H01: Beroepsprofiel van de psychiatrische verpleegkundige
1. Wat is psychiatrie?
Psychiatrie = klinisch vak, waarin observaties, gedachten en gevoelens leiden tot een bepaalde manier van handelen
en behandelen van mensen.
Klinische psychologie = een tak van de psychologie die zich bezig houdt met de beschrijving, de oorzaken en de
behandeling van psychische stoornissen.
1.1. Prevalentie
Veel meer op jongere leeftijd.
1.2. Stigma
= negatieve oordelen die we tegen elkaar uit op basis van gedevalueerde groepsidentiteiten.
Onderzoek toont aan hoe schadelijk stigma kan zijn voor mensen met psychiatrische problemen.
- Ernstigere symptomen, een verminderd gevoel van eigenwaarde en minder kwaliteit van leven.
- Weerhoudt mensen ervan om hulp te zoeken
- Discriminatie in de hulpverlening ® lagere levensverwachting mensen met psychiatrische aandoeningen in de
hand werkt
Psychiatrisch stigma is al aanwezig onder studenten voor ze beginnen aan een medische opleiding. Contacten met
patiënten tijdens de opleiding maakt dit soms nog erger.
- Weinig comfortabel gevoel in de interactie
- Overweldigd door de input
- Mentaal uitgeput
Onderliggende hardnekkige gedachten ® prognose = erg matig, patiënten met een ernstige psychische aandoening
zullen nooit voldoende kunnen herstellen om een kwaliteitsvol leven te leiden.
1.2.1. Frames
Frames = cultureel gedeelde schema’s van waaruit mensen een betekenis geven aan een specifieke situatie.
Stigma = resultaat van het toepassen van een specifiek frame om de oorzaken, gevolgen en oplossingen van een
psychische stoornis in kaart te brengen.
Voorbeeld: depressie is eerder beschouwd als een gevolg van onze stressvolle samenleving
1.3. Kanttekening stigma
Stigma fluctueert afhankelijk van de aard van de aandoening ® men is negatiever tegen iemand met een verslaving
dan tegen iemand met een depressie.
,1.4. Wat kunnen we eraan doen?
Gezondheidszorg en onderwijs zijn voorbeeldfuncties ® belangrijk is dat wij correct en onbevooroordeeld
communiceren over geestelijke gezondheidsproblemen
Stage in de geestelijke gezondheidszorg zorg voor:
- Meer kennis van psychiatrie
- Meer vertrouwen in het werken met deze kwetsbare groep
- Meer bejegening in het contact
2. Normaliteit vs abnormaliteit
2.1. Normaliteit
Mensen voelen, denken, doen soms dingen die afwijken van wat wij als normaal beschouwen.
Wat is normaal?
Wetenschap en rede vs geloof in bovennatuurlijke krachten, demonen en boze geesten.
2.2. Abnormaliteit
Onze criteria:
- Uitzonderlijk
- Sociaal afwijkend
- Foute perceptie van de realiteit
- Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon
- Ongepast of contraproductief gedrag
- Gevaar
In de meeste gevallen hanteren we een combinatie!
2.3. The challenge
De uitdaging voor ons = objectief zijn én blijven (zonder te gaan vergelijken met onze eigen normen en mening)
Keep in mind ® afwijkend in een bepaald opzicht is NIET persoon in zijn geheel afwijkend.
3. Het kader waarin we werken
Holistische of totale mensbenadering, psychiatrie is bij uitstek een vak waar gen en omgeving bij elkaar komen.
Dat wat iemand denkt, ervaart en voelt wordt (psychisch) mede beïnvloed door de contacten die hij/zij heeft (sociaal),
de mogelijkheden van zijn lichaam (fysiologisch) en de zingeving die hij ervaart en aan zijn leven wil geven (spiritueel).
3.1. Hulpmiddelen
Diagnostische criteria (classificatie)
- ICD-10 (WHO)
- DSM-V (APA, wetenschappelijk onderzoek de voorkeur)
,Er is sprake van een psychische stoornis als:
- Emotioneel lijden
- Ernstige belemmering in het functioneren
- Gedrag dat kan leiden tot persoonlijk lijden, pijn, invaliditeit, dood, …
- Langere tijd aanhoudend, past niet meer in de normale reactie
3.2. Denkmodellen in de verpleegkunde
3.2.1. Bio-psychosociaal model
Problemen ontstaan door een combinatie van factoren:
- Biologische factoren ® erfelijkheid, afwijkingen, …
- Psychologische afwijkingen ® leerervaring, trauma, …
- Sociale factoren ® omkadering
3.2.2. Diathese-stressmodel
Problemen tegenover de interactie van diathese – stress.
3.2.3. Neuman systems model
Meest populair model binnen de psychiatrische verpleegkunde:
- Sluit nauw aan bij actuele ontwikkelingen zoals EBP (Evidence Based Practise)
- Goed combineerbaar met gezondheidspatronen van Gorden en ICF!
Gebaseerd op:
- Systeemtheorie
- Stresscopingtheorie
- Preventietheorie
De cliënt met psychische problemen is het resultaat van:
- De mens met al zijn eigenaardigheden, zijn verleden en heden = het verhaal
- Een ziekte met meer of minder herkenbare specifieke symptomen = de ziekte
- Een sociale, relationele (leef-, woon-, werk-) omgeving en een fysieke omgeving = de context
- De houding van de behandelaar tegen over de cliënt en zijn/haar visie, kennis en vaardigheden
3 preventieniveaus:
- Primaire preventie (bevorderen van gezondheid)
- Secundaire preventie (herstellen van gezondheid)
- Tertiaire preventie (behouden van gezondheid)
, Vragen die de verpleegkundige aan de cliënt stelt:
- Wat zijn volgens u de belangrijkste gezondheidsproblemen of spanningsbronnen?
- Op welke wijze verschillen uw huidige omstandigheden van uw vroegere gebruikelijke levenspatroon?
- Heeft u ooit eerder een soortgelijk probleem ervaren? Hoe bent u daar toen mee omgegaan? Was dat
succesvol?
- Hoe ziet u, gezien de huidige omstandigheden, uw toekomst tegemoet?
- Wat doet u op dit moment zelf en wat zou u kunnen doen om het probleem te verhelpen?
- Wat verwacht u dat hulpverleners, familieleden, vrienden of anderen voor u kunnen doen?
4. Gevolgen van psychische problemen
Gemiddelde levensverwachting is 15 jaar lager!
Gevolgen van psychische problemen voor familieleden, vrienden en collega’s stijgen. Rekening houdend met degenen
die voor alle behandelingen betalen via belastingen, ziektekostenpremies en productieverlies door verzuim of
arbeidsongeschiktheid.
® direct of indirect, psychische problemen of stoornissen hebben een grote invloed op onze maatschappij!
5. Ontwikkelingen in de organisatie van de gezondheidszorg in België
Gebruik geestelijke gezondheidszorg voorzieningen is gestegen.
Samenwerking tussen algemene en psychiatrische ziekenhuizen is gestegen, dit heeft voordelen:
- Betere afstemming van de zorg
- Betere continuïteit
- Vlottere doorstroming
Doel beleidsplan geestelijke volksgezondheid Vlaanderen ® cliënten thuis de nodige zorg geven om opname in een
psychiatrische instelling te voorkomen
- Psychiatrische intensieve thuiszorg = PIT
- Assertive Community = ACT
- Flexible Assertive Community Treatment = FACT
- Begeleide en beschermende woonvormen
- Bemoeizorg
6. Het beroeps- en functieprofiel van de psychiatrisch verpleegkundige
6.1. Het beroepsprofiel
Doel = patiënt zo lang mogelijk thuis kunnen houden
Focus van de zorg ligt op:
- Zelfmanagement
- Klinisch redeneren
- Preventie
Intramuraal ® focus op vormgeven van dagelijkse activiteiten (eten, slapen, waarnemen, sociale contacten en
tijdsinvulling)