H1: ALGEMENE INLEIDING TOT PATHOLOGIE
1.1. PATHOLOGIE
Pathologie = wetenschap die fenomenen beschrijft die in organisme kunnen
fout lopen
Anatomopathologie = fout in structuur zelf
Fysiopathologie = fout in bepaalde processen
Histopathologie = fout microscopisch waarneembaar op celniveau
Ziekteteken = objectief waargenomen door medicus (huiduitslag)
Symptoom = subjectieve gewaarwording van patiënt (hoofdpijn)
Diagnose = vastgestelde fout adhv tekens en symptomen
Soms onduidelijk: lijst maken
a) Tentatieve diagnose = meest voor de hand liggende diagnose,
bovenaan lijst
b) Differentiele diagnose = andere mogelijke diagnoses, onder tentatieve
diagnose
Verder onderzoek: uitsluiten tot 1 of 2 ziektes overblijven
Hulpmiddelen: anamnese, klinisch onderzoek en technisch onderzoek
Voorbeeld:
55 jarige man, hinderlijke pijn in bovenbuik.
1. Maagulcus (tentatief)
2. Maagontsteking
3. Galstenen
4. Ontsteking pancreas
5. Hartinfarct
1.2. ANAMNESE
1
,Anamnese = verhaal van de patiënt
Zwijgen: patiënt niet in bepaalde richting duwen
Heteroanamnese = verhaal van naaste
Patiënt zelf niet in staat
Baby’s, comateuzen, ouderen met dementie …
1.3. KLINISCH ONDERZOEK
Klinisch onderzoek = onderzoek van patiënt met minimum aan technische
hulpmiddelen
Zintuigen, handen, stethoscoop, lampje, lintmeter en hamer
Kan overal plaatsvinden
Onderzoekstafel: liggend of halfzittend
4 onderdelen: inspectie, palpatie, percussie en auscultatie
1. INSPECTIE
• Patiënt bekijken: huidskleur, gelaatsuitdrukking, voedingstoestand
• Kijken in keel, neus en oren
2. PALPATIE
• Met de handen
• Voelen aan letsel of pijnlijke streek
• Onderhuidse tumoren en ontstekingen zijn voelbaar (borstonderzoek)
3. PERCUSSIE
• Rechtshandige medicus: linker handpalm met gespreide vingers op
lichaam van patiënt
• Met rechter middelvinger op middelste kootjes van vingers van de
linkerhand tikken
• Klank die ontstaat: veel/weinig lucht in orgaan nagaan
• Indien pijn: teken van peritonitis
4. AUSCULTATIE
• Onderzoek met stethoscoop
• Hartgeruisen, darmgeluiden, bloedvatenvernauwing … waarnemen
1.4. LABORATORIUMONDERZOEK
2
, • Bloedafname naar labo
• Concentratie van ionen, enzymes en andere biochemische stoffen in bloed
bepalen
• RBC, WBC en bloedplaatjes
• Biopsie = stuk weefsel microscopisch onderzoeken (meestal oncologisch
onderzoek)
• Antibiogram = petriplaat + druppel urine + bouillon + gelatine + test
1.5. ENDOSCOPIE
• Flexibele buis met binnenkant bundel lichtgeleidende vezels en buitenkant
camera/oculair
• Standaard onderzoek bij gastro-eneterologie
• Instrumenten op de kop aanbrengen: stuk weefsel wegnemen
(biopsiename)
Gastroscopie (maag), oesofagoscopie (slokdarm), colonscopie (dikdarm),
bronchoscopie (luchtwegen)
1.6. BEGINSELEN UIT DE RADIOLOGIE
1. KLASSIEKE RÖNTGENFOTO
• Röntgenstralen = stralen met grotere energie-inhoud dan zichtbaar licht
& ultraviolet
Gaan dwars door lichaam
Geremd of geabsorbeerd
Botweefsel: minder straaldoorlatend
• Oorzaak probleem niet altijd zichtbaar
Werking:
- Patiënt op fotogevoelige plaat
- Lucht: zwart (maag/darm)
- Bot: wit
- Organen en weke weefsels: grijs
- Metaal: wit (laten geen stralen door
3
, 2. CONTRASTMIDDELEN
• Holle ruimte vullen met stof die röntgenstralen niet doorlaten
• Voorbeeld: bariumsulfaat, gastrografine
• Holle ruimte duidelijker afgetekend
• Stralen geabsorbeerd: orgaan wordt wit
• Contrastlavement + darm met lucht:
contrastmiddel aan rand van darm, reliëf zichtbaar
• Ook bij studie bloedvaten
Catheter: ingebracht + contrastvloeistof = mengen met bloed,
bloedvat zichtbaar
3. ECHOGRAFIE
• Geluidsgolven die door het lichaam verplaatsen en op grensvlakken tussen
organen gedeeltelijk teruggekaatst worden
• Pijnloos en niet invasief, geen nevenwerking
• 3 delen: transducer/probe, centrale computer (geluidgolven beelden) en
beeldscherm
• Gynaecologie, cardiologie …
4. CT SCAN
• CAT scan: röntgenstraler die spiraalvormig rond patiënt draait
• Stralingsdoorlaatbaarheid van elk punt van lichaam geanalyseerd en
gereconstrueerd
• Structuren en pathologie duidelijk zichtbaar
• Ook 3D reconstructies gemaakt
5. NMR OF MRI
• Magnetische resonantie
• Goede beeldkwaliteit
• Arteriografie, 3D reconstructie, schuine doorsnede …
• Heel dure toestellen
4