Internationale bedrijfsomgeving
Academiejaar 2022 – 2023
Inhoudstafel
1 Hoofdstuk 1: inleiding in internationaal ondernemen............................................................. 3
1.1 Wat is internationaal ondernemen? ................................................................................. 3
1.2 Waarom gaan bedrijven de grens over? ........................................................................... 7
1.3 Nederland en internationaal ondernemen ....................................................................... 8
2 Hoofdstuk 2: Politieke en economische omgeving .................................................................. 9
2.1 Vrije handel ........................................................................................................................ 9
2.2 Economische samenwerking ............................................................................................. 9
2.3 Economische unie en Monetaire unie (EMU) ................................................................. 10
2.4 Protectionisme................................................................................................................. 11
2.5 Internationale organisaties.............................................................................................. 14
2.6 LEERDOELEN .................................................................................................................... 17
3 Hoofdstuk 3: Cultuur .............................................................................................................. 19
3.1 Wat is cultuur?................................................................................................................. 19
3.2 Elementen van cultuur .................................................................................................... 20
3.3 Indelen van culturele verschillen ..................................................................................... 22
3.4 Ethiek ............................................................................................................................... 24
4 Hoofdstuk 4: Management en organisatie in een internationale omgeving ......................... 25
4.1 Internationalisering en de valkuilen ................................................................................ 25
4.2 Strategisch management ................................................................................................. 26
4.3 Value-chainanalyse .......................................................................................................... 28
4.4 Strategische planning ...................................................................................................... 28
4.5 Interne organisatie .......................................................................................................... 29
4.6 Human resource management ........................................................................................ 31
5 Hoofdstuk 5: Externe analyse in een internationale omgeving ............................................. 33
5.1 Wat is een externe analyse? ............................................................................................ 33
5.2 Initiële analyse ................................................................................................................. 33
, 5.3 Omgevingsanalyse ........................................................................................................... 34
5.4 Marktonderzoek .............................................................................................................. 37
5.5 Bepalen marktpotentieel ................................................................................................. 38
6 Hoofdstuk 6: Marktentreevormen en internationale marketing .......................................... 39
6.1 Buitenlandse samenwerking ........................................................................................... 39
6.2 Samenwerkingsvormen ................................................................................................... 40
6.3 Directe marktbewegingsvorm ......................................................................................... 43
6.4 Fusie en overname .......................................................................................................... 44
6.5 Outsourcing en outtasking .............................................................................................. 44
6.6 Marketing op internationaal niveau ................................................................................ 45
6.7 Internationale marketingmix ........................................................................................... 45
,Internationale bedrijfsomgeving
1 Hoofdstuk 1: inleiding in internationaal ondernemen
1.1 Wat is internationaal ondernemen?
Internationaal ondernemen: de ontwikkeling van de internationale economische activiteiten
en/of handelingen om zaken te doen met het buitenland via handel, het sluiten van internationale
samenwerkingsverbanden, uitbesteding van activiteiten, buitenlandse investeringen, … voor het
realiseren van onder andere loonkostvoordelen, schaalvoordelen, kennisverwerving e.a.
synergiën.
Globalisering: een ver doorgedreven internationalisering met wereldwijde spreiding van arbeid,
kapitaal, kennis binnen ‘global value chains’ waardoor landsgrenzen steeds meer vervagen.
Zandloper: een beeld dat je krijgt als je internationale ketens uittekend. Je merkt dat de sourcing
(voorkant van de keten) allemaal kleine leveranciers zijn. Bij 5 tot 8 ketens. Aan de aanbodkant
zijn er echt heel veel toeleveranciers van die keten. In het midden vaak 3 tot 4 spelers die het
midden van die keten bedienen. Aan het einde zijn ze consumenten.
Fragmentatie zijn de uiteindes van de zandloper.
1.1.1 Voordelen van globalisering
- Draagt bij aan een hogere economische groei en
welvaart
- Deelt technologische en andere kennis
- Leidt tot wijd verspreide culturele integratie
1.1.2 Nadelen van globalisering
- Grotere kans op ondermijning van lonen in ontwikkelde
landen: andere landen profiteren hiervan (Ghana) vooral voor hun munt.
- Toename uitbuiting arbeiders in minder ontwikkelde landen: global value chain: een
naaiatelier brand af in Bangaladesh door weinig of geen onderhoud. We moeten dus met
z’n alle voor de goede arbeidsomstandigheden zorgen.
- Geeft multinationals veel macht
- Pandemieën? Corona, door dit virus in China lag de hele economie wereldwijd plat,
iedereen doet aan business met iedereen, zoals bij een brand: je moet zorgen dat de grote
plaatsen afgeschermd worden zodat niet alles vernield wordt maar kleinere delen (door
ramen en deuren te sluiten).
→ ondanks de voor- en nadelen van globalisering, zijn veel landen toch het land zelf aan het
besturen op maximale productie van het product, maar dit gaat steeds meer ten koste van de
natuur.
BNP: som van alles wat er in een land wordt geproduceerd + de inkomens uit het buitenland.
3
, Voorbeeld Flying Tiger:
Flying Tiger is een winkel voor huishoudsspullen die zowel fysieke winkels hebben als online
verkopen. Ze proberen zo veel mogelijk te groeien over
de hele wereld. Starbucks heeft dit ook gedaan. Maar
hiervoor moet je ook genoeg werk hebben. Via partners:
je kan afspreken wie doet wat en je moet dus afspraken
LEREN maken. De risico’s worden hierdoor ook minder.
De costumerexperience moet erg goed zijn.
Er zijn heel veel winkels in de UK, waarschijnlijk zijn deze
opgericht voor de BREXIT. Voor winkels te openen moet
er worden geïnvesteerd. Er zijn altijd twee criteria die je
ziet die bedrijven gebruiken om een filiaal te openen in
een ander land.
1) De nabijheid en/of culturele overeenkomsten: in
de landen naast denemarken zijn veel winkels.
2) De omvang: grotere landen hebben meer winkels.
Wat zijn de voornaamste externe reden / drijvende factoren van toenemende globalisering?
- Liberalisering van de markten o.i.v. WTO, … grenzen vervagen.
- Toenemende competitieve druk wereldwijd
- Nieuwe internationale communicatiemiddelen
- Verbeterd en sneller international transport
- Meer gelijkende markten en homogene vraag
→ stijgend BNP in opkomende groeilanden.
Meer dan de helft van de groei van het BNP komt van de opkomende groeilanden zoals de
zogenoemde BRICS of N11-landen.
BRICS-landen: Brazilië, Rusland, India, China en Zuids-Afrika. Deze landen hebben het niet
gemaakt in de markt.
N11-landen: Bangladesh, Egypte, Filipijnen, Indonesië, Iran, Mexico, Nigeria, Pakistan, Turkije,
Vietnam en Zuid-Korea. Dit zijn de meest interessante landen om te produceren met een goeie
en grote economische groei. In Mexico (goeie sterke economie) er zijn veel telecomcenters die
Mexico wil overnemen bijvoorbeeld KPN in Nederland. Waarom hebben veel ondernemers
interesse in deze landen? Dit heeft alles te maken met de economische groei. Consumenten
willen hier kopen dus bedrijven zien dat deze bedrijven winst maken.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lauravieee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.