Ik heb de derde druk van het boek 'Elementair Formeel Strafrecht' samengevat. Het is een uitgebreide samenvatting van het boek aangevuld met aantekeningen vanuit de colleges en arresten. Er staan ook handige stappenplannen en schema's in.
Samenvatting Formeel Strafrecht 1e Jaar HAN H1,H2,H3,H4,H5,H7,H8,H9
Alles voor dit studieboek (11)
Geschreven voor
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
HBO-Rechten
Inleiding formeel strafrecht (ISTRF)
Alle documenten voor dit vak (25)
6
beoordelingen
Door: sophiepollux • 8 maanden geleden
Door: fadimeesmeralda • 1 jaar geleden
Door: mrfang • 1 jaar geleden
Door: dahnonstijfs • 1 jaar geleden
Door: barinksophie • 1 jaar geleden
Door: meikepeters2 • 1 jaar geleden
Verkoper
Volgen
RURechtsgeleerdheid
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting
1.1 Elementair Formeel Strafrecht – Inleiding
Opportuniteitsbeginsel: het OM kan afzien van vervolging op gronden aan het algemene
belang ontleend (art. 167 en 242 Sv).
Opsporingsonderzoek
Art. 132 Sv: voorbereidend onderzoek
Al het onderzoek voorafgaand aan de behandeling ter terechtzitting
Art. 132a Sv: opsporing
Onderzoek i.v.m. strafbare feiten onder leiding van de OvJ
Doel: nemen van strafvorderlijke beslissingen
1.2 Elementair Formeel Strafrecht – Karakter Nederlandse strafproces
Ons strafproces kan worden gekarakteriseerd als gematigd inquisitoir of als gematigd
accusatoir. Belangrijkste kenmerk van een inquisitoire procesvorm is dat er een ambtshalve
onderzoek plaatsvindt dat is gericht op het vaststellen van de waarheid en waarin de
verdachte voorwerp van het onderzoek is. Hij is geen gelijkwaardige procespartij. In het
inquisitoire proces heeft de verdachte niet dezelfde rechten als het OM. De verdachte heeft
geen zelfstandige rechten en bevoegdheden. In dit inquisitoire proces staat de
waarheidsvinding centraal. De strafrechter is actief en ondervraagt zelf getuigen en doet zelf
onderzoek.
Het uitgangspunt van de accusatoire procesvorm is dat het proces is geconstrueerd als een
procedure tussen twee – in theorie – gelijkwaardige partijen. De officier van justitie en de
verdediging staan op gelijke voet en vechten met ‘gelijke wapens’ (equality of arms).
Onderzoek ter terechtzitting: accusatoir
Vooronderzoek: inquisitoir
Belangrijk in dit verband is dat het EHRM steevast wijst op het belang van ‘adversarial
proceedings’, hetgeen wil zeggen dat de verdediging in het strafproces de gelegenheid moet
hebben zelf (ontlastend) bewijs in te brengen, maar ook kennis moet kunnen nemen van en
commentaar moet kunnen leveren op al dat materiaal dat van invloed kan zijn op de
beslissing van de rechter.
1.3 Elementair Formeel Strafrecht – Opportuniteitsbeginsel
Het OM is in ons land dominus litis. Dit houdt in dat zij de grenzen van het geschil bepaalt.
Het OM heeft een vervolgingsmonopolie. Zij bepaalt of tot vervolging van een strafbaar feit
over wordt gegaan. Dit wordt ook wel het opportuniteitsbeginsel genoemd.
Artikel 167 Sv (informeel): de verdachte weet zelf nog niet dat hij een verdachte is. Als
het OM gaat seponeren hoeft hij dit niet aan de verdachte te laten weten.
Artikel 242 Sv (formeel): een verdachte zit al ergens in de cel vast. Het OM is hier
verplicht om de verdachte te laten weten of er tot vervolging over wordt gegaan of dat
de zaak geseponeerd wordt.
,Het opportuniteitsbeginsel maakt dat het mogelijk is per geval een billijke beslissing te
nemen.
1.4 Elementair Formeel Strafrecht – Beroepsrechters in plaats van juryrechtspraak/
lekenrechtspraak
In Nederland kennen we enkel beroepsrechters. Burgers worden hier niet bij de rechtspraak
betrokken.
1.5 Elementair Formeel Strafrecht – Nemo tenetur en zwijgrecht
Het nemo-teneturbeginsel houdt in dat niemand actief hoeft mee te werken aan zijn eigen
veroordeling. Een verdachte kan dus niet verplicht of gedwongen worden mee te werken
aan het proces. Uit dit beginsel komt ook dat een verdachte voor onschuldig dient te worden
gehouden totdat hij is veroordeeld als schuldig.
Er liggen een drietal zaken aan ten grondslag:
Het pressieverbod (art. 29 Sv)
De procesautonomie van de verdachte
De betrouwbaar van het bewijs
Het nemo-teneturbeginsel heeft geen absolute werking.
Beschermd zijn alle uitingen die betrekking hebben op bijvoorbeeld de positie die de
betrokkene in een proces inneemt of in een eventueel proces zou kunnen innemen, zoals
een erkenning of vaststelling van schuld aan een bepaald gebeuren. Aangetekend zij wel dat
als het gaat om het onder dwang verkrijgen van wilsonafhankelijk materiaal, de mate van
toegepaste dwang wel binnen de perken dient te blijven.
Een andere belangrijke kwestie die verband houdt met het nemo-teneturbeginsel is het feit
dat aan het zwijgen van een verdachte onder omstandigheden (voor hem) nadelige gevolgen
mogen worden verbonden.
Wanneer een bepaalde omstandigheid de verdachte op het eerste gezicht zeer belast (bijv.
wanneer hij korte tijd na een inbraak met een bij die inbraak gestolen Rolex wordt
aangetroffen), van hem mag worden verwacht dat hij daarvoor een uitleg verschaft. Blijft die
uitleg echter uit, dan mag de rechter dit meenemen in zijn bewijsoverwegingen.
1.7 Elementair Formeel Strafrecht – (Strafvorderlijk) legaliteitsbeginsel
Legaliteitsbeginsel: strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij wet voorzien.
artikel 1 Sv = alle regels van strafvordering moeten in een wet in formele zin staan.
Legaliteitsbeginsel = Muilkorf arrest
Met ‘strafvordering’ wordt bedoeld de opsporing, vervolging en berechting van strafbare
feiten en de tenuitvoerlegging van straffen.
Het beginsel bewaakt de rechtszekerheid, het draagt zorg voor een integere procedure en is
daarmee een belangrijk onderdeel van de democratische rechtsstaat. Het beschermt de
burger tegen inbreuken op fundamentele rechten door de overheid.
,Zolang ‘een niet specifiek in de wet geregelde wijze van opsporing’ wordt ingezet ‘op een
wijze die een beperkte inbreuk maakt op grondrechten van burgers en die niet zeer risicovol
is voor de integriteit en beheersbaarheid van de opsporing’, dan is de algemene
taakstellende bepaling voor de politie zoals neergelegd in artikel 3 Politiewet voldoende en
is geen specifiek wettelijke grondslag nodig, aldus de Hoge Raad.
1.8 Elementair Formeel Strafrecht – Geen procedure zonder verdenking
Redelijk vermoeden van schuld
Aan een strafbaar feit
Gebaseerd op concrete feiten en/of omstandigheden
De vraag of een persoon is aan te merken als verdachte is met name van belang bij de vraag
of en zo ja, welke strafvorderlijke dwangmiddelen kunnen worden aangewend ten opzichte
van iemand in het kader van een opsporingsonderzoek.
Voorts is beantwoording van voormelde vraag van belang omdat een persoon met de status
van verdachte enerzijds strafvorderlijke bevoegdheden, zoals het voeren van het woord,
recht op processtukken en recht op rechtsbijstand heeft en anderzijds waarborgen jegens
hem in acht dienen te worden genomen, zoals het geven van de cautie en het gunnen van
het laatste woord.
1.9 Elementair Formeel Strafrecht – Onschuldpresumptie
De onschuldpresumptie (praesumptio innocentiae) is een grondbeginsel van het strafrecht,
dat bepaalt dat eenieder voor onschuldig dient te worden gehouden tot het tegendeel is
bewezen. De onschuldpresumptie is een mensenrecht en daarom neergelegd in het EVRM in
het tweede lid van artikel 6.
Waarden en eisen:
Behandeling als onschuldige vóór het proces door vervolgingsautoriteiten en media;
Verbod op vooringenomenheid van de rechter;
Verbod op punitief voorarrest;
Terughoudend gebruik van voorlopige hechtenis;
Zwijgrecht;
Verbod gedwongen mee te werken aan de eigen veroordeling (nemo tenetur);
Bewijslast bij de vervolgende instantie;
Bij twijfel vrijspreken.
Het EHRM heeft het vereiste van rechterlijke onpartijdigheid samengevat als absence of
prejudice or bias en daarbij onderscheid gemaakt tussen de persoonlijke, subjectieve
onpartijdigheid en de objectieve, structurele of functionele onpartijdigheid.
Er zou sprake kunnen zijn van objectieve onpartijdigheid wanneer er weliswaar niets mis is
met de persoonlijke attitude van de betreffende rechter, maar bijvoorbeeld het feit dat hij
een bepaalde link heeft met de verdachte of een bepaalde nevenfunctie heeft die hem de
schijn van vooringenomenheid kan geven. Subjectieve onpartijdigheid ziet op het gedrag van
een rechter in een bepaalde zaak.
, 1.10 Elementair Formeel Strafrecht – Recht op rechtsbijstand
Artikel 28 Sv bepaalt dat iedere verdachte recht heeft op rechtsbijstand door een raadsman
(= advocaat) om zichzelf te verdedigen. Dit is bepaald in artikel 6, lid 3 sub c EVRM.
Wie zelf niet in staat is om goede juridische hulp te bekostigen, kan aanspraak maken op de
gesubsidieerde rechtsbijstand. Deze financiering van juridische kosten door de overheid
noemt men ook wel ‘toevoeging’. De overheid vergoedt niet alle kosten: de verdachte
betaalt in alle gevallen ook een eigen bijdrage.
De Raad voor Rechtsbijstand is de instantie waarbij het verzoek om gesubsidieerde
rechtsbijstand wordt ingediend. Het is dan ook deze Raad die uiteindelijk bepaalt of een
verdachte inderdaad recht heeft op steun van de overheid. Ook bepaalt de Raad op hoeveel
subsidie de verdachte aanspraak kan maken.
Toevoeging van een raadsman aan de verdachte is in een aantal gevallen verplicht, onder
meer wanneer de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt of heeft bevonden (art. 41
Sv). Dit houdt verband met het feit dat een zich in voorarrest bevindende verdachte
kwetsbaar is en uiteraard – omdat hij vastzit zelf minder makkelijk toegang heeft tot
rechtsbijstand.
Of een verdachte zichzelf ter terechtzitting wil verdedigen dan wel zich wil laten verdedigen
door een raadsman is een vrije keuze van de verdachte. De wet kent dus niet de
mogelijkheid van rechtsbijstand tegen de wil van de verdachte. Het is advocaten niet
toegestaan om handelingen te verrichten tegen de kennelijke wil van hun cliënt.
Indien de verdachte de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, dan komen alle aan de
verdachte toekomende bevoegdheden ook toe aan zijn raadsman (art. 502 eerste lid).
Hetzelfde geldt ten aanzien van de berechting van een verdachte bij wie een zodanige
gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens wordt vermoed dat hij
ten gevolge daarvan niet in staat is zijn belangen behoorlijk te behartigen (art. 509a Sv jo.
art. 509d derde lid Sv). In die gevallen is geen plaats voor afstand van het recht op
rechtsbijstand.
Indien een verdachte ten aanzien van wie de wetgever heeft voorzien in ambtshalve
toevoeging van een raadsman, ervoor kiest om zichzelf te verdedigen en te kennen geeft
afstand te willen doen van zijn recht op rechtsbijstand, dan zal de rechter tijdens de
behandeling van de zaak bijzondere aandacht moeten schenken aan de positie van de
verdachte.
Indien de raadsman het verhoor niet bijwoont, kan de verdachte gedurende het verhoor
verzoeken dat het verhoor wordt onderbroken voor overleg met de raadsman, tenzij door
het voldoen aan herhaalde verzoeken de orde of de voortgang van het verhoor zou worden
verstoord (art. 28d tweede lid Sv).
1.11 Elementair Formeel Strafrecht – Recht op vertaling
Ingevolge artikel 6 derde lid EVRM heeft eenieder tegen wie een vervolging is ingesteld er
recht op om onverwijld in een taal die hij verstaat op de hoogte te worden gesteld van de
aard en de reden van de tegen hem ingebrachte beschuldigingen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RURechtsgeleerdheid. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.