DEMOGRAFIE
1 DEMOGRAFISCHE BASISBEGRIPPEN EN INDICATOREN
1.1 WAT IS DEMOGRAFIE? HOE IS EEN BEVOLKING SAMENGESTELD?
Demografie = samenstelling van 2 Griekse woorden
Demos = volk, bevolking
Grafein = schrijven, beschrijven
= de wetenschap die de bevolking beschrijft en bestudeert
Onderzoekt de grootte, de samenstelling & leeftijdsstructuur, het verloop en de geografische verspreiding van de menselijke
bevolking
Demografen zijn geïnteresseerd in hoe een bevolking zich ontwikkelt, verandert en zich verderzet over de generaties heen
1.1.1 3 FUNDAMENTELE KERNCONCEPTEN
Geboortecijfer (nataliteit)
Sterftecijfer (mortaliteit)
Emigratie & immigratie
Demografen kijken naar de periode tussen geboorte en sterfte en alles wat daartussenin gebeurt
Leeftijd & gender zijn belangrijke factoren die deze kernconcepten beïnvloeden
Huwelijken (nuptialiteit) & de evoluties binnen huwelijksstatuut
Vroeger was het huwelijkscijfer een belangrijke voorspeller van het geboortecijfer, omdat de meeste geboorten binnen het
huwelijk plaatsvonden, de dag van vandaag niet meer
Voorbeelden van demografische factoren:
Leeftijd van overlijden
Leeftijd van de moeder bij de 1e geboorte
Genderverdeling bij pasgeborenen
1.1.2 DE SOCIALE DEMOGRAFIE
Sociale demografie neemt factoren in acht die eventueel de bevolking beïnvloeden:
De samenstelling van de huishoudens
o Leven er meer mensen alleen?
o Hoeveel echtparen met kinderen & zonder kinderen zijn er?
o Hoe zit het met collectieve huishoudens? (zoals kloosters, wzc, opvanghuizen…)
Het aantal mensen in de actieve bevolking & inactieven, het aantal werklozen, het aantal zieken, aantal mensen
tewerkgesteld in primaire, secundaire, tertiaire & quartaire sector…
1
, Het woningbestand
o Aantal koopwoningen, huurwoningen, sociale woningen, alleenstaande woningen, bevolkingsdichtheid…
Aantal mensen dat in armoede leeft
o Andere sociale statistieken
1.2 WAAR HALEN DEMOGRAFEN HUN GEGEVENS?
1.2.1 RIJKSREGISTER
= hierin worden belangrijke levensgebeurtenissen vastgelegd
Iedereen die verhuisd in België, moet zijn domicilie veranderen binnen de 3 maanden na verhuis bij de burgerlijke
dienst van de gemeente waar hij/ zij naar toe trekt
Binnen de 15 dagen na geboorte van een kind, moet dit aangegeven worden bij de Dienst Burgerlijke Stand van de
gemeente waar het kind geboren is
Een overlijden moet zo snel mogelijk worden doorgegeven aan Dienst Burgerlijke Stand
1.2.2 DE VOLKSTELLING
Landen die geen gebruik maken van het rijksregister gebruiken: de volkstelling
= census is een vaststelling, door of namens de overheid, van de bevolkingsgrootte van een bepaald gebied, meestal een land,
waarbij ook een aantal andere, structurele kenmerken onderzocht worden, zoals leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, godsdienst,
gezinsverband en beroepswerkzaamheid.
Bv: de American Census = een volkstelling die iedere tien jaar in de VS plaats vindt en die grondwettelijk is vastgelegd, want op
basis van deze volkstelling wordt bepaald hoeveel afgevaardigden iedere staat van Amerika naar het Huis van
Vertegenwoordigers in Washington mag sturen.
1.2.3. ENQUETES
Demografen doen beroep op die data, die komen uit enquêtes die belangrijke onderzoeksgroepen van de universiteiten
organiseren. Of enquêtes georganiseerd door statistische bureaus van overheden
Statistisch bureau van België = Statbel
o Bv de enquête naar arbeidskrachten: Het is een Europese enquête naar de tewerkstelling en
tewerkstellingsomstandigheden van de Europeanen. Deze enquête loopt permanent door en het is de enige
enquête in België waar je verplicht bent om deel te nemen indien je in de steekproef zit. De EAK is de belangrijkste
bron over het opleidingsniveau van de Belgische (en in uitbreiding de Europese) bevolking. De opleiding van
inwoners wordt bijvoorbeeld niet bijgehouden in het rijksregister.
Vlaams niveau = statistiek Vlaanderen
1.2.4 MICRODATA
= individuele verzamelde gegevens
De vragen in dit onderzoek zijn aangepast aan één heel specifiek probleem en worden niet verzameld in andere databanken. Dit
onderzoek probeert te achterhalen hoe het komt dat er zich bepaalde demografische evoluties voordoen
Bv. Stel dat er een afname is van het aantal huwelijken. In dit soort onderzoek gaan demografen na hoe mensen kijken naar het
huwelijk en alternatieve vormen van samenleven. Dit zijn attitudes ten aanzien van het huwelijk. Deze attitudes liggen niet vast
in officiële, geregistreerde databanken. Op basis van deze bevragingen proberen demografen door gebruik te maken van heel
2
, gecompliceerde statistische methodes en fijnmazige indicatoren antwoorden te krijgen op vragen die bij het algemene publiek
leven of die politiek relevant zijn.
1.2.5 VERWERKTE GEGEVENS
Eenmaal deze enquêtes of volkstellingen zijn afgenomen en verwerkt, publiceren deze instellingen cijferboeken of websites
waar deze gegevens kunnen worden geraadpleegd. Deze kunnen bestaan uit absolute aantallen (zoals het aantal geboorten in
een welbepaalde gemeente), maar ook specifieke demografische kernindicatoren zoals het geboortecijfer, dat het aantal
levende geboorten per 1000 inwoners in een bepaald jaar weergeeft. De gegevens kunnen ook de vorm aannemen van
grafieken die vrij gebruikt mogen worden (mits bronvermelding).
Demografen stellen dus heel veel van hun informatie ter beschikking via cijferboeken. De laatste decennia worden deze
cijferboeken vervangen door websites die vrij te raadplegen zijn voor het ruimere publiek. Enkele belangrijke bronnen voor
demografische gegevens, die ook studenten kunnen raadplegen voor allerlei taken (waaronder de bachelorproef), zijn:
Statistisch bureau van de Verenigde Naties, UNSD
o Eurostat
o Statbel
1.3 DEMOGRAFISCHE INDICATOREN: INLEIDING
Demografische indicatoren = cijfers
De belangrijkste en meest gebruikte demografische indicatoren zijn internationaal gedefinieerd, anders kunnen er geen
vergelijkingen gemaakt worden tussen landen of over de tijd. Er is internationaal bepaald dat:
Niet-actieve bevolking tussen 0 & 14 jaar oud is
Actieve bevolking = 15 tot 65 jaar
Senioren = 65 en ouder
Er is een zekere basisformule die de meeste demografische indicatoren volgen, hierdoor is het mogelijk om bewerkingen te
doen met deze indicatoren, basisformule:
aantal demografische gebeurtenissen∈een jaar
Demografische indicator= x 1000
Totale bevolking van dat jaar
Door het aantal demografische gebeurtenissen te delen door het totaal inwoners in een gebied in een jaar en te
vermenigvuldigen per duizend, drukt deze indicator uit hoe vaak een bepaalde gebeurtenis zich heeft voorgedaan per duizend
inwoners. Als het sterftecijfer 9,5 is, dan wil dat zeggen dat er in dat jaar 9,5 mensen zijn gestorven per duizend inwoners.
Op welke noemer (100, 1000, 100 000) een indicator gebracht wordt, is afhankelijk van hoe groot een groep is of hoe vaak een
demografische gebeurtenis voorvalt. Grote groepen, regelmatige gebeurtenissen worden doorgaans op een kleinere breuk
gezet, zeldzame op een grotere. Dit is omdat getallen met cijfers voor een komma anders aanvoelen dan cijfers met enkel cijfers
na de komma. Cijfers voor een komma zijn ook beter grafisch weer te geven zodat evoluties in dit materiaal beter waar te
nemen zijn. Een voorbeeld vind je hieronder. Dit zijn twee grafieken van dezelfde (fictieve) geboortecijfers. De ene grafiek is
uitgedrukt als cijfer na een komma. De andere is uitgedrukt in het aantal geboorten per 1000 inwoners. De grafieken komen
heel anders over. In de eerste grafiek is er nauwelijks verschil in geboortecijfers over de tijd. In de tweede is er een duidelijke
evolutie merkbaar.
1.4. INDICATOREN VOOR HET VERLOOP VAN DE BEVOLKING
3