CONTACT 1: Denkniveaus P15 – P29
- Teminologie van het denken over de wetenschap
- Terminologie van het denken in het
wetenschapsbedrijf zelf
- Verschillende invalshoeken bekeken
worden
- 4 denkniveaus
- tijd is geen denkniveau, maar voegt een
historisch component toe
- waarneming is heel belangrijk
Het denken: niveau D
- Zoeken naar de waarheid
- Op de grondslagen van onze kennis van de wereld en werkelijkheid
- Vak: filosofie en wijsbegeerte
- Filosofie = fundamentele vragen “wat is leven”, “wat is wetenschap”? + standpunt
innemen
- Denken over wetenschap & denken in de wetenschap
- “wat is waarnemen” & “hoe verhoudt de waargenomen wereld zich tot de
werkelijkeheid”? → vrijblijvend en triviaal in het dagelijkse leven, deze vragen
hebben wel een context in het wetenschappelijk denken
- wetenschappelijke kennis = ongewone vorm van kennis
- wetenschappelijke waarneming = niet gewone dagelijkse gebeurtenis
- niveau W (natuurwetenschap) of G (geneeskunde) kunnen antwoord geven op
niveau D
De waarneming: op niveau K (kunst)
- Bepaalde ontwikkelingen op niveau D en G kan herkend worden op niveau K
- Kunstenaars kunnen de wereld op een andere manier (onalledaagse) manier vatten
en weergeven
- Mens kan dezelfde vragen richten op verschillende niveaus
- René Magritte: relatie tussen waarneming en werkelijkheid →
“Ceci n’est pas une pipe” → maar iemand die kleurenblind is
zal een pijp anders waarnemen dan iemand die kleuren kan
zien of iemand die warmte minder goed waarneemt zal warmte
ook geen eigenschap vinden van een pijp = de wereld rondom
ons gaat een interactie aan met onszelf en daaruit ontstaan
gewaarwordingen
- Maar: zijn deze gewaarwordingen voldoende voor een wetenschappelijk proces? Wat
kunnen we zeker weten?
- Wat wij zien → bepaald door ons perspectief
- Maurits Escher: ons gevoel voor perspectief en diepte op de
proef stellen → waarneming bedriegt ons → moet een
leerschool zijn: trek niet te snel conclusies
- Dilemma tussen waarneming en werkelijkheid: Bruno Ernst &
Roger Penrose
, - Wij zien een object zonder erover na te denken → wetenschappers moeten dit naast
zich leggen → jonge onderzoekers zijn hier beter voor in staat dan oudere
De waarneming: op niveau W (natuurwetenschap)
- Wat je ziet hangt af van hoe je kijkt: wat je waarneemt verandert ook makkelijk
omdat je een waarneming doet
- Voorbeeldje: elektronenmicroscopie van de cel
o Je ziet de cel zelf niet, je ziet het
beeld dat gevormd wordt door
de door jouw gekozen methode
o De cel is dood: dus je hebt geen
beeld van een levende cel
o Beeld is in 2D: niet de
werkelijkheid in 3D
- Wat je ziet hangt af van je voorkennis:
we kunnen iets waarnemen omdat we het geleerd hebben → “herkenning”
- Dit geldt niet zo voor wetenschappelijke waarnemingen → geen bestaand
begrippenkader
- Het waarnemen is beperkt tot de wereld rondom ons: niet juist
- “wereld rondom ons” = heel breed
- wat is de wereld rondom ons? Onze hersenen & het heelal → onze waarneming is
niet beperkt → we doen waarnemingen met wiskundige betrekkingen: bv
priemgetallen
o = alleen deelbaar door zichzelf of 1
o we testen dit of het wel kan of niet adhv de beginvoorwaarde
o bij hele grote getallen: lukt niet meer
o priemgetallen zijn niet alleen van het tellen af te leiden
o = bijzondere manier van waarnemen
o niet zomaar in de wereld rondom ons
o wereld rondom ons + uitzondering priemgetallen → er zijn nog
uitzonderingen
- voorbeeldje: Benoit Mandelbrot → iteratieve functies
o gebruikt om populaties in de biologie te berekenen (wanneer stabiliseert de
populatie)
o Verhulstproces (P.F Verhulst)
o Patroonvorming bij vele berekingen van punten
op die functie = fractals
o Fractals = figuren met gebroken extra dimensie
o Ontstaan van natuurlijke vormen bij ontwikkelde
organismen, ook een iteratief proces → de
celdeling start met een toestand n en eindig met
n+1
Definities van wetenschap p26:
“alle kennis die we hebben rond een bepaald gebied en de systematische manier
waarop we verdere kennis hierond kunnen verkrijgen”
→ wetenschap kan beschouwd worden als een van de meest complexe en boeiende
verschijnselen van onze samenleving.
,Wetenschapsbedrijf = instituut der wetenschap, de universiteit, hoogleraren, de organisatie..
- Wie? Professoren/ docenten zijn senior/ leidinggevende onderzoekers = Zelfstandig
Academisch Personeel (ZAP)
- Wat en hoe? Binnenhalen van projectfinanciering ter ondersteuning van het
onderzoek + onderzoek doen en resultaten rapporteren + projectcoördinatie en
administratie + supervisie van onderzoek en resultaten + opleiding jonge
onderzoekers
- Bench = werd verricht door technici, studenten, stagaires, PhD studenten,
assistenten en postdocs
Wetenschappelijke activiteit of wetenschapsbeoefening = meten, registreren, waarnemen,
experimenteren, ordenen, interpreteren, begripsvorming, verwoording, afleiding,
voorspelling, hypothese vormen, hypothese toetsen, evaluatie, planning
Wetenschappelijke kennis = (slechts) een reconstructie van een deel van de werkelijkheid
opgebouwd uit een bepaalde methodiek. Die reconstructie is systematisch in de zin dat men
steeds tracht series gelijkvormige vragen te beantwoorden en lacunes in de kennis op te
vullen.
Academische vrijheid = wetenschappers mogen niet worden gedwongen uitspraken te doen
die ze wetenschappelijk niet voor hun rekening kunnen nemen
- Geenszins een absolute vrijheid = academische terughoudenheid
→ vrijheid bepalen van: wat onderzocht wordt, welke resultaten, wanneer einde onderzoek,
wanneer en op welke wijze onderzoekresultaten worden bekend gemaakt
Hedendaagse realiteit:
- Niet actief binnen academische instituten
- Industriële labo’s, militaire instituten, ziekenhuizen, organisaties →
toepassingsgericht
- Niet alleen recontrueren van de werkelijkheid maar ook de constructie ervan
Biotechnologie: vb Ablynx (nanobodies), Tigenix, Movetis
Academisch wetenschappelijk onderzoek:
- Algemene verbanden die verschijnselen verklaren (theorie)
- Ondersteund empirische gegevens
- Falsificeerbaarheid
- Reproduceerbaarheid
- Publiceert en presenteert uitkomsten van het onderzoek
- Welke beperkingen er zijn
- Controleert reproduceerbaarheid (wetenschap zuivert zichzelf)
- Bouwt verder op werk van anderen (geen plagiaat, maar citeren)
- Neutraal en objectief
- Sociale en rationale activiteit
- Nationale en internationale gemeenschappen
Wetenschappelijke methode = algemene werkwijze gebaseerd op waarneming, meting,
voorspelling, experiment, verificatie en falsificatie
, - = een empirische cyclus
- observatie: waarnemen en verzamelen van feiten
- inductie: formuleren van een veronderstelling op
basis van observering (specifiek → algemeen)
- deductie: formuleren van specifieke toetsbare
hypotheses (algemeen → specifiek)
- toetsen: toetsen van hypothese, experiment
- evaluatie: evalueren door middel van falsificatie of
verificatie
- → soms zijn meerdere experimentele benaderingen
nodig om hypothese te aanvaarden, te verwerpen
of bij te stellen
- risico: resultaten worden “vergeten”
- → dynamisch gegeven
Resultaat?
- Lezingen, discussies en publicaties
- Voor opdrachtgevers
- Gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften
- Peer review tijdens debatten, conferenties, symposia en bij publicaties helpt de
wetenschappelijke gemeenschap bij het bereiken van de kwaliteit van de
wetenschappelijke methode (of het wel objectief genoeg is) en de interpretatie van
de resultaten
Quaternaire literatuur
- Tijdschriften, boeken, websites
- Populariserende literatuur, gaat niet over origineel wetenschappelijk onderzoek,
maar heeft tot doel com op brede schaal
- Schrijver: wetenshapsjournalist
- Lezers: breed publiek
Tertiaire literatuur
- Monografieën, boeken, cursussen
- Gaat niet over origineel onderzoek, als doel algemene kennis-communicatie
(zelfstudie, vorming, kennis)
- Schrijver: een autoriteit in de disciplines
- Lezers: zijn studenten en geïnteresseerden
Secundaire literatuur