terugtrekken om
vaginawand te inspecteren, speculum roteren. Normaal roze, vochtig en glanzend. Ouder
droger. Zwanger blauwachtig.
Ten slotte speculum sluiten en schuin in de richting van de vaginale as verwijderen.
- Cytologisch onderzoek = uitstrijkje = Pap smear: met spatel of borsteltje slijmvliezen van
vagina en cervix (buitenkant en binnenkant) nemen. Niet meer uitstrijken op glaasje
maar dunnelaagcytologie (in potje met fixerende vloeistof, in labo op glaasje)
Bimanueel onderzoek
Preventief borstonderzoek
Inspectie
- Zittend of staand
- Opsporen: asymmetrie, huidretractie, roodheid, oedeem, tepel- of areola-afwijkingen
(retractie, eczeem, tepelvochtverlies, …)
Palpatie
- Met uiteinde van vingers in een cirkelvormige beweging, klierweefsel systematisch
aftasten, omgevende klierstreken (oksel, hals, supra- en infraclaviculair) aftasten
Brede zin: vervolgonderzoeken
Hysteroscopie
- Diagnostisch of therapeutisch
- Onderzoek waarbij de gynaecoloog met de hysteroscoop in het cavum uteri (BMholte)
kijkt en kleine ingrepen doet indien dat noodzakelijk en mogelijk is
- VOOR: pijnstiller innemen thuis, nuchter indien algemene narcose, patiënt mentrueert
niet, indien geen orale contraceptie voor eisprong om mogelijke bevruchting ui te sluiten
- Werkwijze: dunne holle buis waardoor lichtbundel gaat, vloeistof inbrengen zodat het
zicht helder blijft, camera, instrumenten via holle buis. Zonder verdoving, plaatselijke of
algemene narcose. Patiënt in gynaecologische houding, eerst inwendig onderzoek, dan
speculum, dan hysteroscoop in BMholte. Duurt +/- een kwartier
, - NA: bloedverlies, seks pas als bloedverlies gestopt is, geen hechtingen, uitslag direct na
onderzoek, dag zelf of volgende dag al terug naar werk
Hysterosalpingografie
(Micro)curettage
Colposcopie
- Onderzoek waarbij de schede en de cervix onderzocht wordt mbv een vergrotend
lenssysteem en kleurstoffen waarmee plaatsen met afwijkend epitheel zichtbaar kunnen
gemaakt worden
- Indicatie: afwijkend uitstrijkje, klachten van abnormaal vaginaal bloedverlies, DES-
expositie in utero
- Doel: ondersteunen van klinische diagnostiek, vaak in combinatie met andere
diagnostische ingrepen zoals curettage en/of conisatie
- VOOR: rekening houden met ongerustheid over uitslag
- Peroperatief: geen desinfectie van de vagina!!, urine afnemen door chirurg om
tumordoorgroei tot in de blaas op te sporen, speculum plaatsen, azijnzuurtest +
Schillertest (diagnostische kleurproeven)
- NA: bloedverlies, steriel maandverband, netbroekje, seks en tampon pas als bloedverlies
gestopt is, waakinfuus, enkele dagen wachten op resultaat
Blaasscan
- Echografische methode voor niet-invasieve meting van het volume van de urineblaas
- Indicatie: bepaling urineresidu na verwijderen verblijfskatheter, controle functie van
katheter, onverklaarbare buikpijn na verwijderen katheter, controle blaasvulling bij niet
kunnen urineren
- Contra-indicatie: ascites (vocht in de buik), ZS vanaf 16 weken, (open) wonden
- Voordelen: katheriseren niet nodig, minder kans op urineweginfectie, minder ‘intieme’
ingreep
- Minder betrouwbare meting: overgewicht, zware beharing, littekenweefsel, vrouw
waarbij uterus verwijderd is (blaasscan in dit geval instellen op mannelijke patiënt)
2. Vaginale gynaecologische ingrepen
Exterpatie van een bartholinklier
- Indicatie: indien 1 van de bartholinklieren verstopt geraakt kan slijm zich ophopen en
treedt een zwelling op, deze kan ontstoken geraken (bartholinitis)
- Doel: wegnemen van cyste
- VOOR: scheren (pijnlijk), sociaal schaamtegevoel
- Peroperatief: klier niet wegnemen maar ‘buideling’ (=marsupialisatie: insnijden en pus
laten aflopen), (indien cyste dan soms wel in geheel verwijderen), chirurg stulpt de cyste
naar buiten en hecht de cystewand in in de huidrand, wondje sluit na enkele dagen en
cyste verdwijnt
- NA: kweek van cyste-inhoud, waakinfuus, verblijfskatheder bij grote cyste, vulvaspoeling
met waterige ontsmettingsstof 3x per dag, extra aandacht voor tempcontrole
- Korte termijn complicaties: lekkage van cysteus bloederig vocht: goede vaginale hygiëne
is belangrijk
- Lange termijn complicaties: recidief (het komt terug), stug litteken met coïtusklachten
Curettage
- Weefsel uit het cervixkanaal en/of het cavum uteri wordt verwijderd om diagnostische of
therapeutische redenen
- Scherpe curette: niet-zwangere uterus
- Zuigcurette: weke, zwangere uterus